ECLI:NL:RBMNE:2020:3377

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 juli 2020
Publicatiedatum
20 augustus 2020
Zaaknummer
C/16/506646 / FA RK 20-4456
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van een zorgmachtiging met betrekking tot het beperken van de bewegingsvrijheid van een betrokkene in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2020 uitspraak gedaan over een verzoek van de officier van justitie tot wijziging van een zorgmachtiging, die eerder op 17 juni 2020 was afgegeven. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van een dreigende noodsituatie, waarbij de betrokkene, geboren in 1982, in zorg is vanwege middelenafhankelijkheid. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling via Skype laten plaatsvinden, waarbij verschillende zorgprofessionals en de advocaat van de betrokkene aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige zorgmachtiging niet volstaat en dat er een verhoogd risico op suïcide en drugsgebruik bestaat als de betrokkene zonder toezicht is.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is om de bewegingsvrijheid van de betrokkene te beperken om ernstig nadeel te voorkomen. De psychiater heeft bevestigd dat de zorgen over het suïcidegevaar reëel zijn en dat de betrokkene zich moet conformeren aan de behandeling in een afkickkliniek. De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd en de beperking van de bewegingsvrijheid als verplichte zorg toegevoegd, geldig tot en met 17 december 2020. De beslissing is op 31 juli 2020 mondeling gegeven door rechter T. Dopheide en schriftelijk uitgewerkt op 7 augustus 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/506646 / FA RK 20-4456
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 31 juli 2020,naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1982, te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] , [woonplaats] ,
verblijvende te [instelling 1] , locatie [naam locatie] , [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.G.J. Booij.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 juli 2020, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 17 juni 2020 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van de zorgverantwoordelijke d.d. 28 juli 2020;
- de gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke d.d. 28 juli 2020;
- het advies van de geneesheer-directeur d.d. 28 juli 2020;
- het zorgplan d.d. 10 april 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 31 juli 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, heeft de mondelinge behandeling via Skype plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak via Skype gehoord:
- betrokkene,
- de heer [A] , psychiater,
- de heer [B] , verslavingsarts,
- mevrouw [C] , afdelingsarts,
- mr. R.G.J. Booij, de advocaat.
Betrokkene, de psychiater, de afdelingsarts en de verslavingsarts waren in dezelfde ruimte. De advocaat bevond zich elders. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
1.3.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan. De kennisgeving mondelinge uitspraak is per beveiligde mail verstrekt aan de advocaat, de instelling waar betrokkene verblijft en de officier van justitie.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 17 juni 2020 door de rechtbank Midden-Nederland een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
Uit het advies van de geneesheer-directeur blijkt dat betrokkene in zorg is vanwege middelenafhankelijkheid. Als betrokkene zonder toezicht de afdeling kan verlaten is de kans zeer groot dat hij weer drugs gaat gebruiken waardoor de ernst van het psychiatrisch toestandsbeeld zal toenemen. Door inperking van de bewegingsvrijheid wordt drugsgebruik tegen gegaan en smokkel voorkomen. Daarnaast is het nodig betrokkene in zijn vrijheid te kunnen beperken vanwege een sterk verhoogd suïcide risico. Betrokkene heeft op 26 juli 2020 een auto-intoxicatie gedaan en leek op de dag van de opname – na een gedwongen ontslag vanwege middelen gebruik – aanstalten te maken om uit een raam te spingen. Inperken van de bewegingsvrijheid maakt toezicht mogelijk waardoor een suïcide mogelijk voorkomen kan worden. Het risico hierop is binnen de accommodatie kleiner dan daar buiten, in ieder geval voor de korte termijn. Ten slotte kan inperking van de bewegingsvrijheid ook onttrekking aan het verblijf in de accommodatie voorkomen.
2.2.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vorm van verplichte zorg toegepast:
- beperken van de bewegingsvrijheid.
Gebleken is dat deze vorm van zorg, die niet is opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moet worden voortgezet.
2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze (aanvullende) vorm van verplichte zorg. Betrokkene betwist dat hij suïcidaal is. Verder heeft betrokkene verklaard dat hij aan het wachten is tot er een plek vrijkomt bij de afkickkliniek [instelling 2] .
2.4.
De advocaat van betrokkene heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Betrokkene is niet suïcidaal zodat er geen risico op zelfbeschadiging bestaat. Daarnaast is betrokkene gemotiveerd om naar [instelling 2] te gaan. Hij wil graag naar een open afdeling omdat middelen op de gesloten afdeling in overvloed verkrijgbaar zijn. Subsidiair bepleit de advocaat verkorting van de duur van de wijziging van de zorgmachtiging tot twee maanden vanwege de opname in [instelling 2] .
2.5.
De psychiater heeft verklaard dat de zorgen van de ambulante hulpverlening omtrent het suïcide gevaar reëel waren. Verder is door de psychiater naar voren gebracht dat betrokkene naar [instelling 2] kan, maar dat hij zich moet conformeren aan de behandeling daar. Als hem dit niet lukt dan zal hij weer naar huis moeten. De kans is reëel dat betrokkene dan weer opgenomen moet worden in een accommodatie. De psychiater verzoekt wijziging van de zorgmachtiging voor de volledige duur van de machtiging.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat voortzetting van toepassing van het beperken van de bewegingsvrijheid noodzakelijk is. De arts heeft voldoende onderbouwd dat het beperken van de bewegingsvrijheid noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:
- beperken van de bewegingsvrijheid.
Ten aanzien van de duur van de toepassing van deze verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Betrokkene is op het moment gemotiveerd om aan zijn verslaving te werken. Het is echter nog onzeker hoe het bij [instelling 2] zal gaan. Op het moment dat het daar toch niet goed gaat, en een opname in een accommodatie nodig is, acht de rechtbank het van belang dat de instelling betrokkene in zijn bewegingsvrijheid kan beperken. De rechtbank zal de vormen van verplichte zorg aldus uitbreiden voor de duur van de verleende zorgmachtiging, te weten tot en met 17 december 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijzigt de zorgmachtiging d.d. 17 juni 2020 verleend ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1982, te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 17 december 2020.
Deze beschikking is op 31 juli 2020 mondeling gegeven door mr. T Dopheide, rechter, en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door mr. Y. van der Linden als griffier schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 7 augustus 2020.
..
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.