Uitspraak
Bestuursrecht
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een appartementencomplex en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren. De VvE had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om de houten kozijnen van hun appartementen te vervangen door kunststof kozijnen. Het college heeft deze aanvraag afgewezen op basis van een negatief welstandsadvies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed (CRK&E), dat stelde dat de kunststof kozijnen niet voldeden aan de esthetische eisen van de welstandsnota.
De rechtbank oordeelde dat de motivering van de beslissing op bezwaar van het college aanvankelijk onvoldoende was, maar dat dit gebrek tijdens de beroepsprocedure was hersteld. De rechtbank concludeerde dat het college de aanvraag op basis van het negatieve welstandsadvies mocht afwijzen. De VvE had aangevoerd dat er geen uitvoerbare suggesties waren gedaan door de CRK&E om de kozijnen in kunststof uit te voeren, maar de rechtbank stelde vast dat het college na de zitting voldoende onderbouwing had gegeven voor de mogelijkheden van kunststof kozijnen.
De rechtbank vernietigde de beslissing op bezwaar, maar liet de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag blijft gelden. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de VvE. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van der Knijff, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.