ECLI:NL:RBMNE:2020:3316
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een bedrijfspand op grond van artikel 13b van de Opiumwet na aantreffen van harddrugs
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een autobedrijfseigenaar, en de burgemeester van de gemeente Woerden. De burgemeester had op 31 mei 2019 een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij het bedrijfspand van eiser voor zes maanden gesloten werd op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit volgde na het aantreffen van 4,21 gram amfetamine in het pand tijdens een doorzoeking op 9 januari 2019. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat hij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van drugs en dat er geen bewijs was voor drugshandel vanuit het pand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen, aangezien de aanwezigheid van harddrugs in het pand voldoende grond vormde voor de conclusie dat het pand betrokken was bij drugshandel. Eiser had de verantwoordelijkheid voor wat er in het pand gebeurde, ongeacht zijn kennis van de drugs. De rechtbank oordeelde dat de sluiting noodzakelijk was om de openbare orde te beschermen, ook al was er geen directe overlast geconstateerd. De rechtbank heeft de argumenten van eiser verworpen en geoordeeld dat de sluiting voor zes maanden proportioneel was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de sluiting van het pand. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.