Op 10 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Rolo Properties B.V. en de burgemeester van de gemeente Utrecht. Rolo Properties B.V. had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van de burgemeester om een woning per direct te sluiten voor de duur van 12 maanden, omdat deze woning werd gebruikt als hennepkwekerij. Rolo Properties B.V. stelde dat er een spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat de sluiting van de woning hen financieel zou schaden en de woning niet beschikbaar was voor woningzoekenden in Utrecht.
De voorzieningenrechter oordeelde echter dat er geen sprake was van een spoedeisend belang. De rechter vond dat Rolo Properties B.V. onvoldoende had aangetoond dat de sluiting van de woning zou leiden tot een onomkeerbare situatie of acute financiële nood. De rechter merkte op dat de mogelijkheid om noodzakelijke (herstel)werkzaamheden uit te voeren niet was uitgesloten, en dat de hoge woningnood in Utrecht geen reden was om aan te nemen dat de bezwaarprocedure niet kon worden afgewacht.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het besluit van de burgemeester niet evident onrechtmatig was, aangezien het gebruik van de woning als hennepkwekerij niet werd betwist. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen als kennelijk ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.