4.3Het oordeel van de rechtbank
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 30 oktober 2019, met bijlagen
Vanaf begin januari 2019 tot en met 31 juli 2019 was ik werkzaam bij de [supermarkt] ter hoogte van de [adres] in [woonplaats] . Begin juli 2019 raakte ik in contact met een vaste klant van de [supermarkt] , genaamd [verdachte] die mij constant mee uit vroeg. In het begin van het contact was [verdachte] lief en charmant. Halverwege juli besloot ik toch met hem op een date te gaan en heb ik mijn mobiele nummer ( [telefoonnummer] ) aan [verdachte] gegeven en met hem afgesproken in het [park] tegenover mijn woning gelegen aan de [adres] in [woonplaats] .
Na deze eerste afspraak ontstond er al meteen ruzie tussen mij en [verdachte] omdat hij erg opdringerig was met betrekking tot het afspreken. Hij wilde mij namelijk elke dag zien en wanneer ik aangaf geen tijd te hebben, zei hij mij dat ik maar tijd moest maken. Hij kon geen nee accepteren.
Aangezien [verdachte] en ik constant ruzie hadden, heb ik op 29 augustus 2019 besloten om geheel een einde te maken aan mijn relatie met [verdachte] . Ik wilde niets meer met hem te maken hebben en heb dit persoonlijk uitgesproken naar [verdachte] . Ik heb toen namelijk aangegeven dat wij alleen maar ruzie hebben en niet in elkaars leven passen. Ook heb ik toen aangegeven dat hij geen respect heeft voor mij, ik bang ben voor hem en dat ik gewoon niet meer verder wilde. [verdachte] was het hier niet mee eens en werd meteen verbaal agressief. Hij begon namelijk meteen te schelden en te vloeken, hij noemde mij ''kankerhoer'' en ''tyfushoer'' en dat hij mij ''kapot zou maken''.
Vanaf dit moment is [verdachte] mij dagelijks gaan stalken. Vanaf het begin al vindt dit plaats in de vorm van honderden appjes per dag, dagelijks telefoneren en mij achtervolgen. Ook staat hij dagelijks in de hal van mijn flat om vervolgens continu aan te bellen. Als gevolg hiervan voel ik mij heel onveilig en durf ik niet zomaar mijn huis te verlaten uit angst dat [verdachte] beneden mij staat op te wachten. Hij stuurt mij namelijk geregeld foto's van de buurt waarin ik woon om mij dus op die manier duidelijk te maken dat hij in de buurt is.
Vorige week maandag 21 oktober 2019 had ik een afspraak bij de politie om 15:00 uur. Om 14:41 uur zag ik dat [verdachte] in de hal stond van mijn flat en ik ben toen snel via de andere uitgang weggegaan. Terwijl ik bij de politie was, werd ik continu gebeld en geappt door [verdachte] en heeft een medewerker van de politie opgenomen. Na mijn afspraak bij de politie ben ik weer naar huis gegaan en rond 18:00 uur wilde ik mijn hond uitlaten in het park. Uit angst dat [verdachte] beneden zou staan heb ik om 18:13 uur de politie gebeld. De politie is vervolgens gekomen en hebben [verdachte] aangetroffen in de hal. Dit heb ik vernomen van de politie die mij maandagavond 21 oktober 2019 gebeld heeft. Later op de avond om 18:58 uur heb ik wederom de politie gebeld omdat [verdachte] buiten stond te fluiten en te schreeuwen ter hoogte van mijn balkon. De politie is naar aanleiding hiervan gekomen maar hebben [verdachte] deze keer niet aangetroffen. Ik heb begrepen dat de politie [verdachte] duidelijk heeft gemaakt dat hij niets te zoeken heeft in mijn flat en mij met rust moest laten. [verdachte] heeft op deze maandag vanaf omstreeks 14:30 uur rondgehangen in mijn buurt; dat liet hij mij namelijk weten aan de hand van appjes en foto's die hij maakte en verstuurde via de app.
Ik krijg nog altijd dagelijks honderden appjes, dan wel SMS berichten. In deze appjes/berichten doet [verdachte] voornamelijk agressieve uitlatingen. Heel sporadisch stuurt hij berichten die verontschuldigend zijn van toon, om vervolgens weer over te gaan op agressieve berichten. Hij scheldt mij bijvoorbeeld uit en bedreigt mij (''hij gaat mij weer aanranden/kapot maken/afmaken''). Sinds 21 oktober 2019, de dag waarop de politie [verdachte] heeft aangetroffen in mijn flat, is het stalken dreigender geworden.
Sinds 29 augustus 2019 heb ik niet meer gereageerd op de berichten van [verdachte] . Als gevolg van het gestalk kan ik niet meer normaal leven, ik ben constant angstig, durf de deur amper uit en ben continu op mijn hoede. Ik wil dan ook dat dit gedrag per direct stopt. Het telefoonnummer van waaruit [verdachte] mij continu smst, appt en belt is: [telefoonnummer] . Ik zal de appjes, spraakberichten en smsjes veiligstellen zodat ik deze kan overhandigen.
Een selectie uit de door aangeefster van verdachte ontvangen WhatsApp-berichten, gevoegd als bijlage bij de aangifte van 30 oktober 2019
ontvangen op 8 september 2019:
- om 05:39 uur: “Zo zou ik je graag wille pakke”
- om 06:13 uur: “Lekkrr leka alle vrouwe houde hier van behalve??”
- om 06:52 uur: “2dge geef ik je als je dan nog niet neuk dan laat ik je valle pak ik t bij een andere 2dge zeg sorry mer wil je pijpe omdat ik je altijd stront behandel.”
ontvangen op 9 september 2019:
- om 07:23 uur: “Morge dit en dat dan vergeef ik u eng nek”
- om 07:25 uur: “Oke sletje anders ga ik late we ma zegge na de hoeren me exe dus”
ontvangen op 12 september 2019:
- om 12:21 uur: “Nou u blijf op streepe en wil geen contact verders nou dan respecteer ik beslissing hier voor ook maak u niet druk ik zal u niet meer benadere en opzoeken als je toch als contact vermijdt oke”
ontvangen op 12 oktober 2019:
- om 01:39 uur: “Ik hield van je wou je dat niet hebbe dan jammer ik ga dr niet door van jij wel dan met wat je doe en uw steun nu en ik was niks?”
- om 02:39 uur: “En oprotte kk gek mn tijd mn geld liefde en aandacht”
- om 02:42 uur: “Zal ik je ook kapot maken dan??”
- om 02:46 uur: “Naai mij morgen ik neem je hele leven als jij gaat tot de bodem alles kwijt”
- om 03:19 uur: “Nou ik ga je ook hel terug geven als goede vriend”
- om 03:21 uur: “En als dat gebeurt is vergis je niet dan kom ik nog een pr x”
ontvangen op 29 oktober 2019:
- om 02:52 uur: “ik ga je pakken pas als je dr bijna denk te zijn naai ik je met alles hoe jij mij wou naaien mop oke”
- om 03:06 uur: “Of je dacht lul dr uit en schude en nee kruipen word t hond jij geen respect kruip varkentje kruip”
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 januari 2020, met bijlagen
Wij, verbalisanten, verklaren het volgende. Op vrijdag 3 januari 2020 deden wij onderzoek naar de telefoon van verdachte. Dit betreft een telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] . Wij onderzochten het bel -en berichtenverkeer tussen verdachte en aangeefster [slachtoffer] . Het telefoonnummer van aangeefster [slachtoffer] is [telefoonnummer] .
Het belverkeer tussen verdachte en aangeefster [slachtoffer] begint op 4 juli 2019. Er werd over en weer gebeld tussen beiden tot en met 7 september 2019. Na 7 september 2019 belde verdachte 36 keer tot en met 12 november 2019. Het sms/tekst verkeer van verdachte naar aangeefster [slachtoffer] begint op 4 juli 2019 en loopt door tot en met 12 november 2019. Hij stuurde in totaal 867 tekst berichten.
Te lezen in de berichten is dat er een verandering van toon komt vanaf 30 augustus 2019. Voor deze datum is de toon vaak seksueel en aardig. Na deze datum noemt hij haar vaker kinderachtig en onaardig. Later zegt hij dat hij haar mist. Weer later mag ze doodvallen. Hij blijft ook herhalen dat ze weer eens wat moet zeggen.
Een uitdraai van het smsverkeer tussen het mobiele telefoonnummer van verdachte en het mobiele telefoonnummer van aangeefster, gevoegd als bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2020
een sms naar het nummer [telefoonnummer] , verstuurd op 30 augustus 2019 om 16:14:13 uur:
“Is goed doe maar onvolwasse en kinderachtig als mij gisteren uw recht hoor mvr l nou fijne dagje verder ga ik weer verders andere mensen lastig vallen ;)”
een sms naar het nummer [telefoonnummer] , verstuurd op 30 augustus 2019 om 21:20:31 uur:
“Gaat u goed verders”
een sms naar het nummer [telefoonnummer] , verstuurd op 31 augustus 2019 om 01:21:58 uur:
“Jij ben weg sorry is uw keuze.”
Proces-verbaal van bevindingen van 8 november 2019
Ik, verbalisant, verklaar het volgende. Op 31 oktober 2019 heb ik de historische gegevens van het telefoonverkeer van het telefoonnummer [telefoonnummer] opgevraagd. Dit telefoonnummer behoort toe aan de verdachte genaamd: [verdachte] , geboren op [1978] . Ik heb de historische verkeersgegevens opgevraagd over de periode van 29 augustus 2019 tot en met 31 oktober 2019. Ik, verbalisant, zag dat met het telefoonnummer [telefoonnummer] , 5047 maal naar het telefoonnummer [telefoonnummer] van aangeefster [slachtoffer] gebeld was.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 oktober 2019
Wij, verbalisanten, verklaren het volgende. Op maandag 21 oktober 2019 waren wij belast
met de incidentafhandeling te [woonplaats] . Op diezelfde dag, omstreeks 18.15 uur werden wij gezonden naar de omgeving van de [adres] te [woonplaats] .
Slechts enkele minuten later waren wij ter plaatse op de [straat] ter hoogte van nummer [nummer] . Wij zagen dat er een man op het parkeerterrein voor de flat liep. Deze man voldeed aan het opgegeven signalement van [slachtoffer] . Wij zijn vervolgens het parkeerterrein opgereden en zagen dat de man inmiddels voor het portiek, waaronder nummer [nummer] valt, stond. Wij zagen dat de man het portiek binnen liep en daar bij één van de woningen aanbelde. Ik, [verbalisant 1] , sprak de man aan en vroeg hem naar zijn naam. Wij hoorden hem zeggen dat hij [verdachte] heette. Ik, [verbalisant 1] , vroeg wat hij hier precies deed. Wij hoorde hem antwoordden:
- dat hij door zijn ex was geappt met de vraag om langs te komen;
- dat hij zojuist bij haar had aangebeld;
- dat hij daar was om zijn spullen op te halen.
Ik, [verbalisant 2] , heb telefonisch contact gezocht met [slachtoffer] . Ik hoorde haar het volgende verklaren:
- dat zij wordt gestalkt door haar ex [verdachte] ;
- dat zij niks meer met hem te maken wilt hebben;
- dat zij geen contact met hem heeft gezocht, ook niet voor het ophalen van spullen.
Wij hebben tegen [verdachte] gezegd dat:
- hij niets meer heeft te zoeken bij de woning van zijn ex;
- er geen spullen meer van hem in haar woning liggen;
- [slachtoffer] geen contact meer met hem wilt en haar dan ook niet meer moet benaderen
- hij hier dus niet meer welkom is en hier weg moet gaan en niet meer terug moet komen.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 november 2019
Ik, verbalisant, verklaar het volgende. Op zondag 10 november 2019 om 10:10 uur werd ik, verbalisant, gebeld door aangever [slachtoffer] . Ik hoorde haar het volgende zeggen:
- Zij besloten had om [verdachte] op what's app te deblokkeren;
- Er in de berichtjes stond dat hij vandaag, 10 november 2019, langs zou komen om wat af te geven;
Hierop zijn wij naar binnen gelopen en hebben het deurtje van de postbak van de [adres] geopend. Ik, verbalisant, zag dat er een blauwe schoudertas, van het merk Enrico Benetti, aanwezig was in de postbak. Ik zag dat collega [verbalisant 3] de tas er uit haalde en open maakte.
Ik zag dat de volgende goederen in de blauwe tas zaten:
- Een witte plastictas met stoffen inhoud;
- Een doosje Spons cakejes van het merk CRAVINGZ SPONGIEZ;
- Een doorzichtig zakje met snoep;
- Een zakje met Caramel Fudge blokken van het merk MARANDI.
In de witte plastic tas zag ik de volgende goederen zitten:
- Een licht blauwe sjaal met glitters;
- Zwarte stoffen handschoenen in een plasticje;
- Een overwegend donkere muts met oorflappen.
Proces-verbaal uitkijken camerabeelden d.d. 14 november 2019
Ik, verbalisant, verklaar het volgende. Na aanleiding van de aangifte stalking, onder proces 2019315134-1, werden er van meerdere dagen camerabeelden bekeken van het portiek gelegen aan de [straat] te [woonplaats] , waaronder perceel [nummer] . Het betrof hier de dagen maandag 21 oktober 2019 en zondag 10 november 2019. De opnamen bleken in kleur te zijn geregistreerd. Op de beelden was een datum/tijdsaanduiding te zien die op de correcte datum/tijd was ingesteld. Door mij werd het navolgende bevonden:
21/10 18.24 uur Ve wordt aangesproken door de ter plaatse gekomen politie.
21/10 18.34 uur Ve wordt na het gesprek met de politie weggestuurd. Het gesprek met de verdachte is vastgelegd onder proces-verbaal van bevindingen van PL0900-2019315320-3 [= 30 oktober 2019, toevoeging rechtbank].
21/10 18.54 uur Ve is weer terug bij het portiek en belt weer aan.
10/11 09.53 uur Ve komt op zijn fiets aan en heeft een blauwe tas bij zich.
10/11 09.53 uur Ve gaat het portiek in met blauwe tas aan zijn schouder.
10/11 09.54 uur Ve doet de blauwe tas in een postvak binnen in het portiek.
Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 14 november 2019
O: Zoals ik in het begin van dit gesprek al heb gezegd ben je aangehouden naar bureau in verband met stalking.
V: Wat kun je hier zelf over verklaren?
A: Uhh ja dat het uhh dat het in omstandigheden klopt. Ik bedoel niet dat ik haar gestalkt heb maar ik snap dat iemand het zo kan zien.
(…)
O: Aangeefster [slachtoffer] heeft (inderdaad) aangifte gedaan.
V: Wat kun je hier zelf over verklaren, wat vind je hiervan?
A: Uhhh ja, ik denk dat ze, ja, ze heeft sowieso gelijk. Ik vind dat pijnlijk om te horen maar wel terecht. Meer begrijpelijk eigenlijk. Het is allemaal heftig enzo, er zit heel veel achter.
(…)
V: Heeft uzelf enig idee hoe vaak er door u contact is opgenomen tussen 29 augustus 2019 tot en met 31 oktober 2019?
A: Ik denk wel in de 1000 keer. 1101 keer ofzo
O: Dit is 5047 maal geweest.
V: Wat kun je hierover verklaren?
A: Wow dat is wel een ander verhaal. Ik wilde haar graag spreken jammer genoeg. Toch hopen dat ze opneemt maar dat deed ze niet.
(…)
O: Ik heb alle berichten door gelezen en ben best wel geschrokken van de toon van de berichten. Het zijn veel beledigende teksten. Over haar figuur, over alles wat ze niet goed zou doen of gedaan heeft
A: Ja daar heb ik echt vet spijt van. Dat zijn allemaal leugens.
Voor de rechtbank staat vast dat aangeefster op 29 augustus 2019 tegen verdachte in persoon heeft gezegd de relatie met hem te beëindigen en ook dat aangeefster toen aan verdachte kenbaar heeft gemaakt niets meer met hem te maken willen hebben. De verklaring van aangeefster wordt op dit punt bevestigd door de sms-berichten die verdachte op 30 augustus 2019 en 31 augustus 2019 aan aangeefster heeft verstuurd. In die sms-berichten heeft verdachte, onder meer, het volgende aan aangeefster geschreven: “Is goed. Doe maar onvolwasse en kinderachtig als mij gisteren”, “Gaat u goed verders” en “Jij bent weg sorry uw keuze”. De rechtbank ziet ook een bevestiging voor de verklaring van aangeefster in het proces-verbaal van 3 januari 2020. Daarin schrijft de verbalisant namelijk dat de sms-berichten van verdachte aan aangeefster vanaf 30 augustus 2019, in negatieve zin, van toon veranderen.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt dat verdachte in de periode van
29 augustus 2019 tot en met 13 november 2019, de dag waarop verdachte is aangehouden, echter veelvuldig, intensief en op verschillende manieren contact met aangeefster is blijven zoeken en zich aan haar heeft opgedrongen. In die korte periode heeft verdachte meer dan 5.000 keer gebeld naar het telefoonnummer van aangeefster, meer dan 800 sms-berichten en een zeer grote hoeveelheid WhatsApp-berichten naar aangeefster verstuurd, zich veelvuldig opgehouden in de omgeving van de woning van aangeefster en, tot slot, meerdere briefjes en goederen in de brievenbus van aangeefster achter gelaten. Verdachte is met deze gedragingen blijven doorgaan zelfs nadat de politie hem op 21 oktober 2019 had duidelijk gemaakt dat aangeefster geen contact meer met hem wilde en dat hij haar met rust moest laten.
Gelet op de zojuist beschreven indringende wijze waarop verdachte sinds de beëindiging van de relatie contact is blijven zoeken met aangeefster en de gevolgen die dit heeft gehad voor haar persoonlijke leven en persoonlijke vrijheid, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich in de periode van 29 augustus 2019 tot en met 13 november 2019 schuldig heeft gemaakt aan het wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. De omstandigheid dat aangeefster in die periode ook een beperkt aantal sms-berichten aan verdachte heeft gestuurd doet niets af aan de dwingende, inbreukmakende wijze waarop verdachte heeft geprobeerd om in contact te komen met aangeefster.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt daarnaast uit de inhoud van de sms-berichten, de WhatsApp-berichten en uit de overige gedragingen van verdachte dat hij het oogmerk had om aangeefster te dwingen om contact met hem te hebben en om haar vrees aan te jagen.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde belaging.