ECLI:NL:RBMNE:2020:3244

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juli 2020
Publicatiedatum
12 augustus 2020
Zaaknummer
C/16/506549 / FA RK 20-4414
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 29 juli 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van 27 juli 2020, waarbij een crisismaatregel was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling telefonisch laten plaatsvinden vanwege de coronamaatregelen. Tijdens deze behandeling waren de advocaat van de betrokkene, mr. M.I. Tonk, en een psychiater aanwezig, terwijl de betrokkene zelf niet in staat was om te verschijnen. De officier van justitie was niet aanwezig bij de behandeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die lijdt aan een bipolaire stemmingsstoornis en ernstige psychotische kenmerken vertoont. De psychiater heeft aangegeven dat voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is om ernstig lichamelijk letsel en psychische schade te voorkomen. De rechtbank heeft de verzoeken van de advocaat om de voortzetting af te wijzen, afgewezen, en heeft besloten om de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor een periode van drie weken. De beschikking bevatte verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. van den Boogaard en is op 4 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/506549 / FA RK 20-4414
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 29 juli 2020,naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.I. Tonk.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 juli 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 27 juli 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 20 juli 2020;
  • de medische verklaring van 27 juli 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvgzz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 juli 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
  • de advocaat van betrokkene, mr. M.I. Tonk;
  • de heer [A] , psychiater.
De advocaat en de psychiater waren in dezelfde ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
1.3.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat was zich te doen horen. De mondelinge behandeling van het verzoek heeft dan ook zonder de aanwezigheid van betrokkene plaatsgevonden.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling verstrekt.

2.De standpunten en de beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
f. onderzoek aan kleding of lichaam;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
De advocaat heeft verzocht het verzoek af te wijzen. Betrokkene wil namelijk naar huis toe.
De psychiater vindt de voortzetting van de crisismaatregel nodig. Betrokkene heeft last van ernstige psychotische kenmerken. Het is nog onduidelijk of deze voortvloeien uit de bipolaire stoornis van betrokkene. De psychiater heeft verzocht de zorgvorm
“insluiten”toe te voegen aan de verplichte zorgvormen.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige immateriële schade en maatschappelijke teloorgang. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een bipolaire stemmingsstoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel de in het dictum genoemde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. De rechtbank zal hierbij
“insluiten”als verplichte zorgvorm toevoegen. Uit de verklaring van de psychiater blijkt dat de behandelaren deze vorm van verplichte zorg nodig hebben in het geval betrokkene motorisch ernstig onrustig gedrag vertoont. De rechtbank zal de verzochte zorgvorm
“onderzoek aan kleding of lichaam”afwijzen, omdat deze volgens de psychiater niet noodzakelijk is. Betrokkene verzet zich tegen de benodigde zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.5.
De in het dictum genoemde vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a.
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b.
beperken van de bewegingsvrijheid;
c.
insluiten;
d.
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
j.
opnemen in een accommodatie.
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 augustus 2020;
- wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is op 29 juli 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. van den Boogaard, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door D. Hendriks als griffier, en op 4 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.