Uitspraak
Bestuursrecht
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres, die zich op 16 maart 2018 ziekmeldde en sinds 15 juni 2018 een Ziektewetuitkering ontving, beroep ingesteld tegen de beëindiging van haar uitkering door het UWV. Het UWV concludeerde na een Eerstejaars Ziektewetbeoordeling dat eiseres haar maatgevende arbeid als verzuimconsulente weer kon uitvoeren, en beëindigde de uitkering per 4 maart 2019. Eiseres voerde aan dat het onderzoek door de verzekeringsartsen onzorgvuldig was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar medische situatie, waaronder PTSS en andere psychische klachten. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV de uitkering terecht had beëindigd. De verzekeringsartsen hadden voldoende informatie verzameld en hun oordeel was niet onjuist. Eiseres had niet aangetoond dat haar klachten haar in staat stelden om haar maatgevende werk niet te verrichten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 6 augustus 2020 door rechter Y.N.M. Rijlaarsdam, in aanwezigheid van griffier M. van der Knijff. Vanwege coronamaatregelen werd de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is.