Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Totstandkoming verzekeringsovereenkomst
600,00(2 punten x tarief € 300,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de commanditaire vennootschap [eiseres] C.V. van [gedaagde] een bedrag van € 5.277,86, bestaande uit een hoofdsom van € 4.448,00, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op een schadevergoeding die [eiseres] heeft uitgekeerd aan een benadeelde na een aanrijding op 14 augustus 2017 in Frankrijk, waarbij een door [eiseres] verzekerde auto betrokken was. [gedaagde] wordt verweten dat hij bij de aanvraag van de verzekering onjuiste informatie heeft verstrekt, waardoor de verzekering niet tot stand had kunnen komen. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding en conclusies van antwoord, repliek en dupliek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de mededelingsplicht heeft geschonden door onjuiste antwoorden te geven op vragen in de verzekeringsaanvraag. Dit leidde tot de conclusie dat de verzekeringsovereenkomst niet geldig was en dat [eiseres] geen uitkering verschuldigd was. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] gerechtigd was het uitgekeerde bedrag van € 4.448,00 terug te vorderen van [gedaagde]. De vordering werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [eiseres]. Het vonnis werd uitgesproken op 12 augustus 2020.