ECLI:NL:RBMNE:2020:3108
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen; bestuursrechter verklaart zich onbevoegd
Op 20 juli 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres beroep aantekende tegen het niet tijdig beslissen door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. Eiseres had verzocht om geen beslag te leggen op haar inkomen of in ieder geval om uitstel van drie maanden te krijgen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat onder een besluit, zoals gedefinieerd in artikel 1:3 van de Awb, een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan valt. Echter, volgens artikel 8:5 van de Awb kan er geen beroep worden ingesteld tegen besluiten die zijn genomen op grond van de Invorderingswet 1990, met enkele uitzonderingen. Eiseres richtte haar beroep tegen de kennisgeving van de beslaglegging op een gedeelte van haar inkomen, maar de rechtbank stelt vast dat zij niet bevoegd is om hierover te oordelen. Eiseres kan in plaats daarvan een verzetschrift indienen bij de civiele rechter.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het beroep. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is.