Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juli 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
25 juli 2019 (het bestreden besluit).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 30 juli 2020, wordt het beroep van de Stichting Beheer Historische Groenmonumenten Utrechtse Heuvelrug tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug behandeld. Het bestreden besluit werd op 25 juli 2019 bekendgemaakt, maar eiseres heeft haar beroepschrift pas op 10 september 2019 ingediend, wat te laat is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn van zes weken, zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), niet is nageleefd. Eiseres stelde dat het besluit op 26 juli 2019 was verzonden, waardoor de termijn op 6 september 2019 zou eindigen. De rechtbank oordeelt echter dat, zelfs als deze veronderstelling juist zou zijn, het beroepschrift alsnog te laat is ingediend.
Eiseres voerde aan dat er sprake was van een verschoonbare reden, omdat de toenmalige gemachtigde de huidige gemachtigde niet tijdig op de hoogte had gesteld van het bestreden besluit. De rechtbank oordeelt echter dat deze omstandigheid voor risico van eiseres komt en geen verschoonbare reden vormt. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier M. Bos, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen.