ECLI:NL:RBMNE:2020:3087
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 7 juli 2020, wordt het beroep van eiseres, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad behandeld. De zaak betreft het beroep tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 18 oktober 2019. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat zij van mening is dat er voldoende informatie beschikbaar is om zonder zitting uitspraak te doen. De reden hiervoor is dat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald, wat de rechtbank verhindert om de zaak inhoudelijk te behandelen.
De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) iemand die in beroep gaat, griffierecht moet betalen. In dit geval bedraagt het griffierecht € 345,-. De rechtbank heeft eiseres op 23 december 2019 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor deze vertraging, concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan behandelen en er geen aanleiding is voor een vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting, maar zal, indien nodig, alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dit weer mogelijk is.