ECLI:NL:RBMNE:2020:3083
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 7 juli 2020, wordt het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad behandeld. Eiseres had beroep aangetekend tegen een beslissing van de gemeente, maar had het verschuldigde griffierecht van € 47,- niet op tijd betaald. De rechtbank oordeelt dat zij voldoende informatie heeft om zonder zitting uitspraak te doen, aangezien het griffierecht niet tijdig is voldaan. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiseres op 23 december 2019 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor de late betaling, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een vergoeding van de proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.