ECLI:NL:RBMNE:2020:3081
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 7 juli 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van eiseres tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort. Eiseres had beroep aangetekend tegen een uitspraak op bezwaar van de verweerder van 29 oktober 2019. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat zij voldoende informatie had om zonder zitting uitspraak te doen. De reden hiervoor was dat eiseres het griffierecht niet op tijd had betaald, wat een vereiste is voor het indienen van een beroep volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het griffierecht in deze zaak bedroeg € 47,-.
De rechtbank heeft eiseres op 23 december 2019 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd had ontvangen en eiseres geen geldige reden had gegeven voor de late betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.