ECLI:NL:RBMNE:2020:3080
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 7 juli 2020, wordt het beroep van eiseres, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad behandeld. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat zij van mening is dat er voldoende informatie beschikbaar is om zonder zitting uitspraak te doen. De reden hiervoor is dat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald, wat de rechtbank verhindert om de zaak inhoudelijk te behandelen.
De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het betalen van griffierecht een vereiste is voor het indienen van een beroep. In dit geval bedraagt het griffierecht € 345,-. De rechtbank heeft eiseres op 23 december 2019 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor deze vertraging, concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.