ECLI:NL:RBMNE:2020:3079
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 7 juli 2020, wordt het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht behandeld. Eiseres had het griffierecht van € 47,- niet op tijd betaald, wat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een vereiste is voor het indienen van een beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat zij voldoende informatie had om zonder zitting uitspraak te doen. Eiseres had op 16 november 2019 een aangetekende brief ontvangen waarin zij werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien het griffierecht niet tijdig was ontvangen en eiseres geen geldige reden had gegeven voor de late betaling, verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.