ECLI:NL:RBMNE:2020:3077
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 7 juli 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres] B.V. en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. Deze uitspraak betreft het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 1 augustus 2019. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat zij van mening is dat er voldoende informatie beschikbaar is om zonder zitting uitspraak te doen. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald, wat de rechtbank verhindert om de zaak inhoudelijk te behandelen.
Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedraagt het griffierecht € 345,-. De rechtbank heeft eiseres op 21 oktober 2019 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor de niet-betaling, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen en er geen aanleiding is voor een vergoeding van de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van P.W. Hogenbirk, griffier. Vanwege de maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet op een openbare zitting uitgesproken. Zodra het weer mogelijk is, zal de uitspraak alsnog openbaar worden uitgesproken.