Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Bij besluit van 20 augustus 2019 (toekenningsbesluit) is aan eiser een bedrag van € 2.500,- vertrekt aan bijzondere bijstand voor inrichtingskosten.
€ 1.241,99, niet met (acceptabele) nota’s is verantwoord en daarom wordt teruggevorderd.
Eiser voert in beroep voorts aan dat hij veel meer heeft uitgegeven dan hij achteraf met bonnetjes inzichtelijk heeft kunnen maken. De reden dat hij niet alle bonnen heeft bewaard, is gelegen in het feit dat hij het toekenningsbesluit pas veel later heeft ontvangen, namelijk door tussenkomst van de Stichting Tussenvoorziening. Dat hij niet met bonnetjes alle kosten inzichtelijk heeft gemaakt, kan eiser daarom in redelijkheid niet worden tegengeworpen.
Uit het voorgaande volgt dat de beroepsgrond dat eiser niet kan worden tegengeworpen dat hij niet alle aanschafbonnen heeft bewaard en dus ook niet heeft overgelegd, niet slaagt.