ECLI:NL:RBMNE:2020:2996

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
29 juli 2020
Zaaknummer
C/16/499093 / FL RK 20-470
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg na second opinion door psychiater en AVG-arts

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 juli 2020 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank had eerder op 22 april 2020 een zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, waarbij een second opinion door een psychiater en een arts verstandelijk gehandicapten (AVG-arts) werd gevraagd. De rechtbank ontving rapporten van beide deskundigen, waarin werd geconcludeerd dat de betrokkene, geboren in 1985 en verblijvende in een instelling, een psychische stoornis vertoont in de vorm van schizofrenie, gecombineerd met een verstandelijke beperking. Tijdens de zitting op 22 juli 2020, die telefonisch plaatsvond vanwege coronamaatregelen, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, de mentor en de psychiater. De advocaat van de betrokkene stelde dat hij niet langer in de instelling wilde blijven en naar zijn moeder wilde terugkeren, maar de deskundigen wezen op de onveiligheid van deze situatie en de noodzaak van een plaatsing in een Wzd-plek. De rechtbank overwoog dat er sprake was van ernstig nadeel door de psychische stoornis van de betrokkene, en dat er geen minder bezwarende alternatieven waren voor verplichte zorg. De rechtbank verleende daarom de zorgmachtiging voor de duur van drie maanden, tot en met 22 oktober 2020, met specifieke vormen van verplichte zorg zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter P.K. Nihot en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer C/16/499093 FL RK 20-470
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 22 juli 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] , afdeling [naam afdeling] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. F.L. Lischer.

1.Procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft op 22 april 2020 een zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden tot en met 22 juli 2020. Het meer of anders gevraagde heeft de rechtbank aangehouden. De rechtbank heeft in de beschikking van 22 april 2020 een nieuwe beoordeling (second opinion) gevraagd van een deskundige. Voor het verdere procesverloop en een toelichting op deze nieuwe beoordeling wordt verwezen naar de beschikking van 22 april 2020.
1.2.
De rechtbank heeft naderhand kennisgenomen van een rapport van de heer [A] , psychiater, van 3 juni 2020. De psychiater heeft betrokkene onderzocht en antwoord gegeven op de gestelde vragen zoals genoemd in de beschikking van 22 april 2020. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van een rapport van mevrouw [B] , arts verstandelijk gehandicapten (AVG-arts), van 15 juni 2020. De AVG-arts heeft betrokkene eveneens onderzocht en antwoord gegeven op de voor haar bestemde vragen van de beschikking van 22 april 2020.
1.3.
De rechtbank heeft vervolgens het aangehouden deel van het verzoek behandeld op de zitting van 22 juli 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak via Skype gehoord:
- betrokkene,
- mr. F.L. Lischer, advocaat betrokkene,
- mevrouw [C] , mentor,
- mevrouw [D] , verpleegkundig specialist,
- de heer [A] , psychiater.
De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Lelystad.
1.4.
De rechtbank heeft op de dag van de mondelinge behandeling om 15:00 uur mondeling uitspraak gedaan en deze meegedeeld aan de advocaat en aan de instelling.

2.Beoordeling

2.1.
De Standpunten
De advocaat heeft ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene vindt dat het wel oké met hem gaat. Betrokkene wil niet langer blijven binnen de instelling. Hij wil graag naar zijn moeder en een zinvolle dagbesteding hebben. Vanuit de thuissituatie bij zijn moeder kan hij toewerken naar een eigen plek. De schizofrene stoornis is op dit moment niet aan de orde. Uit de rapporten van de deskundigen komt naar voren dat een plaatsing in het Wet zorg en dwang (Wzd) kader voorliggend is. Daar zijn op dit moment wachtlijsten. Het kan niet zo zijn dat betrokkene moet blijven binnen de GGZ totdat hij geplaatst is op een Wzd-plek.
De verpleegkundig specialist heeft ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene binnen de huidige instelling onstabiel is. Er is sprake van een psychotisch beeld. Betrokkene laat grensoverschrijdend, agressief en seksueel ontremd gedrag zien. Hij kan absoluut niet terugkeren naar huis. Het toestandsbeeld van betrokkene zal dan opnieuw verslechteren. Moeder heeft geen positieve invloed op betrokkene. De onderzoeken van de twee deskundigen zijn duidelijk. Betrokkene moet geplaatst worden op een Wzd-plek.
De mentor heeft ter zitting naar voren gebracht dat de schizofrene stoornis wel degelijk aanwezig is. Het rapport van de psychiater is hierover duidelijk. De Wvggz kan daarom ook nu nog toegepast worden. Uit het verslag van de AVG-arts komt naar voren dat de licht verstandelijke beperking weliswaar voorliggend is, maar dat er ook sprake is van schizofrenie. Betrokkene kan niet naar huis. De stabiele en onstabiele perioden bij betrokkene wisselen elkaar snel af. Het verslag van de AVG-arts moet nog worden ingediend bij het CIZ ter beoordeling van een eventuele aanvraag tot een Wzd machtiging. De mentor heeft in de omgeving onderzocht welke Wzd-plekken er zijn waar betrokkene geplaatst kan worden.
De psychiater heeft ter zitting toegelicht dat er binnen de huidige instelling waar betrokkene verblijft geen Wzd-plekken zijn. In de omgeving kan er wel gezocht worden naar een Wzd- accommodatie. Door wachtlijsten is er vooralsnog geen plek beschikbaar. Verder heeft de psychiater zich aangesloten bij de standpunten van de verpleegkundig specialist en de mentor.
2.2.
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit de rapporten van de deskundigen blijkt dat er bij betrokkene sprake is van een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en dat ook sprake is van een verstandelijke beperking. Er is derhalve sprake van multiproblematiek. Dit staat er echter niet aan in de weg dat betrokkene ook op grond van de Wvggz kan worden behandeld. Daar komt bij dat in principe slechts één wettelijk kader tegelijk van toepassing kan zijn. Uitgangspunt is wel dat betrokkene zorg ontvangt op de juiste plek. Op basis van het verslag van de AVG-arts lijkt de zorgbehoefte van betrokkene, gegeven het op de voorgrond liggen van de verstandelijke beperking, meer te liggen op het gebied van de zorg in het kader van de Wzd. De rechtbank acht doorgeleiding naar dit regime voor de hand te liggen. De geneesheer-directeur kan namens de zorgaanbieder die betrokkene feitelijke zorg verleent een aanvraag indienen bij het CIZ voor een rechterlijke machtiging (tot opname). Het CIZ zal eigenstandig moeten beoordelen of wordt voldaan aan de criteria van Wzd (tot onvrijwillige opname). De rechtbank is echter thans van oordeel dat vooralsnog leidend is het principe dat er continuïteit is in de zorg die er al wordt geboden. Daartoe dient, nu het hier gaat om verplichte zorg en gedwongen opname, te worden getoetst aan de wettelijke vereisten van de Wvggz die daartoe worden gesteld, waarbij naast de vaststelling van de stoornis ook sprake moet zijn van daaruit voortkomend ernstig nadeel.
2.3.
De psychische stoornis in de vorm van schizofrenie leidt naar het oordeel van de rechtbank tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstige psychische schade van betrokkene of een ander;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Gesteld wordt echter voorts dat betrokkene tevens bekend is met een verstandelijk beperking.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er na de onderzoeken nog steeds geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank zal daarom ook het aangehouden deel van het verzoek toewijzen, evenals de hierna in de beslissing vermelde vormen van verplichte zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van drie maanden tot en met 22 oktober 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1985,
voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen medicatie, alsmede het verrichten van medische controles
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 oktober 2020.
Deze beschikking is op 22 juli 2020 mondeling gegeven door mr. P.K. Nihot, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.