ECLI:NL:RBMNE:2020:2909
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van opslagplaats op basis van vergelijkingsmethode
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de heffingsambtenaar van de gemeente [plaatsnaam] over de vastgestelde WOZ-waarde van een opslagplaats. De waarde van de onroerende zaak aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding 1/letteraanduiding] in [plaatsnaam] was vastgesteld op € 38.000,-- per waardepeildatum 1 januari 2018. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door verweerder. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De zitting vond plaats op 9 juni 2020 via Skype, waarbij de gemachtigden van beide partijen en de taxateur van verweerder aanwezig waren. Eiseres betoogde dat de waarde te hoog was en stelde een lagere waarde van € 29.000,-- voor. Verweerder verdedigde de vastgestelde waarde door gebruik te maken van de vergelijkingsmethode, waarbij verkoopgegevens van vergelijkbare onroerende zaken werden gepresenteerd.
De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had aangetoond dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De taxatiematrix en de toelichting van de taxateur werden als voldoende onderbouwing beschouwd. Eiseres' argumenten werden niet overtuigend geacht, en de rechtbank concludeerde dat de WOZ-waarde correct was vastgesteld. Het beroep werd ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.