In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 juli 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 2 augustus 2018 en is sindsdien steeds verlengd. De kinderrechter ontving op 29 mei 2020 een verzoek van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (hierna: de GI) om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. Dit verzoek werd besproken tijdens een mondelinge behandeling op 16 juli 2020, waarbij zowel de ouders als hun advocaten aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag over [minderjarige] uitoefenen, maar dat de situatie ernstig is. De moeder en [minderjarige] verblijven in een safe house vanwege de dreiging van de vader, die bekend staat om zijn agressie. De kinderrechter heeft geconstateerd dat [minderjarige] getraumatiseerd is door eerdere mishandelingen en dat er nog steeds zorgen zijn over zijn ontwikkeling. Hij vertoont symptomen zoals slaapproblemen, woedeaanvallen en een spraak- en taalachterstand. De ouders zijn niet in staat om zelfstandig afspraken te maken over de zorg voor [minderjarige], wat de noodzaak voor de verlenging van de ondertoezichtstelling onderstreept.
De kinderrechter heeft het verzoek van de GI toegewezen en de ondertoezichtstelling verlengd tot 2 augustus 2021. De kinderrechter benadrukt het belang van voortdurende hulpverlening om [minderjarige] en zijn moeder te ondersteunen bij het verwerken van hun trauma's. De GI zal een onafhankelijke rol innemen tussen de ouders om de communicatie te faciliteren en te onderzoeken of contactherstel tussen de vader en [minderjarige] mogelijk is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.