ECLI:NL:RBMNE:2020:2896

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
22 juli 2020
Zaaknummer
C/16/505228 / JE RK 20-1353
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de uithuisplaatsing van een zelfbepalende minderjarige in een veilige omgeving

In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 juli 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [voornaam van minderjarige]. De minderjarige staat onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) sinds 9 februari 2019, en de ondertoezichtstelling is herhaaldelijk verlengd. De GI heeft verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 21 augustus 2020. De kinderrechter had eerder op 3 juli 2020 al een gedeeltelijke machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een periode van vier weken.

Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juli 2020 werd besproken dat [voornaam van minderjarige] momenteel verblijft bij het gezin van een vriendin. De ouders van [voornaam van minderjarige] steunen het verzoek van de GI om de uithuisplaatsing te verlengen tot het einde van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft [voornaam van minderjarige] om haar mening gevraagd, en zij heeft aangegeven dat zij ook graag bij het gezin van de vriendin wil blijven.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de voorwaarden voor een machtiging tot uithuisplaatsing zijn vervuld. [voornaam van minderjarige] is al meerdere keren uit huis geplaatst, en telkens escaleert de situatie bij de ouders. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen van 31 juli 2020 tot 21 augustus 2020, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
Zaakgegevens : C/16/505228 / JE RK 20-1353
datum uitspraak: 16 juli 2020

beschikking uithuisplaatsing

in de zaak van:
de gecertificeerde instelling
De Jeugd- & Gezinsbeschermers, gevestigd in [vestigingsplaats] , hierna: de GI
over:
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005 in [geboorteplaats] , hierna: [voornaam van minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] , wonende in [woonplaats 1] , hierna: de vader

[belanghebbende 2] , wonende in [woonplaats 2] , hierna: de moeder.

De procedure

De kinderrechter heeft bij beschikking van 3 juli 2020 een beslissing genomen in deze procedure. Voor het verloop van de procedure tot dat moment wordt naar die beschikking verwezen. Daarna heeft de kinderrechter op 14 juli 2020 een e-mail van de GI ontvangen en op 15 juli 2020 een e-mail van de vader.
Het verzoek van de GI is vervolgens besproken tijdens een mondelinge behandeling op
16 juli 2020. Hierbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder;
- de heer [A] namens de GI.
De kinderrechter heeft [voornaam van minderjarige] om haar mening gevraagd. [voornaam van minderjarige] heeft de kinderrechter op
14 juli 2020 via een e-mail van de GI laten weten wat zij van het verzoek van de GI vindt.

Waar gaat het over?

Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders. Dat betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over [voornaam van minderjarige] moeten nemen.
[voornaam van minderjarige] staat onder toezicht van de GI sinds 9 februari 2019. De ondertoezichtstelling is steeds verlengd en loopt tot 21 augustus 2020.
De GI heeft de kinderrechter gevraagd om voor [voornaam van minderjarige] een machtiging uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulp te verlenen voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft bij de voornoemde beschikking van 3 juli 2020 in deze procedure al voor een gedeelte een beslissing genomen op dit verzoek van de GI. De kinderrechter heeft in die beschikking besloten om voor [voornaam van minderjarige] een machtiging uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van 4 weken van 3 juli 2020 tot 31 juli 2020. De kinderrechter moet nu nog een beslissing nemen op het overige deel van het verzoek. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI gezegd dat zij haar verzoek wijzigt en een machtiging uithuisplaatsing verzoekt voor de duur van de ondertoezichtstelling.
[voornaam van minderjarige] verblijft nu in het gezin van een vriendin. De ouders zijn het met het verzoek van de GI eens en willen dat GI in dat gezin blijft tot het einde van de ondertoezichtstelling, dus tot 21 augustus 2020. [voornaam van minderjarige] wil ook het liefste bij het gezin van die vriendin verblijven.

Wat vindt de kinderrechter?

De kinderrechter wijst het verzoek toe omdat wordt voldaan aan de voorwaarden voor een machtiging uithuisplaatsing. [1] [voornaam van minderjarige] is al meerdere keren uit huis geplaatst. Steeds als zij terug komt bij (een van) de ouders gaat het mis. [voornaam van minderjarige] is zelfbepalend en het lukt de ouders niet om grip op haar te krijgen waardoor de situatie bij haar ouders steeds escaleert. Hierdoor komt [voornaam van minderjarige] in onveilige situaties terecht. [voornaam van minderjarige] kan daarom nu niet bij een van haar ouders wonen.
Op dit moment verblijft [voornaam van minderjarige] – zoals gezegd - in het gezin van een vriendin. De coach van [voornaam van minderjarige] en de GI zeggen dat de omgeving daar veilig en rustig lijkt voor [voornaam van minderjarige] . Vanuit deze plek kan de GI samen met [voornaam van minderjarige] en de ouders zoeken naar een structurele verblijfplaats van waaruit behandeling gestart kan worden.
Op de mondelinge behandeling is gebleken dat de GI een verlenging van de ondertoezichtstelling zal verzoeken. Ouders zijn het daar mee eens. Er is verschil van inzicht wat de beste verblijfsplek voor [voornaam van minderjarige] zal zijn na 21 augustus 2020 en wat er nog meer nodig is voor haar ontwikkeling.
De beslissing
De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder, met ingang van 31 juli 2020 tot 21 augustus 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2020 door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.A.H. Verhoeven als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 juli 2020.

Voetnoten

1.Artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek.