ECLI:NL:RBMNE:2020:2880
Rechtbank Midden-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis in kort geding over schorsing van executiemaatregelen tussen broers
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, hebben twee broers een geschil over de executie van een arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden. De eiser, die betwist dat er dwangsommen zijn verbeurd, heeft een kort geding aangespannen om de executiemaatregelen van de gedaagde te schorsen. De gedaagde heeft op basis van een eerder arrest executiemaatregelen getroffen, maar de eiser stelt dat deze onterecht zijn. De voorzieningenrechter heeft op 28 april 2020 een voorlopige maatregel getroffen, waarbij de executie van het arrest is geschorst totdat er een beslissing in het kort geding is genomen. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van de eiser om een rechterlijk oordeel te krijgen over het executiegeschil zwaarder weegt dan het belang van de gedaagde bij voortzetting van de executie. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de executie van het arrest en de begrotingsbeschikking te schorsen totdat er een definitieve uitspraak in deze kort gedingprocedure is gedaan. Dit tussenvonnis is op 29 april 2020 gewezen en op schrift gesteld op 1 mei 2020.