In deze zaak vordert de eiseres, een maatschap van dierenartsen, betaling van een factuur van € 1.988,00 voor een spoedoperatie aan de hond van de gedaagde. De operatie vond plaats op 5 oktober 2019, waarbij de hond werd gesteriliseerd en een navelbreuk werd hersteld. De gedaagde heeft slechts een deel van de factuur betaald, namelijk € 1.270,75, en weigert het resterende bedrag te voldoen. De eiseres stelt dat de gedaagde ten onrechte niet het volledige bedrag heeft betaald, omdat de operatie in het weekend plaatsvond en de kliniek speciaal voor haar is geopend. De gedaagde voert als verweer aan dat de factuur onjuist is en dat zij recht heeft op verrekening met een spaarplan bij de dierenkliniek. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht en dat de gedaagde een redelijk loon verschuldigd is voor de verrichte werkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering van de eiseres tot betaling van het resterende factuurbedrag van € 717,25 toe, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.