Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[vennootschap],
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 26 mei 2020 met 23 producties
- het bericht van Brein dat de procedure tegen de tweede gedaagde partij in de dagvaarding wordt ingetrokken
- de aanvullende producties 24 en 25 van Brein
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Brein
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.Waar gaat het om?
[website 1] .tven
[website 2] .tv. Deze websites zijn uit de lucht gehaald nadat de katvanger was ontmaskerd. Maar volgens Brein probeert [gedaagde] het nu weer. Zij stelt dat [gedaagde] via de websites
[website 3] .tven
[website 4]wederom IPTV-pakketten verkoopt, die toegang bieden tot illegale content. Hoewel op de contactpagina van de beide websites ene [A] uit [woonplaats] als eigenaar staat vermeld, denkt Brein dat [gedaagde] degene is die feitelijk verantwoordelijk is voor de websites.
3.De beoordeling
Ontvankelijkheid Brein
[website 3] .tven
[website 4]IPTV-pakketten worden verkocht, die toegang bieden tot ongeautoriseerde content. De voorzieningenrechter vindt dat in het kader van dit kort geding voldoende aannemelijk geworden; de inbreuk staat dus vast.
[B] @gmail.com. [gedaagde] heeft erkend dat hij dit e-mailadres heeft aangemaakt en verantwoordelijk is voor de betalingen.
@protonmail.com. Via dit e-mailadres worden de IPTV-pakketten verstrekt. [gedaagde] heeft erkend dat hij achter het YouTube account van [B] zit.
[domeinnaam] .nlstaat op hetzelfde IP-adres als
[website 3] .tv.
[website 3] .tven
[website 4]zit en dat hij direct betrokken is geweest bij het aanbieden en verkopen van de IPTV-pakketten. Brein heeft gedetailleerd weergegeven en met stukken onderbouwd waaruit volgens haar de betrokkenheid van [gedaagde] blijkt. Daar is door [gedaagde] onvoldoende (gemotiveerd en onderbouwd) tegenover gesteld. [gedaagde] stelt dat hij (op verzoek) alleen als ‘doorgeefluik’ heeft geopereerd voor het betalingsverkeer ten aanzien van deze websites, maar dat verklaart nog niet de overige door Brein genoemde zaken. Zoals bijvoorbeeld het IP-adres waarop zowel
[website 3] .tvals de door [gedaagde] geregistreerde domeinnaam
[domeinnaam] .nlstaat (zie 3.8 onder e). [gedaagde] heeft ook niets overgelegd waaruit blijkt dat het geld dat via zijn Paypal-account binnenkomt vervolgens naar een derde gaat. Hij heeft zijn stellingen op geen enkele wijze met stukken onderbouwd of geconcretiseerd. Ook de overige door Brein opgeworpen punten worden door [gedaagde] bloot betwist, zonder dat hij dit met stukken heeft onderbouwd of (voldoende) heeft geconcretiseerd. Daarbij komt dat [gedaagde] ter zitting op vragen van de voorzieningenrechter geen duidelijk, concreet antwoord heeft gegeven over zijn rol in het geheel. Dit alles in onderling verband en samenhang bezien maakt dat de voorzieningenrechter vindt dat het voldoende aannemelijk is dat [gedaagde] direct betrokken is bij de websites [website 3] .tv en [website 4] en de verkoop van IPTV-pakketten, waarmee toegang wordt verkregen tot ongeautoriseerde content. Daarmee maakt [gedaagde] inbreuk op de auteursrechten en naburige rechten van de rechthebbenden.
Voor het opleggen van een dwangsom bestaat voldoende grond. Wel zal deze gematigd worden op de op de manier zoals omschreven in 4.4.