ECLI:NL:RBMNE:2020:2767

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
C/16/504628 / FA RK 20-3790
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op basis van Wvggz met betrekking tot psychische stoornis

Op 10 juli 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 25 juni 2020 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging ten aanzien van een betrokkene, geboren in 1976, die verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling telefonisch laten plaatsvinden vanwege de coronamaatregelen. Tijdens de behandeling zijn de betrokkene en zijn advocaat, mr. E.J. Bakker, gehoord, evenals een verpleegkundig specialist. De betrokkene gaf aan dat het goed met hem ging en dat hij bereid was tot vrijwillige behandeling, maar de verpleegkundig specialist benadrukte dat er nog steeds sprake was van een psychotisch toestandsbeeld en dat er onvoldoende basis was voor vrijwillige zorg.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor zijn welzijn en de veiligheid van anderen. Gezien het ontbreken van mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, heeft de rechtbank besloten om de zorgmachtiging te verlenen voor de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 10 januari 2021. De rechtbank oordeelde dat de verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/504628 / FA RK 20-3790
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 10 juli 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. E.J. Bakker.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 25 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 23 juni 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz;
- de strafvorderlijke en justitiegegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 juli 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden.
1.3.
Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling
Rechtspraak telefonisch gehoord:
- de betrokkene, bijgestaan door mr. E.J. Bakker,
- mevrouw [A] , verpleegkundig specialist in opleiding (hierna: de verpleegkundig specialist).
Alle personen waren in dezelfde ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en per e-mail een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt. Op 13 juli 2020 heeft de rechtbank een herstel van deze kennisgeving mondelinge uitspraak per e-mail verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
De verpleegkundig specialist heeft verklaard dat het toedienen van vocht en voeding onder a, niet meer nodig is.
2.2.
Betrokkene heeft verklaard dat het goed met hem gaat. Hij is tevreden over het personeel en de behandeling die hij krijgt. Betrokkene neemt zijn medicatie en stelt zich meewerkend op waardoor een zorgmachtiging volgens hem niet nodig is. De advocaat van betrokkene pleit daarom voor afwijzing van het verzoek. Betrokkene is bereid vrijwillig behandeling te accepteren.
2.3.
De verpleegkundig specialist heeft gepleit voor een zorgmachtiging. Er is nog steeds sprake van een psychotisch toestandsbeeld. De overtuigingen en wanen die betrokkene heeft gehad tijdens de decompensatie zijn nog steeds aanwezig. Inmiddels is behandeling met medicatie gestart, maar zullen er eerst afspraken gemaakt moeten worden om deze ook in de thuissituatie voort te zetten. Volgens de verpleegkundig specialist is er onvoldoende basis voor vrijwillige behandeling. Daarnaast bestaat nog steeds het risico op maatschappelijke teloorgang vanwege de ernstige vervuiling in het huis van betrokkene.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.5.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen zodat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.7.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding onder a.
2.8.
De rechtbank is van oordeel dat een zorgmachtiging nodig is om betrokkene langer op te kunnen nemen. Gelet op de verklaring van de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling zullen er eerst afspraken gemaakt moeten worden voordat betrokkene met ontslag kan gaan. De rechtbank acht het positief dat betrokkene bereid is vrijwillig zijn medewerking te verlenen. Anders dan de advocaat van betrokkene is de rechtbank van oordeel dat deze vrijwilligheid onvoldoende consistent is. Hierbij merkt de rechtbank op dat het ambulante traject nog op poten moet worden gezet en dat dan pas aan de behandelrelatie kan worden gewerkt. De zorgmachtiging is bedoeld als stok achter de deur waarbij betrokkene medicatie volgens voorschrift dient in te nemen en medewerking verleent aan controles op gebruik van middelen. In het kader van het risico op maatschappelijke teloorgang is het ook van belang dat betrokkene in gesprek blijft over zijn woning.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 10 januari 2021.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het
gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 januari 2021;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 10 juli 2020 mondeling gegeven door mr. M.E.A. Braeken, [kinder]rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door N.L.J. Hitijahubessij als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 15 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.