ECLI:NL:RBMNE:2020:2752
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Heffing van leges voor het plaatsen van een schutting en de rechtmatigheid daarvan
In deze zaak gaat het om de heffing van leges door de gemeente IJsselstein voor het plaatsen van een schutting door eiser. Eiser had op 24 juli 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd, welke werd verleend door het college van burgemeester en wethouders. Voor het in behandeling nemen van deze aanvraag heeft de gemeente leges van € 577,04 in rekening gebracht. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze leges, wat leidde tot een ongegrondverklaring van zijn bezwaar door verweerder op 2 oktober 2019. Eiser heeft hierop beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffing van leges terecht was, omdat de wetgeving omtrent leges en bestemmingsplannen was gewijzigd. Tot 1 juli 2018 gold er een legessanctie voor bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar, waardoor in eerdere gevallen geen leges waren geheven. Echter, na deze datum was de legessanctie vervallen, waardoor de gemeente weer leges kon heffen voor aanvragen die na deze datum werden ingediend. De rechtbank oordeelde dat de hoogte van de leges in overeenstemming was met de legesverordening van de gemeente en dat de korting van 25% die was toegepast ook correct was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 15 juli 2020 door rechter E.M. van der Linde, in aanwezigheid van griffier E. Sloots. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.