Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1956, te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg, zoals verzocht onder 2.1:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juni 2020 een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene, geboren in 1956, die lijdt aan een bipolaire stoornis. De officier van justitie had verzocht om deze zorgmachtiging als vorm van verplichte zorg, met als doel de vrijheid van betrokkene te beperken, met name het besturen van zijn auto. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling telefonisch laten plaatsvinden vanwege coronamaatregelen, waarbij betrokkene, zijn psychiater en zijn advocaat zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene zonder een juridisch kader zich zal onttrekken aan zorg, wat leidt tot ernstig nadeel in de vorm van risico op lichamelijk letsel en psychische schade.
De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg toegewezen, waarbij onderscheid is gemaakt tussen ambulante en klinische zorg. De rechtbank oordeelt dat de ambulante zorg eerst moet worden toegepast, en dat andere vormen van zorg pas mogen worden ingezet als de ambulante zorg niet meer voldoende is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot 2 december 2020. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verzochte zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door rechter E.A.A. van Kalveen en is op 12 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt.