ECLI:NL:RBMNE:2020:2730

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 juli 2020
Publicatiedatum
14 juli 2020
Zaaknummer
07-607398-06
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar in een strafzaak met pedofilie

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 juli 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, geboren in 1942, die in 2008 ter beschikking is gesteld wegens het plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden de zestien jaar. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar in overweging genomen, maar uiteindelijk besloten om de maatregel met één jaar te verlengen. De rechtbank baseerde haar beslissing op verschillende rapportages, waaronder die van de inrichting waar de betrokkene verblijft, en de deskundigen die de situatie van de betrokkene hebben beoordeeld. De deskundigen gaven aan dat er sprake is van pedofilie en dat het recidiverisico hoog is bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de zaak aan te houden voor een rapport over proefverlof afgewezen, omdat zij zich voldoende voorgelicht achtte. De rechtbank benadrukte dat de huidige verlofmogelijkheden nog niet volledig zijn benut en dat er gekeken moet worden naar de mogelijkheden voor proefverlof in de toekomst.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 07/607398-06
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling van 6 juli 2020
In de zaak van de officier van justitie tegen
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1942 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [instelling 1] te [plaatsnaam 1] / [instelling 2] te [plaatsnaam 2] ,
verder te noemen: betrokkene
advocaat mr. M.G. Doornbos te Assen
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd.
Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 juni 2008 waarbij de betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege vanwege het met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 1 juli 2008;
- de beslissing van deze rechtbank van 2 juli 2018 waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de tussenbeslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 november 2018;
- de beslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 december 2018, waarbij de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 2 juli 2018 is bevestigd;
- de vordering van de officier van justitie van 27 mei 2020, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van de [instelling 1] van 1 mei 2020, opgemaakt door [A] (psychiater, directeur behandelzaken en plaatsvervangend hoofd van de inrichting) en [B] (GZ-psycholoog in opleiding tot specialist, en behandelcoördinator), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 30 april 2020, opgemaakt door [C] , psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 16 april 2020, opgemaakt door [D] , klinisch psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode november 2019 tot en met maart 2020.

2.De procesgang

Betrokkene is bij vonnis van de Rechtbank Zwolle-Lelystad van 17 april 2007 ter
beschikking gesteld met bevel verpleging van overheidswege wegens het meermalen met
iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen. De
oplegging van deze maatregel is bevestigd bij arrest van het Gerechtshof te Arnhem,
nevenzittingsplaats Leeuwarden van 16 juni 2008. De termijn van de terbeschikkingstelling
is ingegaan op 1 juli 2008. De maatregel is laatstelijk met twee jaar verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 2 juli 2018, welke beslissing door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 december 2018 werd bevestigd, zodat de maatregel zonder nadere voorziening eindigt op 1 juli 2020.
Het openbaar ministerie heeft op 27 mei 2020 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaar. Bij die vordering zijn de door de wet voorgeschreven stukken overgelegd.
Betrokkene, bijgestaan door mr. M.G. Doornbos te Assen, en de officier van justitie mr. E. ter Braak, zijn op 22 juni 2020 in raadkamer in het openbaar gehoord. Tevens is, via telehoren, als deskundige gehoord [B] , als GZ-psycholoog in opleiding tot specialist en behandelcoördinator verbonden aan [instelling 1] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport en houdt in, zakelijk weergegeven:
Bij betrokkene is sprake van pedofilie van het niet exclusieve type. Daarnaast is er sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vermijdende en narcistische trekken. Betrokkene leidt aan chronische leukemie.
Het recidiverisico in geval van beëindiging van de tbs-maatregel is hoog.
Sinds 1 april 2015 verblijft betrokkene in het kader van transmuraal verlof bij [instelling 2] . Het verblijf verloopt naar wens. Op het terrein heeft betrokkene onbegeleide vrijheden. Hij draagt een enkelband. Doelgerichte semi en/of onbegeleide momenten buiten het terrein worden sterk gekaderd. De vrijheden worden onder voorwaarde van adequaat risicomanagement zeer doelgericht uitgebreid, ter vergroting van de kwaliteit van leven. Via het transmuraal verlof kan hij langdurig in [instelling 2] verblijven. Opname is uitsluitend verantwoord onder het gestelde risicomanagement. In september 2017 is Forensisch Psychiatrisch Toezicht gestart. In mei 2018 heeft de reclassering een positief adviesrapport voor proefverlof uitgebracht. Vanwege het hoge risicoprofiel is er geen intentie om over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging. Bovendien kan betrokkene met een proefverlof niet bij [instelling 2] verblijven. De fase van het proefverlof werd daarom niet noodzakelijk geacht. Hierdoor was ook het Forensisch Psychiatrisch Toezicht niet langer noodzakelijk en dit is in november 2018 gestopt. [instelling 2] heeft eind 2018 aangegeven dat wonen met een voorwaardelijke beëindiging niet helemaal onhaalbaar werd geacht, indien betrokkene zich goed laat begeleiden binnen het proefverlof. In januari 2019 zijn de onbegeleide verloven op meerdere locaties zeer geleidelijk uitgebreid. Betrokkene houdt zich goed aan de afspraken, maar wil veel sneller verruiming. De inrichting houdt desondanks vast aan het standpunt dat niet toegewerkt moet worden naar proefverlof en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De reden hiervoor is gelegen in de onveranderbare seksuele stoornis, de recidive, de schending van voorwaarden in het verleden en het blijvende gebrek aan probleeminzicht, intrinsieke motivatie en zelfcontrole.
De reclassering schat de risico’s lager in dan de inrichting. De inrichting is daarom bezorgd dat er bij een eventueel verlof tot een minder strikt risicomanagement zal worden overgegaan en betrokkene vervalt in delictgedrag.
De inrichting heeft daarom geadviseerd de tbs maatregel met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren.
Ter zitting heeft de deskundige nogmaals bevestigd dat de inrichting de risico’s van een proefverlof te groot vindt. Het transmuraal verlof is heel erg gekaderd. Er is altijd een stok achter de deur. Verruiming van vrijheden binnen het transmuraal verlof is nog mogelijk, maar volgens de deskundige is deze verruiming te beperkt om in te schatten of het ook met minder toezicht goed gaat. De inrichting ziet de huidige situatie van betrokkene als het maximaal haalbare.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De deskundigen hebben eveneens vastgesteld dat betrokkene leidt aan pedofilie van het niet exclusieve type. Zij classificeren echter geen persoonlijkheidsstoornis, omdat problematisch functioneren kan worden verklaard door de pedofilie. Omdat de pedofilie een blijvende seksuele voorkeur is, is er sprake van een chronisch recidiverisico. Een beschermende factor is dat betrokkene nu opener is over het blijvende karakter van zijn voorkeuren en fantasieën en het feit dat hij oprecht lijkt te zijn in zijn wens om recidive te voorkomen. Het is wel nodig om langdurig extern risicomanagement te voeren. Indien de maatregel van tbs wegvalt, zal het recidiverisico niet onmiddellijk hoog zijn. Op den duur loopt het wel op van matig tot hoog. Het risicomanagement moet bestaan uit intensieve en dagelijkse begeleiding en het strikt naleven van beperkingen in vrijheid waarmee de kans op het leren kennen van potentiële slachtoffers en het daaropvolgende grooming verminderen. Vanwege de kwaliteit van leven is het nodig dat hij onbegeleide vrijheden heeft, maar het doel en de duur daarvan moeten telkens kritisch worden bekeken. Elektronische controle heeft daarbij een meerwaarde. Volgens de deskundigen kan het stringente risicomanagement ook in het kader van begeleiding door de reclassering blijvend of langdurig worden toegepast. Het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege hoeft niet te betekenen dat het risicomanagement wordt verslapt en betrokkene veel meer vrijheden krijgt.
Op lange termijn kan het niet invoeren van de reclassering in het kader van een proefverlof riskant blijken op het moment dat de rechtbank vanwege proportionaliteitsprincipe contrair beslist tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Naarmate de reclassering en het FACT-team langer bij de casus betrokken zijn, is de kans kleiner dat het risicomanagement na het uittreden van de kliniek zal verslappen. De deskundigen hebben geadviseerd om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen om binnen dat jaar proefverlof te starten of toe te werken naar proefverlof. Door verlenging met een jaar kan de rechtbank de voortgang van het traject volgen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar gehandhaafd.
Daartoe is aangevoerd dat het rapport van de inrichting duidelijk is. De deskundigen hebben aangegeven dat gekeken moet worden naar proefverlof en eventueel voorwaardelijke beëindiging voor het geval de rechtbank de verlenging niet proportioneel vindt. Proefverlof hoeft volgens de deskundigen niet direct te gebeuren. De ziekelijke stoornis is nog altijd aanwezig evenals het recidiverisico.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair verzocht om de beslissing ten aanzien van de verpleging van overheidswege aan te houden om de reclassering opdracht te geven om een invulling van het proefverlof en een maatregelenrapport op te stellen. De terbeschikkingstelling is gericht op terugkeer in de maatschappij. De beide deskundigen adviseren een verlenging van één jaar om binnen dat jaar een proefverlof te realiseren.
Subsidiair heeft de raadsman gepleit voor een verlenging van de maatregel voor de duur van een jaar. Daartoe is aangevoerd dat betrokkene al vele onbegeleide verloven heeft gehad die zonder problemen goed zijn verlopen. Dit toont aan dat proefverlof en voorwaardelijke beëindiging mogelijk is.
Voorts heeft de raadsman verzocht dat de rechtbank beslist dat de enkelband niet meer nodig is. De enkelband is een buitenproportionele last geworden, door het ’s nachts opladen, ermee moeten slapen en door de storingen.

7.Beoordeling

Maximering
Betrokkene is bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 juni 2008 veroordeeld voor het met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
De Rechtbank Midden-Nederland heeft bij beslissing van 27 juni 2016 overwogen dat de
totale duur van de tbs-maatregel met bevel tot verpleging van overheidswege niet in tijd is
beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportages blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten pedofilie van het niet exclusieve type.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als matig tot hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en de niet aan de inrichting verbonden deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het verzoek tot aanhouden van de zaak om de reclassering een invulling van het proefverlof en een maatregelenrapport te laten opstellen, wordt afgewezen. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht en acht op dit moment een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege niet aan de orde.
In de beslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 december 2018 heeft het hof overwogen dat het ‘gewenst is dat de kliniek voor de volgende verlengingszitting rapporteert over de inspanningen die zijn verricht met het oog op het behoud van behandelperspectief voor de terbeschikkinggestelde, en dat voorts wordt gerapporteerd over de wijze waarop en het kader waarin het risicomanagement van de terbeschikkinggestelde kan worden vormgegeven, daarbij mede zijn vergevorderde leeftijd in ogenschouw nemende.’ De twee deskundigen hebben aangegeven dat kan worden toegewerkt naar proefverlof. De deskundige van de inrichting, [B] , heeft ter zitting aangegeven dat nog niet het maximum is gehaald uit de huidige verlofmogelijkheden.
Onder verwijzing naar deze beslissing van het Gerechtshof en de rapporten van de twee deskundigen, beslist de rechtbank dat de maatregel van terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd en dat moet worden gekeken naar het maximaal haalbare van de huidige verloven en naar de mogelijkheden van een proefverlof.
De raadsman heeft verzocht een beslissing te nemen ten aanzien van de enkelband die betrokkene moet dragen. De rechtbank begrijpt dat dit een heikel punt is voor betrokkene, maar het ligt niet op de weg van de rechtbank om daarover een beslissing te nemen.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

Wijst af het verzoek tot aanhouding teneinde het doen laten opmaken van een rapport over de invulling van proefverlof en een maatregelenrapport.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met een jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. K.G. van de Streek, voorzitter, mrs. M.J.A.L. Beljaars en A.M. Loots, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. T.M. van Zwet, in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2020.
Mrs. M.J.A.L. Beljaars, A.M. Loots en T.M. van Zwet zijn buiten staat om deze beslissing mede te ondertekenen.