ECLI:NL:RBMNE:2020:2687
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens gewapende overval op snackbar met onvoldoende bewijs
Op 10 juli 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een gewapende overval op een snackbar in Veenendaal op 30 maart 2019. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 26 juni 2020, waar de officier van justitie, mr. A. Lobregt, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. E.D. van Elst, hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte twee feiten: de gewapende overval op de snackbar en een poging tot afpersing van een aanwezige persoon.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er op de avond van de overval een gewapende actie heeft plaatsgevonden waarbij de daders de kassa hebben geopend en geld hebben weggenomen, terwijl zij de aanwezigen bedreigden met messen. De verdediging heeft echter betoogd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te koppelen aan de overval, onder andere vanwege tegenstrijdige verklaringen van de getuigen en de aangevers over de kenmerken van de daders en de aangetroffen goederen.
Na zorgvuldige overweging van de bewijsstukken en de verklaringen, concludeerde de rechtbank dat er te veel discrepanties waren tussen de verklaringen van de getuigen en de aangetroffen sporen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de overval, en sprak hem vrij van de tenlastelegging. Tevens werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van het onder feit 1 ten laste gelegde.