ECLI:NL:RBMNE:2020:2685

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
C/16/504468 / KG ZA 20-288
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige behandeling van coronatesten door de Staat en GGD-en tegenover Duits laboratorium

In deze zaak, die op 10 juli 2020 door de Rechtbank Midden-Nederland werd behandeld, staat de vraag centraal of de Staat der Nederlanden en de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD-en) onrechtmatig hebben gehandeld tegenover een in Duitsland gevestigd laboratorium, [eiseres sub 1], bij het gunnen van opdrachten voor het uitvoeren van coronatesten. De eisers, bestaande uit [eiseres sub 1], U-Diagnostics en een aantal huisartsen, stellen dat zij ongelijk worden behandeld in vergelijking met andere laboratoria die coronatesten mogen uitvoeren. Ze beweren dat deze ongelijke behandeling voortkomt uit het feit dat [eiseres sub 1] in Duitsland is gevestigd, wat in strijd zou zijn met Europese beginselen zoals het verbod op discriminatie naar nationaliteit en het beginsel van vrij verkeer van diensten.

De rechtbank heeft de argumenten van de eisers zorgvuldig overwogen. Het oordeel was dat de Staat en de GGD-en niet onrechtmatig hebben gehandeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat de eisers aan de gestelde eisen voor het zelfstandig uitvoeren van coronatesten voldoen, maar dat er geen bewijs is dat de ongelijkheid in behandeling voortkomt uit discriminatie. De Staat heeft gemotiveerd dat de reden voor het niet ontvangen van opdrachten door de eisers te maken heeft met overcapaciteit bij de laboratoria en niet met hun vestigingsplaats.

De vordering van de eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank benadrukte dat de GGD-en en de Staat niet onrechtmatig hebben gehandeld en dat de procedure rondom de toedeling van coronatesten onder de verantwoordelijkheid van de Minister van VWS valt. Dit vonnis heeft belangrijke implicaties voor de uitvoering van coronatesten en de rol van buitenlandse laboratoria in Nederland.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/504468 / KG ZA 20-288
Vonnis in kort geding van 10 juli 2020
in de zaak van
1. de rechtspersoon opgericht naar het recht van Duitsland
[eiseres sub 1] GBRgevestigd te [vestigingsplaats] , Duitsland
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
U-DIAGNOSTICS B.V.
gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Baarn
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser sub 3] B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats]
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDISCH CENTRUM UTRECHT B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAMPUS ENSCHEDE HUISARTSEN PRAKTIJK B.V.
gevestigd te Almelo en kantoorhoudende te Enschede
6.
[eiser sub 6]handelend onder de naam
Huisartsenpraktijk [naam]
kantoorhoudende te [vestigingsplaats]
7.
[eiser sub 7]mede handelend onder de naam
Medisch Centrum Gorecht
kantoorhoudend te [vestigingsplaats]
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDISCH CENTRUM SIDDEBUREN B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Siddeburen
eisers 1 tot en met 8
advocaten: mrs. J.Ph. de Korte, G.J. van Oosten en G.J. Wilts
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDENzetelend te Den Haag
gedaagde 1
hierna te noemen: de Staat
advocaat: mr. K. Teuben
2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
PUBLIEKE GEZONDHEID EN VEILIGHEID NEDERLANDgevestigd en kantoorhoudende te Utrecht
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID-HOLLAND ZUID
zetelend te Dordrecht
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENSCHAPPELIJKE GEZONDHEIDSDIENST HOLLANDS NOORDEN
zetelend te Alkmaar
5. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENSCHAPPELIJKE GEZONDHEIDSDIENST ZEELAND
zetelend te Goes
6. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GEMEENTELIJKE GEZONDHEIDSDIENST EN VEILIG THUIS HAAGLANDEN
zetelend te Den-Haag
7. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG
zetelend te Groningen
8. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GENEESKUNDIGE GEZONDHEIDSDIENST ZUID-LIMBURG
zetelend te Heerlen
9. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD BRABANT-ZUIDOOST
zetelend te Eindhoven
10. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD DRENTHE
zetelend te Assen
11. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD FLEVOLAND
zetelend te Lelystad
12. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD GELDERLAND-ZUID
zetelend te Nijmegen
13. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD GOOI & VECHTSTREEK
zetelend te Bussum
14. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD HART VOOR BRABANT
zetelend te Den-Bosch
15. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD IJSSELLAND
zetelend te Zwolle
16. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD LIMBURG NOORD
zetelend te Venlo
17. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD NOORD- EN OOST GELDERLAND
zetelend te Warnsveld
18. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD REGIO UTRECHT
zetelend te Zeist
19. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD ROTTERDAM-RIJNMOND
zetelend te Rotterdam
20. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD WEST-BRABANT
zetelend te Breda
21. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GGD ZAANSTREEK-WATERLAND
zetelend te Zaandam
22. de publiekrechtelijke rechtspersoon
REGIO TWENTE
zetelend te Enschede
23. de publiekrechtelijke rechtspersoon
REGIONALE DIENST OPENBARE GEZONDHEIDSZORG HOLLANDS MIDDEN
zetelend te Leiden
24. de publiekrechtelijke rechtspersoon
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSREGIO GELDERLAND-MIDDEN
zetelend te Arnhem
25. de publiekrechtelijke rechtspersoon
VEILIGHEIDSREGIO FRYSLAN
zetelend te Leeuwarden
26. de publiekrechtelijke rechtspersoon
VEILIGHEIDSREGIO KENNEMERLAND
zetelend te Haarlem
gedaagden 2 tot en met 26 (in de dagvaarding gedaagden 2 tot en met 7 en 9 tot en met 27)
advocaat: mr. A.G.M. van Lieshout

27 de publiekrechtelijke rechtspersoonDE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GGD AMSTERDAM-AMSTELLAND

zetelend te Amsterdam
vrijwillig verschenen
28. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE AMSTERDAMzetelend te Amsterdam
gedaagden 27 en 28
advocaten: mrs. J.H. Meerburg en R.J. Roks
Eisers zullen worden genoemd:- [eiseres sub 1] (eiseres 1)
- U-Diagnostics (eiseres 2) en
- de huisartsen (eisers 3 tot en met 8)
Gedaagden zullen worden genoemd:- De Staat (gedaagde 1)
- GGD GHOR (gedaagde 2)
- de GGD-en (gedaagden 3 tot en met 28)

1.De procedure

1.1.
Voor de mondelinge behandeling van 3 juli 2020 zijn de
volgende processtukken aan de voorzieningenrechter en aan partijen verstrekt.
1.1.1.
Processtukken van [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen:
- de aan de Staat betekende dagvaarding
- de aan de Gemeente Amsterdam betekende dagvaarding
- de aan GGD GHOR, de GGD-en en de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeentelijke
Gezondheidsdienst Amsterdam-Amstelland zetelend te Amsterdam (in de dagvaarding
gedaagde sub 8) betekende dagvaarding
- de producties 1 tot en met 36.
1.1.2.
Processtukken van de Staat:
- de conclusie van antwoord in kort geding
- de producties 1 en 2.
1.1.3.
Processtukken van GGD GHOR en de GGD-en met uitzondering van GGD Amsterdam-Amstelland en gemeente Amsterdam (gedaagden 27 en 28)
- de producties 1 en 2.
1.1.4.
Processtukken van de GGD Amsterdam-Amstelland en de gemeente Amsterdam:
- de producties 1 tot en met 3.
1.2.
Op 3 juli 2020 heeft de mondelinge behandeling van het kort geding plaatsgevonden.
1.2.1.
Door mr. Meerburg is toen naar voren gebracht dat de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Amsterdam-Amstelland zetelend te Amsterdam die als gedaagde 8 in de betekende dagvaarding is gedagvaard niet bestaat en daarom ook niet kan verschijnen.
Wel bestaat: “De Gemeenschappelijke Regeling GGD Amsterdam-Amstelland
zetelend te Amsterdam. Mr. Meerburg heeft namens deze rechtspersoon (hierna te noemen: GGD Amsterdam-Amstelland) verklaard dat zij bereid is om vrijwillig in dit kort geding te verschijnen.
Na enige discussie over dit punt is, zo begrijpt de voorzieningenrechter het, de vordering ten aanzien van de niet bestaande gedaagde (gedaagde 8) door eisers ingetrokken en is GGD Amsterdam-Amstelland in plaats daarvan vrijwillig in dit kort geding verschenen.
1.2.2.
Partijen hebben verder aan de hand van een pleitnota hun standpunt toegelicht en hebben daarna vragen van de voorzieningenrechter beantwoord.
Tot slot hebben partijen nog gelegenheid gehad om op elkaars standpunten te reageren, voor zover zij dat nog nodig vonden, gelet op wat er al naar voren was gebracht in het kader van de beantwoording van de vragen van de voorzieningenrechter.
1.3.
Aan het einde van de mondelinge behandeling is aan partijen verteld dat op
10 juli 2020 vonnis wordt gewezen.

2.Inleiding

2.1.
In deze zaak staat de uitvoering van coronatesten centraal. Het gaat in de kern om de vraag of sprake is van ongelijke behandeling bij het gunnen van coronatesten aan laboratoria.
2.2.
Voor een goed begrip van de zaak zal eerst kort worden ingegaan op wie partijen zijn en welke rol zij hebben bij de uitvoering van coronatesten. Daarbij worden twee fasen onderscheiden:
1. het afnemen van de monsters, en
2. het analyseren (testen) van de monsters.
3. Wie zijn partijen en welke rol hebben zij bij de uitvoering van de coronatesten?
3.1.
[eiseres sub 1] is een in Duitsland gevestigd medisch microbiologisch laboratorium (MML). Zij is ISO gecertificeerd en geaccrediteerd. In Duitsland voert zij zelfstandig coronatesten uit. Zij wil dit ook in samenwerkingsverband met U-Diagnostics in Nederland doen, met wie zij al jarenlang samenwerkt.
3.2.
U-Diagnostics is een in Nederland gevestigd klinisch chemisch laboratorium. Zij is ISO gecertificeerd en geaccrediteerd. U-Diagnostics richt zich onder andere op diagnostiek in opdracht van vooral huisartsen en arbodiensten. U-diagnostics handelt daarom ook onder de naam HetHuisartsLab.
3.3.
De huisartsen nemen monsters bij patiënten af. Zij laten daarna de coronatest uitvoeren door een laboratorium dat dit mag doen.
3.4.
De Staat is belast met de bestrijding van infectieziekten, waaronder het coronavirus.
3.5.
De GGD GHOR is een overkoepelende brancheorganisatie van de in totaal
25 Gemeentelijke Gezondheidsdiensten in Nederland.
3.6.
De GGD-en in Nederland zijn, met uitzondering van GGD Amsterdam-Amstelland, belast met het afnemen van monsters voor het uitvoeren van coronatesten.

4.Waar gaat het kort geding over?

4.1.
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics willen als samenwerkingsverband coronatesten voor de bewoners van Nederland uitvoeren, omdat zij graag een steentje willen bijdragen aan de bestrijding van het coronavirus en zij voldoende capaciteit hebben om dit te kunnen doen. [eiseres sub 1] voert daarbij de testen feitelijk uit en
U-Diagnostics is het aanspreekpunt voor de aanbieders (de GGD-en, huisartsen en bedrijfsartsen) van de monsters voor het uitvoeren van de coronatesten.
4.2.
Het RIVM heeft op 2 april 2020 een verklaring van prestatie (een certificaat) afgegeven waarin wordt bevestigd dat [eiseres sub 1] in samenwerking met U-Diagnostics zelfstandig Covid-19 diagnostiek (coronatesten) mag uitvoeren.
Ook heeft het RIVM op haar website een lijst gepubliceerd van laboratoria die coronatesten zelfstandig mogen uitvoeren. Die lijst is onderverdeeld in drie tabellen: 1a, 1b en 2.
U-Diagnostics staat in tabel 2 vermeld.
4.3.
Het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics heeft sinds
2 april 2020 nog geen opdracht voor het uitvoeren van coronatesten gekregen. Niet van de GGD-en en ook niet van de huisartsen en bedrijfsartsen.
4.4.
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics stellen zich in dit kort geding op het standpunt dat dit komt doordat zij ongelijk worden behandeld, enkel en alleen omdat
[eiseres sub 1] in Duitsland is gevestigd. Dat is, zo voeren zij aan, niet toegestaan, omdat dit in strijd is met fundamentele Europeesrechtelijke beginselen, namelijk het:
a. verbod op discriminatie naar nationaliteit
b. beginsel van vrij verkeer van diensten
c. kartelverbod
d. verbod op ongeoorloofde staatssteun.
Er is daarom volgens [eiseres sub 1] en U-Diagnostics sprake van een onrechtmatige daad van de Staat, GGD GHOR en de GGD-en. De huisartsen sluiten zich daarbij aan.
4.5.
[eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen vorderen daarom dat
de Staat, GGD GHOR en de GDD-en worden geboden om [eiseres sub 1] en
U-Diagnostics op voet van gelijkheid te behandelen in vergelijking met de andere op de website van het RIVM genoemde in Europa gevestigde ISO-gecertificeerde en nationaal geaccrediteerde medisch microbiologische laboratoria, met dien verstande dat
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics haar diensten aanbiedt in iedere GGD-regio, waaronder begrepen dat het de huisartsen vrijstaat om een testopdracht in geval van constatering van coronasymptonen aan [eiseres sub 1] en U-Diagnostics te verstrekken tegen vergoeding uit het OGZ.

5.De beoordeling

5.1.
De vraag waar het om draait, is of het samenwerkingsverband
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics ongelijk wordt behandeld en wordt geweerd om coronatesten uit te voeren in Nederland. [eiseres sub 1] en U-Diagnostics voeren verschillende argumenten aan waarom dit volgens hen zo is. Deze argumenten zullen hierna worden besproken. De conclusie is dat al die argumenten niet opgaan en dat de vordering moet worden afgewezen.
Eisen die gesteld worden aan het zelfstandig mogen uitvoeren van coronatesten5.2. De Staat heeft gemotiveerd onderbouwd aangevoerd dat om zelfstandig coronatesten in Nederland uit te mogen voeren aan de volgende eisen moet worden voldaan:
a. er moet een certificaat worden verkregen van het RIVM
b. er moet worden voldaan aan de algemene eis van “goede zorg”
c. er moet een aansluiting worden verkregen op het CORON-IT systeem van de Staat.
Certificaat5.3. Het RIVM bepaalt welke laboratoria in aanmerking komen om zelfstandig coronatesten te mogen doen en geeft daarvoor een certificaat af. Ook buitenlandse laboratoria komen, zo heeft de Staat verklaard, daarvoor in aanmerking, mits zij aan de voorwaarden daarvoor voldoen. De voorwaarden zijn voor ieder laboratorium, waar ook gevestigd, gelijk.
Het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics heeft dit certificaat ook gekregen. Van discriminatie naar nationaliteit op dit punt is, anders dan
en U-Diagnostics en de huisartsen aanvoeren, daarom geen sprake.
Algemene eis van goede zorg5.4. Wat betreft de algemene eis van goede zorg het volgende.
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics voeren aan dat er geen rechtvaardiging is voor de in dit verband gestelde eis dat een arts-microbioloog moet zijn verbonden aan het laboratorium om de interpretatie van de resultaten in het Nederlands te kunnen verzorgen, uitslagen te communiceren met de zorgverleners en beschikbaar te zijn om tekst en uitleg te geven indien een zorgverlener hierom vraagt.
De beantwoording van de vraag of deze eis wel of niet mag worden gesteld, kan in het midden blijven, omdat er geen aanwijzingen zijn dat dit vereiste eraan in de weg staat dat het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics wordt ingschakeld om coronatesten uit te voeren. De Staat heeft immers opgemerkt dat het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics kan worden ingeschakeld, omdat zij aan de eisen daarvoor voldoet.
Aansluiting CORON-IT systeem
5.5.
Er geldt zoals de Staat heeft toegelicht nog een eis voor het zelfstandig kunnen uitvoeren van coronatesten, namelijk dat het laboratorium is aangesloten op het CORON-IT systeem. Met dit systeem moet onder meer de uitslag van de test worden doorgegeven. Dit systeem is door de Staat ontwikkeld en wordt door haar aan de gevalideerde laboratoria die op de lijst van het RIVM staan tegen betaling van een vergoeding aangeboden.
Nog niet alle laboratoria zijn op dit systeem aangesloten, onder wie het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics. Reden hiervoor is, zo heeft de Staat toegelicht, dat er technische problemen waren om dit te realiseren. Binnenkort wordt het aansluiten weer hervat. Ieder laboratorium op de lijst van het RIVM kan, zo heeft de Staat verklaard, een aansluiting krijgen. Dus ook het samenwerkingsverband
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics. Er is geen reden om hieraan te twijfelen.
Dat [eiseres sub 1] en U-Diagnostics nog niet op dit systeem is aangesloten heeft dus, anders dan zij meent, niets te maken met ongelijke behandeling of discriminatie naar nationaliteit.
Publicatie door het RIVM van de gevalideerde laboratoria op de website5.6. De laboratoria die door het RIVM zijn goed bevonden (gevalideerd) om zelfstandig coronatesten uit te voeren, worden door het RIVM op een lijst geplaatst. Deze lijst is gepubliceerd op de website van het RIVM. Over die lijst is de hierna te bespreken verwarring ontstaan.
Verwarring: drie categorieën van laboratoria, zijn ze allemaal even goed?5.7. Over die lijst is verwarring ontstaan. In de eerste plaats, omdat die lijst is onderverdeeld in drie categorieën, namelijk:
- de referentielaboratoria zoals vermeld in tabel 1 a (het RIVM en Rotterdam MC)
- de opschalingslaboratoria zoals vermeld in tabel 1 b (13 laboratoria)
- andere laboratoria zoals vermeld in tabel 2 (waarop U-Diagnostics en nog
48 andere laboratoria staan).
5.8.
Deze onderverdeling heeft bij [eiseres sub 1] en U-Diagnostics de indruk gewekt dat er een verschil bestaat tussen deze drie categorieën in die zin dat er aan de ene categorie meer eisen worden gesteld dan aan de andere en dat de ene categorie meer geschikt is dan de andere categorie.
5.9.
Dat is echter, zo heeft de Staat herhaaldelijk benadrukt, niet het geval.
5.9.1.
Aan al deze laboratoria worden precies dezelfde eisen gesteld om zelfstandig coronatesten uit te mogen voeren. Zij moeten door het RIVM zijn gevalideerd en moeten daarnaast voldoen aan de algemene eisen van “goede zorg” die zijn gecommuniceerd in een brief van 10 april 2020 en aan de praktische eis dat er een aansluiting is met het CORON-IT systeem.
5.9.2.
Het is ook niet zo dat de laboratoria vermeld in tabel 1b meer geschikt zijn dan de laboratoria vermeld in tabel 2. [eiseres sub 1] en U-Diagnostics hebben er dan ook geen belang bij om, zoals zij kennelijk willen, te worden ingedeeld in tabel 1b.
5.9.3.
Het verschil tussen de plaatsing van de laboratoria in tabel 1a, 1b en 2 zit hem in het moment waarop zij voor het eerst de coronatesten mochten gaan uitvoeren.
De referentielaboratoria waren aanvankelijk de enige laboratoria die de testen konden uitvoeren. Daarna is de testcapaciteit uitgebreid met de 13 opschalingslaboratoria. Deze opschalingslaboratoria staan sinds 2009 standby als opschalingslaboratorium voor het geval van uitbraak van een nieuw virus.
Zij hebben als bijkomende functie om bij te dragen aan de technische ontwikkeling en te onderzoeken of het nieuw ontwikkelde testmateriaal ook werkbaar is in de praktijk en kennis daarover te delen. Tot slot is de lijst uitgebreid met andere gevalideerde laboratoria (die van tabel 2).
Verwarring: is er een niveauverschil tussen MML en niet-MML?
5.10.
Verder is nog verwarring ontstaan doordat het RIVM in eerste instantie bij de laboratoria die in tabel 2 zijn geplaatst een onderscheid maakte tussen een MML en een niet-MML. Dit heeft bij [eiseres sub 1] en U-Diagnostics de indruk gewekt dat aan een niet-MML aanvullende eisen werden gesteld om zelfstandig coronatesten te mogen uitvoeren en/of dat een niet MML een minder hoog kwalitatief niveau zou hebben.
Ook dit is echter, zoals de Staat heeft verklaard, niet het geval. Aan alle laboratoria worden precies dezelfde eisen gesteld om zelfstandig de coronatesten te mogen uitvoeren. Er is dus geen niveauverschil.
Conclusie
5.11.
Het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics voldoet aan de eisen om zelfstandig coronatesten te mogen uitvoeren. Het is begrijpelijk dat de hiervoor besproken verwarring is ontstaan, maar die verwarring is voldoende door de Staat weggenomen. De voorzieningenrechter merkt in dit verband nog op dat de Staat om elk verder misverstand over de interpretatie van de lijst te voorkomen er goed aan doet om nog eens kritisch naar de inrichting van die lijst te kijken en de lijst zo nodig aan te passen, zodat het voor iedereen volstrekt helder is dat elk laboratorium op die lijst zelfstandig coronatesten mag uitvoeren en dat er geen (kwalitatief) onderscheid tussen hen is.
De toedeling van de monsters voor het uitvoeren van coronatesten
5.12.
Het coronavirus is aangemerkt als behorende tot groep A als bedoeld in artikel 1 onder e van de Wet publieke gezondheid. Dit brengt mee dat de Minister van VWS leiding geeft aan de bestrijding van het coronavirus. Het testbeleid en de verdeling van de monsters over de door het RIVM gevalideerde laboratoria vallen hieronder en gebeuren onder verantwoordelijkheid van de Minister.
5.13.
Ten aanzien van die verdeling van die monsters geldt het volgende.
5.13.1.
In de periode tot 1 juni 2020 kozen de GGD-en zelf aan de hand van de lijst van het RIVM door welk laboratorium zij de afgenomen monsters lieten testen.
De GGD-en werden daarbij dringend geadviseerd om zo veel als mogelijk een laboratorium te kiezen binnen de eigen regio en de door hen gesloten samenwerkingscontracten met laboratoria zo veel als mogelijk te respecteren.
5.13.2.
GGD Amsterdam (dat valt onder de Gemeente Amsterdam) neemt hierbij een bijzondere positie in, omdat zij een laboratorium (het Streeklaboratorium) in eigen beheer heeft. Zij laat het merendeel van de door haar afgenomen monsters daarom in dat laboratorium testen.
5.13.3.
Vanaf 1 juni 2020 heeft het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten (LCDK) de leiding bij de verdeling van de door de GGD-en afgenomen monsters. Zij heeft daarvoor een stromenschema gemaakt. Alle betreffende laboratoria zijn ingedeeld in clusters. Bij die verdeling zal onder meer rekening worden gehouden met bestaande samenwerkingscontracten, met versnippering en zal er voor worden gezorgd dat er geen testcapaciteit verloren gaat door het verstrijken van de houdbaarheidsdatum daarvan.
De LCDK bemoeit zich overigens niet met de verdeling van de door de huisartsen en bedrijfsartsen afgenomen monsters. De huisartsen en bedrijfsartsen kunnen zelf kiezen door welk gevalideerd laboratorium zij het monster laten testen.
Verdeling hoeft niet naar rato en er hoeft niet met [eiseres sub 1] en U-Diagnostics om de tafel te worden gezeten
5.14.
Volgens [eiseres sub 1] en U-Diagnostics moeten de monsters naar rato over de gevalideerde laboratoria worden verdeeld en moet er met haar om de tafel worden gezeten om te onderhandelen over de af te nemen aantallen en de prijs.
5.15.
Dit standpunt gaat niet op.
5.15.1.
Het is gelet op wat hiervoor is overwogen aan de Minister van VWS om te bepalen op welke manier de monsters worden verdeeld.
5.15.2.
Het hiervoor weergegeven verdelingsbeleid dat onder verantwoordelijkheid van de Minister wordt uitgevoerd, is gezien de huidige crisissituatie ook niet onredelijk of onrechtmatig. Er is sprake van een ernstige crisis. De publieke gezondheid is in het geding en de kans op besmetting is groot. Daarom is snelle actie geboden om besmetting zo veel mogelijk te voorkomen. Daarbij speelt het testen op corona een belangrijke rol. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid zijn of iemand besmet is of niet, zodat een nog grotere verspreiding van besmetting met het virus kan worden voorkomen.
5.15.3
Overigens is door [eiseres sub 1] en U-Diagnostics ook niet gemotiveerd onderbouwd op welke juridische grondslag op de door hen voorgestane manier moet worden verdeeld.
Geen ongelijke behandeling van het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en
U-Diagnostics bij toedeling coronatesten
5.16.
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics voeren nog aan dat zij ongelijk worden behandeld in het kader van de toedeling van de monsters. Zij zouden door de GGD-en worden geweerd, alleen omdat [eiseres sub 1] in Duitsland is gevestigd.
5.17.
Ook dit standpunt gaat niet op.
De reden waarom het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics op dit moment nog geen monsters van de GGD-en hebben ontvangen, heeft niets te maken met discriminatie naar nationaliteit, maar heeft, zo heeft de Staat gemotiveerd toegelicht, te maken met overcapaciteit bij de gevalideerde laboratoria.
Tot nu toe (2 april 2020 tot 3 juli 2020) was de vraag om coronatesten uit te voeren (veel) lager dan de door de laboratoria aangeboden capaciteit. Niet alle laboratoria krijgen daardoor een opdracht tot het uitvoeren van coronatest.
De verwachting is dat in het najaar de testcapaciteit zal moeten toenemen en dat alle gevalideerde laboratoria, onder wie [eiseres sub 1] en U-Diagnostics, en misschien zelfs meer laboratoria nodig zullen zijn voor het uitvoeren van coronatesten.
De vergoeding voor de uitvoering van coronatesten
5.18.
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics en de huisartsen voeren aan dat sprake is van ongelijke behandeling bij de vergoeding van de coronatesten. Als het samenwerkingsverband [eiseres sub 1] en U-Diagnostics door een huisarts of bedrijfsarts wordt ingeschakeld voor het uitvoeren van een coronatest dan wordt dit volgens hen niet vergoed uit het Openbare Gezondheidszorgbudget (OGZ-budget), terwijl dat wel zo is als een in Nederland gevestigd laboratorium wordt ingeschakeld. Daarom durven huisartsen en bedrijfsartsen [eiseres sub 1] en U-Diagnostics niet in te schakelen.
5.19.
Deze stelling mist feitelijke grondslag.
De Staat heeft gemotiveerd onderbouwd dat de vergoeding voor alle gevalideerde laboratoria hetzelfde is en uit het OGZ-budget wordt betaald, ongeacht of het monster is afgenomen via de GGD, de huisarts of de bedrijfsarts. Dit blijkt voldoende uit de overgelegde stukken afkomstig van het Ministerie van VWS, waarin ondubbelzinnig staat vermeld dat testen aangevraagd door GGD-en en huisartsen worden vergoed uit het OGZ-budget, mits de test wordt uitgevoerd door een gevalideerd laboratorium zoals vermeld op de lijsten van het RIVM. Wel moet de declaratie via de GGD lopen. Als een huisarts of bedrijfsarts een monster aanbiedt aan een gevalideerd laboratorium dan moet de huisarts of bedrijfsarts de declaratie daarvoor indienen bij de GGD in hun regio. De GGD declareert dan weer bij het RIVM. Dat in één van die stukken weer wordt verwezen naar een MML is opnieuw verwarrend te noemen, maar ter zitting is door de Staat verklaard dat deze verwijzing inmiddels is verwijderd.
Geen schending van verbod op discriminatie naar nationaliteit en beginsel van vrij verkeer van diensten
5.20.
[eiseres sub 1] en U-Diagnostics beroepen zich ter onderbouwing van hun stelling dat sprake is van schending van het verbod op discriminatie naar nationaliteit en het beginsel van vrij verkeer van diensten op de hiervoor besproken argumenten. Deze argumenten gaan zoals hiervoor is toegelicht niet op.
Dit brengt al mee dat niet aannemelijk is dat sprake is van schending van het verbod op discriminatie naar nationaliteit en het beginsel van vrij verkeer van diensten.
Geen schending van het kartelverbod
5.21.
Dan voeren [eiseres sub 1] en U-Diagnostics nog aan dat sprake is van schending van het kartelverbod. Zij hebben dit standpunt, mede in het licht van de gemotiveerde betwisting door de Staat, de GGD GHOR en de GGD-en, onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Zij heeft alleen maar, zonder nadere uitleg of toelichting, gezegd dat de Staat kartelvorming faciliteert tussen Medisch Mircobiologische Laboratoria, de leden van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM) en de leden van de Vereniging Medisch Microbiologische Laboratoria (VMML). Zij heeft ook niet onderbouwd waarom er sprake zou zijn van kartelvorming tussen die entiteiten.
Waarom GGD-GHOR en de GGD-en in strijd met het kartelverbod zouden handelen wordt helemaal niet uitgelegd.
Geen schending van het verbod op ongeoorloofde staatssteun
5.22.
Tot slot voeren [eiseres sub 1] en U-Diagnostics nog aan dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Ook dit door de Staat, de GGD-GHOR en de
GGD-en betwiste standpunt is onvoldoende gemotiveerd onderbouwd en wordt daarom gepasseerd.
Slotsom
5.23.
De slotsom is dat de vordering moet worden afgewezen.
Met betrekking tot de GGD-Amsterdam-Amstelland geldt nog als afwijzingsgrond dat deze GGD, zoals zij onweersproken aanvoert, in het geheel niet betrokken is bij het afnemen van coronatesten en het geven van opdrachten aan laboratoria om monsters te testen.
Proceskosten en nakosten
5.24.
[eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van de Staat, GGD-GHOR en de GGD-en.
5.24.1.
De kosten van de Staat worden begroot op € 1.636, waarvan € 656 aan griffierecht en € 980 voor salaris advocaat. De over deze proceskosten gevorderde wettelijke rente zal op de in de beslissing te noemen manier worden toegewezen.
Ook zullen [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen, zoals door de Staat gevorderd, hoofdelijk in deze proceskosten worden veroordeeld.
5.24.2.
De kosten van GGD-GHOR en de GGD-en die als gedaagden 3 tot en met 26 zijn vermeld worden ook begroot op € 1.636. De voorzieningenrechter stelt vast dat over deze kosten geen wettelijke rente is gevorderd en dat ook geen aanspraak is gemaakt op een hoofdelijke veroordeling in de proceskosten.
5.24.3.
De kosten van GGD Amsterdam-Amstelland en de gemeente Amsterdam (GGD Amsterdam) worden ook begroot op € 1.636. [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen zullen, zoals door GGD Amsterdam-Amstelland en de gemeente Amsterdam gevorderd, hoofdelijk in deze proceskosten worden veroordeeld.
De voorzieningenrechter stelt vast dat over deze kosten geen wettelijke rente is gevorderd.
5.25.
De Staat heeft nog als enige partij verzocht om veroordeling in de nakosten. Deze nakosten zullen worden begroot op de in de beslissing te noemen manier. Ook de daarover gevorderde wettelijke rente zal op de in de beslissing te noemen manier worden toegewezen.
Ook zullen [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen, zoals door de Staat gevorderd, hoofdelijk in deze nakosten worden veroordeeld.
5.26.
De hiervoor genoemde proceskostenveroordelingen en nakostenveroordeling zal, zoals gevorderd en zoals gebruikelijk is in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
wijst de vordering af
6.2.
veroordeelt [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van de Staat tot op heden begroot op € 1.636, te vermeerderen met de wettelijke daarover vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling
6.3.
veroordeelt [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van de Staat, begroot op:
- € 157,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit
vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW
met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling
en
- € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling
6.4.
veroordeelt [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen in de proceskosten, aan de zijde van GGD-GHOR en de GGD-en die als gedaagden 3 tot en met 26 zijn vermeld tot op heden begroot op € 1.636
6.5.
veroordeelt [eiseres sub 1] , U-Diagnostics en de huisartsen hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van GGD Amsterdam-Amstelland en de gemeente Amsterdam, tot op heden begroot op € 1.636, te vermeerderen met de wettelijke daarover vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling
6.6.
verklaart dit vonnis wat betreft de onderdelen 6.2. tot en met 6.5. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Praamstra en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2020. [1]

Voetnoten

1.type: BvdG (4374)