Uitspraak
1.Procesverloop
- de betrokkene,
- mr. H.S.K. Jap A Joe, de advocaat van de betrokkene,
- mevrouw [A] , specialist ouderengeneeskunde.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 15 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1936. Het verzoek tot verlenging van de inbewaringstelling werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. H.S.K. Jap A Joe, en een specialist ouderengeneeskunde telefonisch werden gehoord. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk maakte. De betrokkene verzet zich tegen de voortzetting, maar de rechtbank concludeerde dat hij nog veel zorg nodig heeft en dat de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken verleend werd, tot en met 27 juli 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.E.A. Braeken en is schriftelijk uitgewerkt op 25 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.