ECLI:NL:RBMNE:2020:2578
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand op grond van de Participatiewet na opzegging van de arbeidsovereenkomst door eiseres
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 6 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres had bijstand aangevraagd op grond van de Participatiewet (Pw) en was het niet eens met een opgelegde maatregel waarbij haar bijstand voor de duur van één maand met 100% werd verlaagd. De reden voor deze maatregel was dat eiseres haar baan bij [werkgever 1] uit eigen beweging had opgezegd, wat volgens de rechtbank in strijd was met de verplichtingen die voortvloeien uit de Pw.
Eiseres stelde dat haar ontslag berustte op een misverstand en dat zij niet had willen stoppen met werken. De rechtbank oordeelde echter dat uit de dossierstukken, waaronder een e-mail van eiseres aan [werkgever 1], bleek dat zij zelf had besloten haar baan op te zeggen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had voldaan aan haar verplichtingen en dat er geen aanleiding was om te concluderen dat er sprake was van verminderde verwijtbaarheid of dringende redenen om de maatregel te herzien.
De rechtbank verwierp ook de stelling van eiseres dat de opgelegde maatregel onevenredig zwaar was. Eiseres had niet onderbouwd dat de maatregel haar onevenredig zwaar trof en de rechtbank oordeelde dat het aan eiseres was om aannemelijk te maken dat haar geen (volledig) verwijt treft. Aangezien de rechtbank eiseres op al haar punten ongelijk gaf, werd het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd niet in een openbare zitting gedaan vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.