ECLI:NL:RBMNE:2020:2554
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake belastingtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 2 april 2020, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing van de Belastingdienst / Toeslagen behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Belastingdienst, dat op 12 januari 2019 was genomen. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift te laat is ingediend, aangezien het bezwaarschrift pas op 22 oktober 2018 door de Belastingdienst is ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 14 september 2018 verstreken was. De rechtbank wijst erop dat de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) een strikte termijn hanteert voor het indienen van bezwaarschriften, en dat deze termijn niet kan worden verlengd zonder geldige redenen.
Eiser heeft aangevoerd dat hij tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat er bij de verzending iets fout is gegaan. Daarnaast heeft hij aangegeven dat hij geopereerd is, wat hem zou hebben belet om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden geen geldige redenen vormen voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om ervoor te zorgen dat het bezwaar op tijd wordt ingediend, en dat hij geen bewijs heeft geleverd dat het bezwaarschrift wel tijdig is ingediend.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat de Belastingdienst het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat het beroep van eiser kennelijk ongegrond is. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.