ECLI:NL:RBMNE:2020:2553
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake inkomensafhankelijke regelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 april 2020 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen een besluit van de Belastingdienst / Toeslagen. Het betreft een bezwaar dat te laat is ingediend tegen een besluit van 12 januari 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift pas op 22 oktober 2018 door de Belastingdienst is ontvangen, terwijl de uiterste datum voor indiening 23 maart 2018 was. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit niet nodig werd geacht volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eiser heeft aangevoerd dat hij tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat er bij de verzending iets fout is gegaan. Daarnaast heeft hij aangegeven dat hij geopereerd is, wat hem zou hebben belet om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden geen geldige reden vormen voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om op tijd bezwaar te maken of dit te laten doen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn van openbare orde is, die niet kan worden gewijzigd. Aangezien er geen verschoonbare omstandigheden zijn, heeft de rechtbank het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en het beroep ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. V.E. van der Does, rechter, in aanwezigheid van N.J.R. Kalaykhan, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.