Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met 5 producties, op de griffie van de rechtbank ontvangen op 23 maart 2020;
- de brief van 1 april 2020 van de griffier aan mr. Boer met het verzoek het verzoekschrift aan te vullen met een overzicht van de schadeposten (artikel 1019x lid 3 aanhef en onder a Rv);
- het faxbericht van 7 april 2020 met een voorlopig schadeoverzicht van mr. Boer;
- de brief van 9 april 2020 van de griffier aan beide advocaten over wat de Corona-situatie betekent voor het verdere verloop van de procedure;
- het verweerschrift met 5 producties, op de griffie van de rechtbank ontvangen op 1 mei 2020;
- het e-mailbericht van 11 mei 2020 van de rechtbank waarbij aan partijen is bericht dat op 4 juni 2020 een mondelinge behandeling zal worden gehouden via Skype;
2.De overwegingen
Inleiding
U vraagt mij waarom ik vroeg naar de zijstabilisatoren. Ik heb ervaring met grotere steigers voor buiten en daar zitten ze er standaard aan. Ik had nog niet eerder met dit type steiger gewerkt, ik bedoel daarmee een vrij hoge kamersteiger. Ik had wel ervaring met een lage kamersteiger bestaande uit een plank op 1 meter hoog. Zo’n steiger bestaat eigenlijk alleen uit een onderstel.
Bij het afleveren van de steiger heb ik alleen de afleverbon gekregen en die zit ook in het dossier. Ik heb geen schriftelijke instructie gekregen.
U vraagt mij hoe lang het opbouwen duurde. Maximaal 20 minuten. Het is nog wel een klusje. Daarbij merk ik nog op dat de plank met 2 personen op de steiger moet worden gezet anders lukt het niet.
[A] heeft de steiger besteld bij [verweerster sub 1] . Hij werkt samen met [C] en [C] is degene die mij de opdracht heeft gegeven. Ongeveer een maand voor het werk hebben we samen de ruimte bekeken en besproken wat er moest worden gedaan. Het was duidelijk dat ik op hoogte moest gaan werken. Hij zou de steiger regelen omdat ik zelf niet over een steiger beschikte. Wat voor een soort steiger er nodig was hebben wij niet besproken. De heer [C] is architect.
Mijn kant van het verhaal is als volgt. In mijn bakje lag het bonnetje dat ik een kamersteiger moest afleveren op een locatie in Nieuwegein. Het ging om een kamersteiger met een opzetstuk. Vanwege service heb ik geholpen met het opzetten van de steiger. Ik weet hoe dat moet, want ik ben daarvoor opgeleid. Ik weet dus hoe je dat op een veilige manier moet doen. Sterker nog er is maar een manier. Aan de hand van de foto in het dossier leg ik u uit hoe dat gegaan is. Zoals de steiger op de foto is opgebouwd, zo heb ik dat zeker niet gedaan. De schoor, dat is de oranje buis, die hoort daar helemaal niet. Die hoort boven het platform en het platform hoort veel lager. Zeker een meter naar beneden. Dan komt de schoor daar boven als leuning zodat je niet van het platform af valt. Als je het platform op ongeveer anderhalve meter plaatst kun je dat zeker zelf doen. Maar ook bij de hoogte die je op de foto ziet, moet het mogelijk zijn dat je het platform er zelf in tilt.
Ik kan mij niet herinneren of de heer [verzoeker] naar een tweede platform heeft gevraagd. En dat geldt ook voor de stabilisatoren. Als dat besproken zou zijn, dan zou mijn antwoord zijn geweest dat ze niet mee worden geleverd.
Op verzoek van [verweerster sub 1] heb ik een korte verklaring ondertekend. Wanneer dat was weet ik niet meer. U zegt dat die verklaring (…) in het dossier zit. Er staat in de verklaring dat de steiger compleet volgens de voorschriften geleverd is door mij. Dat betekent dat de steiger compleet was inclusief schoor, werkende wielen en het opzetstuk. Het opbouwen valt hier eigenlijk niet onder, we mogen dat niet doen. De reden hiervan is denk ik situaties zoals hier aan de hand te voorkomen.
(…) Ik heb wel geholpen met de steiger op te bouwen. (…) Ik heb verteld dat ik de steiger heb opgebouwd zoals ik heb geleerd. Ik weet dat [D] een foto heeft gemaakt van de steiger maar die heb ik niet gezien. De foto in het dossier zie ik nu voor het eerst.
Mr. De Lang laat mij een print zien van een deel van de website van [verweerster sub 1] . Ik hoor u zeggen dat deze print aan het proces-verbaal wordt gehecht. Bij de laatste bullet point staat een aantal nummers van steigers. Er staat: ‘gebruik driehoekstabilisatoren vanaf 2,5 m werkvloerhoogte’. De kamersteiger die ik heb afgeleverd heeft een werkvloerhoogte van 1,80 meter. [verweerster sub 1] Nieuwegein heeft geen hogere kamersteigers.
(…) Ik bezorg aan particulieren en aan professionals. Het wordt afgeraden om mee te helpen met opbouwen. Wij geven, als chauffeurs, geen instructie over hoe je moet opbouwen, ook niet bij particulieren, tenzij er om gevraagd wordt. De instructie wordt in de winkel gegeven of aan de balie op het moment dat er wordt gehuurd. Ik weet dat er een schriftelijke instructie is voor de opbouw van een rolsteiger. Ik weet niet of er een instructie is voor de kamersteiger. Op het moment van het ongeval wist ik dat de maximale werkvloerhoogte 1,80 meter is.
primairop artikel 6:173 BW: [verweerster sub 1] heeft een steiger beschikbaar gesteld die niet heeft voldaan aan de verwachtingen die men daarvan redelijkerwijs mocht hebben.
Subsidiairacht [verzoeker] [verweerster sub 1] aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW, omdat [verweerster sub 1] gevaarzettend heeft gehandeld door de benodigde zijstabilisatoren niet bij de kamersteiger te leveren. Als laatste,
meer subsidiair, stelt [verzoeker] dat [verweerster sub 1] aansprakelijk is op grond van artikel 6:170 BW: [B] heeft, als ondergeschikte van [verweerster sub 1] , niet geadviseerd dat met zijstabilisatoren moest worden gewerkt dan wel nagelaten om hem te waarschuwen dat hij niet zonder zijstabilisatoren op de steiger moest gaan werken.
11960 Kamersteiger 200 cm werkvloer 185 × 75 cm” en ook “
Rek 1m. inklapbaar opbouw voor 11960”. Uit de verwijzing naar de website van [verweerster sub 1] (printscreen in nummer 51 van het verzoekschrift en productie 2 van [verweerster sub 1] ) en de toelichting die partijen hierop tijdens de zitting en in de stukken hebben gegeven, leidt de rechtbank af dat besteld is een kamersteiger waarmee, door het opzetstuk dat ook besteld is, een werkvloerhoogte (platformhoogte) kon worden bereikt van 2 meter.
De ondersteuningen van de steiger moeten worden beveiligd tegen wegglijden, hetzij door bevestiging aan het steunvlak, hetzij door een antislipinrichting of een andere, even doeltreffende oplossing en het dragende oppervlak moet een voldoende capaciteit hebben. De stabiliteit van de steiger moet verzekerd zijn. Ongewilde bewegingen van rolsteigers tijdens werkzaamheden op hoogte moeten door een passende voorziening worden voorkomen.”
De rechtbank constateert dat er niets staat over het gebruik van zijstabilisatoren vanaf een bepaalde hoogte. Verder is onvoldoende gesteld op welk ander punt de steiger niet aan normen voldoet. Op basis van deze Europese richtlijnen kan de rechtbank dan ook niet vaststellen dat er een dwingend voorschrift (over vanaf welke hoogte zijstabilisatoren verplicht zijn) geschonden is.
gebruik driehoeksstabilisatoren vanaf 2,5 m” (productie 2 van [verweerster sub 1] ) maar ook uit het A-blad Rolsteigers opgesteld door Volandis, dat [verweerster sub 1] als productie 3 in de procedure heeft gebracht. Op bladzijde 9 van dit A-blad Rolsteigers staat onder meer: “
Als er vanaf een werkvloerhoogte van 2,5 m wordt gewerkt, moeten de stabilisatoren altijd worden gebruikt. Er worden vier stabilisatoren gebruikt, tenzij de opbouwinstructie van de fabrikant anders aangeeft.” De werkwijze van [verweerster sub 1] komt op dit punt overeen met deze aanbeveling. De rechtbank is van oordeel dat [verweerster sub 1] ook van deze aanbeveling mag uitgaan. Volandis is een adviesorgaan dat in het leven is geroepen door onder andere Bouwend Nederland, CNV en FNV en de aanbevelingen die in het A-blad Rolsteigers staan zijn geformuleerd door werkgevers en werknemers in de bouw (zie bladzijde 3 van het A-blad Rolsteigers). De verwijzingen van [verzoeker] naar diverse websites over (arbeids)veiligheid waar onder andere zou staan dat vanaf 2 meter vloerhoogte stabilisatoren verplicht zijn, vindt de rechtbank daartegenover minder zwaarwegend en daarom in deze zaak niet doorslaggevend.