Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiseres] B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie,
- het tussenvonnis van 12 februari 2020, waarin een comparitie van partijen (zitting) is bepaald,
- het proces-verbaal van de zitting op 4 maart 2020, waarin partijen een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten,
- de akte van [gedaagde] van 3 april 2020, met onder meer een verzoek tot uitstel van de behandeling van de zaak,
- de akte van [eiseres] van 7 april 2020,
- de akte van [gedaagde] van 27 mei 2020, met onder meer een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak,
- de akte van [eiseres] van 3 juni 2020.
2.De beoordeling
- over (€ 14.274,56 -/- € 3.500,00 =) € 10.774,56 vanaf de vervaldata van de verschuldigde huurtermijnen tot 1 juli 2020,
- over € 14.274,56 vanaf 1 juli 2020 tot de dag van betaling.
720,00(2 punten x tarief € 360,00)