ECLI:NL:RBMNE:2020:246
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Regeling tijdelijk scholingsbudget Uwv en cofinanciering van opleidingskosten voor WW-gerechtigden
In deze zaak heeft eiseres, die vanaf 1 december 2018 recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidwet (WW), verzocht om een scholingsbudget om een opleiding te volgen zonder verlies van haar WW-uitkering. De aanvraag voor het scholingsbudget werd door het Uwv afgewezen, omdat de kosten van de opleiding meer dan € 2.500,-- bedragen en eiseres geen baanintentie of baangarantie kon overleggen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 7 januari 2020 uitspraak gedaan. De kern van het geschil was of cofinanciering van de opleidingskosten mogelijk was. Eiseres stelde dat cofinanciering mogelijk was op basis van de toelichting bij het Amendement Van Weyenberg c.s., terwijl het Uwv zich beriep op de toelichting bij de Regeling tijdelijk scholingsbudget Uwv, die stelt dat de bekostiging 100% van de kosten bedraagt tot een maximum van € 2.500,-- per WW-gerechtigde.
De rechtbank oordeelde dat de toelichting bij de regeling gevolgd moest worden, omdat deze de beslissingsruimte van het Uwv correct invulde. De rechtbank concludeerde dat het Uwv de voorwaarden uit de toelichting op de regeling juist had toegepast en dat de aanvraag van eiseres voor het scholingsbudget in redelijkheid was afgewezen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.