ECLI:NL:RBMNE:2020:2445

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
30 juni 2020
Zaaknummer
16/271646-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in woningovervalzaak met geweld en bedreiging

Op 30 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2002 in Angola, die werd beschuldigd van betrokkenheid bij een woningoverval op 13 november 2019. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van zowel het primair ten laste gelegde medeplegen van de overval als de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid. Tijdens de zittingen op 25 februari, 2 juni en 30 juni 2020 is het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie had gevorderd tot een jeugddetentie en een gedragsbeïnvloedende maatregel, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de overval vast te stellen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet voldeed aan de signalementen van de getuigen en dat er geen DNA-matches waren gevonden. De omstandigheden rondom de aanhouding van de verdachte en de aangiftes van de slachtoffers gaven onvoldoende basis voor een veroordeling. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en heeft enkele in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, waaronder een bivakmuts, terwijl andere voorwerpen aan de verdachte zijn teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/271646-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 juni 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] (Angola),
wonende aan de [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 februari 2020, 2 juni 2020 en 30 juni 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. Leuven en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. J. Zevenboom, advocaat te Almere, alsmede S. Messabel, jeugdreclasseerder werkzaam bij Samen Veilig Midden-Nederland, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 2 juni 2020 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Primair:
op 13 november 2019 te [woonplaats] uit een woning aan de [adres] samen met één of meer anderen een drone en een iPad van [slachtoffer 1] heeft gestolen met geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Subsidiair is medeplichtigheid aan die diefstal met geweld ten laste gelegd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een jeugddetentie gelijk aan de duur van het voorarrest en daarnaast de gedragsbeïnvloedende maatregel (hierna: GBM) voor de duur van één jaar. De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel gevorderd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde en daartoe aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde medeplegen en de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat uit het dossier volgt dat er op 13 november 2019 omstreeks 20.50 uur een woningoverval heeft plaatsgevonden in de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Korte tijd na de overval zijn in de woning aan de [adres] (het BRP-adres van verdachte) twee medeverdachten aangehouden en in de tuin van deze woning zijn de uit de woning aan de [adres] gestolen goederen aangetroffen en ook een bivakmuts en wapen. Dit wapen is door aangevers herkend als het wapen dat tijdens de overval is gebruikt. Toen de politie verdachte diezelfde avond wilde aanhouden, is hij op de vlucht geslagen – en heeft zelfs na het lossen van een waarschuwingsschot zijn vluchtpoging niet gestaakt. Verdachte heeft bij de politie niet willen verklaren, maar heeft op alle fronten gezwegen, en ter zitting een niet aannemelijke verklaring afgelegd.
Hoewel voornoemde omstandigheden voor verdachte uitermate verdacht zijn en maken dat hij de schijn tegen heeft, is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende bewijs is om buiten redelijke twijfel te kunnen vaststellen dat verdachte op betrokken was bij de woningoverval. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In het dossier bevinden zich de aangiftes van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , waarin zij allebei een omschrijving geven van de twee mannen die ten tijde van de overval in de woning waren. Verdachte voldoet niet aan het signalement van persoon 1 of persoon 2. Zo vermeldt het door [slachtoffer 1] gegeven signalement bij persoon 1 bruine schoenen en bij persoon 2 zwarte of bruine schoenen, terwijl de schoenen die verdachte die avond ten tijde van zijn aanhouding droeg en die onder hem in beslag zijn genomen, wit zijn. Ook kan op grond van de camerabeelden van de [adres] niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verdachte voorafgaand of na de overval in de buurt van de woning is geweest. Er zijn op die beelden om 20.43 uur (gecorrigeerde tijd) weliswaar drie personen gezien, maar verdachte is niet herkend als één van die drie. Daarnaast zijn er door de politie, bij vergelijking van de kleding van deze drie personen op de beelden met de kleding die korte tijd na de overval onder verdachte in beslag is genomen, geen specifieke overeenkomsten geconstateerd. Uit onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut naar DNA-sporen op de bivakmuts en het wapen is, in tegenstelling tot de medeverdachten van wie beiden zowel op de bivakmuts als op het wapen DNA is aangetroffen, geen match met verdachte naar voren gekomen. Ten slotte weegt de rechtbank ook mee dat de tuin waar de gestolen goederen, de bivakmuts en het wapen zijn aangetroffen op het moment van het ten laste gelegde feit niet was afgesloten (bijvoorbeeld door middel van een schutting of een hek) en dus ook toegankelijk was voor andere personen dan de bewoners van de woning.
De rechtbank concludeert dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte betrokken was bij de overval op de woning, zowel niet in de zin van het primair ten laste gelegde medeplegen van deze overval als in de zin van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid. Voor dat laatste moet immers komen vast te staan dat verdachte wetenschap heeft gehad van de overval alsook op welke manier hij behulpzaam is geweest. Beide kan op grond van het dossier niet worden vastgesteld.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het aan hem primair en subsidiair ten laste gelegde.

5.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
Nu de medeverdachten veroordeeld zijn voor de diefstal met geweld, stelt de rechtbank vast dat een strafbaar feit is begaan. De rechtbank zal beslissen dat de in beslag genomen bivakmuts, zal worden onttrokken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De bivakmuts is bij gelegenheid van het onderzoek naar het feit waarvan hij wordt verdacht aangetroffen en kan dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- Zwarte broek 2524234
- Vest 2524283
- Wit shirt 2524230
- Schoenen Nike 2524222
- Blauwe jas 2524228
- Blauwe broek 2524282
- Handschoenen 2524291

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
 Bivakmuts 2524290
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • Zwarte broek 2524234
  • Vest 2524283
  • Wit shirt 2524230
  • Schoenen Nike 2524222
  • Blauwe jas 2524228
  • Blauwe broek 2524282
  • Handschoenen 2524291
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.L. Beljaars, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. D.S. Terporten-Hop, kinderrechter, en mr. A. Leschot, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C. Vos, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 juni 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 13 november 2019 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland (in/uit een woning gelegen aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een doos/koffer met daarin een drone (merk/type: Phantom 4) en/of een Ipad (merk: Apple), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] ,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- na aan te bellen voornoemde woning te betreden en/of
- ( daarbij) een bivakmuts, althans gezichtsbedekking en/of donkere kleding te dragen en/of
- ( daarbij) een vuurwapen en/of mes bij zich te hebben en/of - (daarbij) (vervolgens) te roepen: “Op de grond! Ga op de grond liggen!” en/of
- ( vervolgens) nadat die [slachtoffer 1] naar zolder gerend was te roepen: “Ga naar beneden, ga naar beneden!” en/of
- ( daarbij) een vuurwapen vast te houden en/of te tonen en/of
- ( vervolgens) voornoemd vuurwapen (met kracht) in de nek/hals van die [slachtoffer 1] te drukken/duwen/houden en/of
- ( daarbij) (vervolgens) te bevelen, althans zeggen dat die [slachtoffer 1] op de grond moest gaan liggen en/of
- ( daarbij) (vervolgens) te roepen: “Waar is de kluis, waar is de kluis?” en/of
- ( daarbij) (vervolgens) over die [slachtoffer 1] heen te buigen en/of met een mes te zwaaien naar die [slachtoffer 1] en/of
- ( daarbij) (vervolgens) te zeggen: “Whoalla, als je niet vertelt waar die kluis is, wordt het je dood broertje!” en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] (terwijl die op de grond lag) met kracht een trap/schop te geven tegen zijn borstbeen en/of
- ( vervolgens) (na het vinden en/of pakken van een grijze doos/koffer) te schreeuwen: “Maak open die doos, maak open!”;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere onbekend gebleven personen op
of omstreeks 13 november 2019 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-
Nederland (in/uit een woning gelegen aan de [adres] )
tezamen en in vereniging met elkaar of met een of meer anderen, althans alleen,
een doos/koffer met daarin een drone (merk/type: Phantom 4) en/of een Ipad (merk: Apple),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere onbekend gebleven personen toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] ,
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met
geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk
te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren door
- na aan te bellen voornoemde woning te betreden en/of
- ( daarbij) een bivakmuts, althans gezichtsbedekking en/of donkere kleding te dragen en/of
- ( daarbij) een vuurwapen en/of mes bij zich te hebben en/of - (daarbij) (vervolgens) te
roepen: “Op de grond! Ga op de grond liggen!” en/of
- ( vervolgens) nadat die [slachtoffer 1] naar zolder gerend was te roepen: “Ga naar beneden,
ga naar beneden!” en/of
- ( daarbij) een vuurwapen vast te houden en/of te tonen en/of
- ( vervolgens) voornoemd vuurwapen (met kracht) in de nek/hals van die [slachtoffer 1] te
drukken/duwen/houden en/of
- ( daarbij) (vervolgens) te bevelen, althans zeggen dat die [slachtoffer 1] op de grond moest
gaan liggen en/of
- ( daarbij) (vervolgens) te roepen: “Waar is de kluis, waar is de kluis?” en/of
- ( daarbij) (vervolgens) over die [slachtoffer 1] heen te buigen en/of met een mes te zwaaien
naar die [slachtoffer 1] en/of
- ( daarbij) (vervolgens) te zeggen: “Whoalla, als je niet vertelt waar die kluis is, wordt het je
dood broertje!” en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] (terwijl die op de grond lag) met kracht een trap/schop te
geven tegen zijn borstbeen en/of
- ( vervolgens) (na het vinden en/of pakken van een grijze doos/koffer) te schreeuwen:
“Maak open die doos, maak open!”;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 13 november 2019 te
[woonplaats]
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
heeft verschaft, door
- voorafgaand aan de overval de woning aan de [adres] te observeren en/of
- tijdens de overval op de uitkijk te staan en/of
- voorafgaand aan de overval zijn woning ter beschikking te stellen waar de
(mede)verdachten de overval konden voorbereiden en/of waar zij zich na de overval konden
verschuilen en/of waar zij de buit konden achterlaten en/of waar zij
(een)wapen(s)/bivakmuts konden achterlaten.