ECLI:NL:RBMNE:2020:2442
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van een kopie van het besluit
In deze zaak heeft eiser op 11 december 2019 beroep ingesteld tegen een besluit van een onbekende verweerder. De rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, heeft op 8 mei 2020 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet nodig werd geacht. Het beroepschrift voldeed niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die in beroep gaat een kopie van het besluit in te dienen waartegen hij bezwaar maakt. Aangezien eiser dit niet heeft gedaan, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft eiser op 20 januari 2020 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit op te sturen. Eiser heeft echter niet tijdig gereageerd op deze brief. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 van de Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van L.J.N. van der Linden, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.