Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats]
advocaat mr. M.A. Geuze,
1.De procedure
- de procesinleiding met aanvullende gronden van 28 augustus 2019 met
- de akte houdende uitlating productie van de zijde van [eiseres] met bewijsstuk 9,
- het verweer en de tegenvordering met 18 bewijsstukken,
- het antwoord op de tegenvordering, tevens vermeerdering van eis met bewijsstukken 10 tot en met 15,
- de spreekaantekeningen van mr. Otte,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 maart 2020.
2.De feiten
“Hierbij bevestigen wij de gemaakte afspraak:
“
Ons besproken full-prijs op deze moment is in de lucht. Ik heb geen vertrouwen meer in de
€ 23.633,03 exclusief btw (€ 28.595,97 inclusief btw). Naar aanleiding van deze factuur stuurde [eiseres] [verweerder] diezelfde dag een e-mail met de volgende inhoud:
We hebben een prijs afgesproken van 25000 per dak, met eventueel extra werk wat daar bij komt na opdracht/ overleg op een separaat factuur. Graag een nieuw factuur voor dak 2.”
“Na onderling overleg zijn wij overeengekomen dat de € 25.000 per installatie akkoord was onder de voorwaarden dat de materialen volgens de planning aangeleverd of gereed moesten zijn, zodat de daken klaar waren en wij met onze werkzaamheden konden aanvangen conform afspraak. Voorts hebben wij de afspraak gemaakt, dat wanneer door onvoorziene omstandigheden, zoals het weer en de voorbereidende werkzaamheden door andere leveranciers niet gereed waren, de werkuren van mijn mensen zouden worden doorbetaald.”
“
dan bericht ik u dat de met u gesloten verbintenis wordt omgezet in een tot vervangende schadevergoeding ex artikel 6:87 BW.”
en
“
zal cliënte een derde inschakelen om de resterende werkzaamheden op zo kort mogelijke termijn te gaan verrichten.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
We hebben een prijs afgesproken van 25000 per dak, met eventueel extra werk wat daar bij komt na opdracht/ overleg op een separaat factuur. Graag een nieuw factuur voor dak 2.” Op deze e-mail is door [verweerder] niet anders gereageerd dan dat hij – conform het verzoek van [eiseres] - een nieuwe factuur met nummer 603 zond van € 25.000,- exclusief btw
(€ 30.250,- inclusief btw). Deze factuur is door [eiseres] betaald. Daarnaast heeft [eiseres] nog vier keer een bedrag van € 25.000,- exclusief btw aan [verweerder] betaald. Daarop is nimmer door [verweerder] gereageerd. Sterker nog, op 17 juli 2019 heeft [verweerder] aan [eiseres] geschreven:
“Na onderling overleg zijn wij overeengekomen dat de € 25.000 per installatie akkoord was onder de voorwaarden dat de materialen volgens de planning aangeleverd of gereed moesten zijn, zodat de daken klaar waren en wij met onze werkzaamheden konden aanvangen conform afspraak. Voorts hebben wij de afspraak gemaakt, dat wanneer door onvoorziene omstandigheden, zoals het weer en de voorbereidende werkzaamheden door andere leveranciers niet gereed waren, de werkuren van mijn mensen zouden worden doorbetaald.”In dit bericht wordt met geen woord gerept over de volgens [verweerder] gemaakte afspraak dat het werk in tien dagen moest worden gedaan, bij gebreke waarvan het meerdere kwalificeert als meerwerk dat door [eiseres] moet worden voldaan. Wel blijkt uit het bericht dat (in beginsel) een vaste prijs gold van € 25.000,- per dak/ installatie.
2 tot en met 6 een vaste prijs afgesproken hebben van € 25.000,- exclusief btw per dak.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. Daarom zal het bedrag dan ook toegewezen worden tot het wettelijke tarief, zijnde € 1.127,50.
1.390,00(2 punten x tarief € 695,00)
“(…) Ik ontvang graag deze week een opzet van wat we kunnen aanbieden naar particulieren. Plat dak en dakpannen. Ik zoek een scherpe aanbieding om in de zomer eenmalig t/m bv september te leveren. (…)”.Niet gesteld of gebleken is dat dit vervolgens geleid heeft tot een opdracht. Dat sprake zou zijn geweest van separate opdrachten is ook betwist door [eiseres] . Gelet op het voorgaande had het op de weg van [verweerder] gelegen zijn vordering nader te onderbouwen. Dit heeft hij nagelaten. De vorderingen van [verweerder] zullen daarom in de beslissing worden afgewezen.
5.De beslissing
€ 5.420,00 vermeerderd met de nakosten van € 157,- zonder betekening en met betekening verhoogd met € 82,- en vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf 13 juli 2020;
€ 1.042,50.