ECLI:NL:RBMNE:2020:2405
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van financiële tegemoetkoming in vervoerskosten op basis van Wmo en het primaat van collectief openbaar vervoer
In deze zaak heeft eiser, die sinds 2012 een financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten ontving op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van deze tegemoetkoming door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De beëindiging vond plaats na een heronderzoek, waarbij eiser niet wilde meewerken aan een medisch onderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beëindiging van de tegemoetkoming rechtmatig was, omdat de verzekeringsarts concludeerde dat eiser in staat was om gebruik te maken van de regiotaxi, een vorm van collectief openbaar vervoer. Eiser betoogde dat de regiotaxi geen passend alternatief was vanwege zijn psychische klachten, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts zorgvuldig had gehandeld en dat er geen medische redenen waren die het gebruik van de regiotaxi in de weg stonden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een overgangstermijn voor de beëindiging van de tegemoetkoming.