ECLI:NL:RBMNE:2020:2401

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2020
Publicatiedatum
26 juni 2020
Zaaknummer
UTR 20/654
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op bezwaarschrift als zienswijze aangemerkt

Op 26 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Bewonersvereniging Oosterspoorplein en omgeving, eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, verweerder. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig had beslist op haar bezwaarschrift van 14 december 2009. Eiseres stelde dat deze brief, hoewel prematuur, als bezwaarschrift tegen een omgevingsvergunning voor zes zelfstandige wooneenheden moest worden gezien.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de brief van eiseres door verweerder terecht is aangemerkt als een zienswijze en niet als een bezwaarschrift. Verweerder had de brief opgevat als een reactie op de aanvraag van 26 november 2009, die nog niet compleet was. Eiseres had niet voldaan aan de mogelijkheid om aanvullende gegevens in te dienen, waardoor de aanvraag buiten behandeling werd gesteld.

De rechtbank concludeert dat er op het moment van het indienen van het beroep geen ingediend bezwaarschrift was, waardoor eiseres geen rechtstreeks beroep kon instellen tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. N.K. de Bruin, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/654

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juni 2020 in de zaak tussen

Bewonersvereniging Oosterspoorplein en omgeving, eiseres

(gemachtigde: mr. A.R. Vliegen)
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,verweerder
(gemachtigde: J.G. van Setten)

Procesverloop

1. Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend, omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaarschrift van 14 december 2009. Volgens eiseres heeft zij met deze brief, weliswaar prematuur, bezwaar gemaakt tegen het verlenen van een omgevingsvergunning ter legalisatie van zes zelfstandige wooneenheden aan de [adres] in [woonplaats] .

Overwegingen

2. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is, gelet op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres met de brief van 14 december 2009 geen bezwaar heeft gemaakt. Verweerder heeft de brief naar eigen zeggen terecht, opgevat als zienswijze gericht tegen de aanvraag van 26 november 2009 voor het pand. Omdat deze aanvraag nog niet compleet was heeft verweerder de aanvrager tot uiterlijk 28 december 2009 in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens in te dienen. Hieraan is niet voldaan, zodat verweerder de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld.
4. Ingevolge artikel 1:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder het maken van bezwaar verstaan: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Artikel 6:4, eerste lid, van de Awb bepaalt vervolgens dat het maken van bezwaar geschiedt door indiening van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het betreffende besluit heeft genomen.
5. De rechtbank oordeelt dat verweerder de brief van 14 december 2009 terecht heeft opgevat als zienswijze tegen de aanvraag, en niet als bezwaarschrift. In de onderwerp regel bovenaan de brief heeft eiseres vermeld:
“Betreft: Ingekomen bouwaanvraag van 26 november; [nummer] - [adres] (maken van 6 woningen in het pand)”Hiermee wordt verwezen naar de
aanvraag. Uit de inhoud van de brief blijkt dat eiseres verweerder met de brief wil bewegen om de aanvraag af te wijzen als verweerder daarop een besluit gaat nemen. Eiseres eindigt de brief met de vraag of verweerder de aanvraag wil weigeren. Niet kan dus worden gezegd dat eiseres niet wist of redelijkerwijs niet kon weten, dat er nog geen besluit tot stand was gekomen, zodat zij met de brief beoogd heeft (prematuur) bezwaar te maken. Voor zover eiseres stelt dat haar brief door verweerder opgevat had moeten worden als handhavingsverzoek, volgt de rechtbank eiseres evenmin. In de brief vraagt eiseres verweerder niet om handhavend op te treden tegen een illegale situatie.
6. Gelet op het voorgaande is de rechtbank niet gebleken dat er, op het moment dat eiseres beroep instelde, sprake was van een ingediend bezwaarschrift. Dit betekent dat aan eiseres géén rechtstreeks beroep openstond tegen het niet (tijdig) nemen van een besluit op dat bezwaarschrift door verweerder, zoals bedoeld in artikel 6:2, aanhef en onder b van de Awb in samenhang met artikel 6:12, tweede lid van de Awb.
7. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is op 26 juni 2020 gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. N.K. de Bruin, griffier. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra dat weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. De uitspraak is verzonden op de stempoeldatum die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.