ECLI:NL:RBMNE:2020:2395
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan bewijs van indiening bezwaarschrift
Op 26 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Bewonersvereniging Oosterspoorplein en omgeving, eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, verweerder. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig had beslist op haar bezwaarschrift van 3 juli 2017, dat gericht was tegen een besluit van 6 juni 2017 waarin een aanvraag om een splitsingsvergunning werd afgewezen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres niet heeft aangetoond dat het bezwaarschrift daadwerkelijk is verzonden en dus is ingediend. Dit gebrek aan bewijs leidde tot de conclusie dat er geen beroep openstond tegen het niet (tijdig) nemen van een besluit op het bezwaarschrift.
De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit niet nodig werd geacht op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder ontkende het bezwaarschrift te hebben ontvangen, en de rechtbank oordeelde dat het aan eiseres was om te bewijzen dat het bezwaarschrift was verzonden. De enkele stelling dat het bezwaarschrift was verzonden, was onvoldoende. Eiseres heeft wel een kopie van het bezwaarschrift overgelegd, maar deze bevatte geen bewijs van verzending en was niet geadresseerd aan verweerder.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen ingediend bezwaarschrift was op het moment dat eiseres beroep instelde, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, en verweerder is inmiddels in kennis gesteld van het bezwaarschrift, waardoor hij alsnog een besluit moet nemen. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. N.K. de Bruin, griffier, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen.