Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juni 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
en
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
(hierna: eisers)
- [minderjarige 1] (geboren op [2013] );
- [minderjarige 2] (geboren op [2014] );
- [minderjarige 3] (geboren op [2016] );
- [minderjarige 4] (geboren op [2019] ).
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
1 april 2020 een woning aan de [adres] . Het betreft een bovenwoning met drie slaapkamers. Eén slaapkamer is minder geschikt als slaapkamer, omdat het aansluitpunt van de wasmachine zich daar bevindt. Eiseres woont daar samen met haar kinderen. De verhuurder van de woning in [woonplaats] heeft te kennen gegeven dat niet teveel mensen mogen worden ingeschreven op deze woning. Afgesproken is dat eiseres en de kinderen daar zouden gaan wonen. Eiseres wil niet het risico lopen de woning te moeten verlaten. Zij is nog wel op zoek naar een woning voor zes personen.
teveelmensen mogen worden ingeschreven. Daarmee staat niet vast wanneer er teveel mensen wonen en dat eiser daar ook onder valt. Dat is afgesproken dat eiseres daar zou wonen met haar kinderen, is ook niet met stukken of anderszins onderbouwd. Tot slot hebben eisers ook niet onderbouwd dat een van de slaapkamers minder geschikt is als slaapkamer. De enkele stelling dat daar de aansluiting van de wasmachine zit, is daarvoor onvoldoende. Daarom is niet duidelijk geworden waarom eiser niet bij eiseres en de kinderen intrekt, in plaats van een beroep te doen op de maatschappelijke opvang. Hij wil immers graag bij zijn gezin wonen en niet aannemelijk is gemaakt dat dat niet mogelijk is in de huurwoning van eiseres in [woonplaats] . In wat eisers hebben aangevoerd ziet de rechtbank geen voldoende actueel belang om het beroep ontvankelijk te achten. De rechtbank merkt hierbij op dat is gesteld noch gebleken dat schade is geleden.