ECLI:NL:RBMNE:2020:2367
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken beroepsgronden en besluit
Op 16 april 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 19/4542. Eiser heeft op 21 oktober 2019 beroep ingesteld tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting in deze zaak. Eiser heeft geen beroepsgronden ingediend, wat vereist is volgens artikel 6:5 van de Awb. Daarnaast heeft eiser geen kopie van het besluit ingediend waartegen beroep is ingesteld. De rechtbank heeft eiser op 3 december 2019 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken de beroepsgronden en een kopie van het besluit in te dienen, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet inhoudelijk te behandelen en te verklaren dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. Deze uitspraak is gedaan door mr. V.E. van der Does, rechter, in aanwezigheid van O.G.J. Stroek, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet in een openbare zitting gedaan, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.