ECLI:NL:RBMNE:2020:2348

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 juni 2020
Publicatiedatum
24 juni 2020
Zaaknummer
16/028553-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor structurele oplichting via internet met meerdere slachtoffers en fraude met persoonsgegevens

Op 24 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere feiten van oplichting en fraude. De verdachte is veroordeeld voor het oplichten van 160 personen door middel van een valse naam en hoedanigheid via internet, waarbij hij goederen te koop aanbood op websites zoals Marktplaats.nl en zijn eigen webshop. De rechtbank oordeelde dat de verdachte willens en wetens een onjuiste voorstelling van zaken heeft gecreëerd, waardoor slachtoffers zijn bewogen tot het doen van betalingen voor goederen die nooit zijn geleverd. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan identiteitsfraude door persoonsgegevens van een ander te gebruiken om een stofzuiger te bestellen bij Wehkamp. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 54 maanden, met aftrek van het voorarrest, en ontzetting uit de uitoefening van het beroep van bestuurder/directeur van een rechtspersoon voor de duur van vijf jaar. De rechtbank heeft ook gelast tot openbaarmaking van de uitspraak, zonder de gebruikelijke anonimisering van de naam van de verdachte, om de maatschappij te beschermen tegen zijn toekomstige daden. De zaak benadrukt de ernst van online oplichting en de impact ervan op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/028553-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 juni 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1976] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats ] ,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 1 mei 2019, 24 juli 2019, 16 oktober 2019, 18 december 2019, 4 maart 2020, 27 mei 2020 en 24 juni 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S. Koster, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 16 oktober 2019 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1
primair
in/omstreeks de periode van 21 februari 2018 tot en met 2 juni 2018 in Nederland, met (een) ander(en), 160 personen heeft opgelicht door:
- gebruik te maken van een valse naam en/of
- op de website www.marktplaats.nl en/of www. [webwinkel 1] .nl goederen te koop aan te bieden en/of
- toe te zeggen dat de goederen na ontvangst van betaling zouden worden geleverd en/of
- een bankrekening op te geven, waar het/de te betalen aankoopbedrag(en) kon(den) worden overgeboekt en over welke rekening hij, verdachte en/of zijn mededaders, de beschikking had en/of
- op een of meer bestelling(en) te reageren met een bestelnummer en/of een leverdatum waarop de levering van de bestelde goederen zou worden nagekomen,
- terwijl het/de betaalde goed(eren) niet en/of onvolledig door verdachte en/of zijn mededaders is/zijn geleverd;
subsidiair
in/omstreeks de periode van 21 februari 2018 tot en met 2 juni in Nederland, met (een) ander(en), geldbedragen, toebehorend aan andere personen, heeft verduisterd;
feit 2
primair
in de periode van 27 juni 2018 tot en met 02 juli 2018 in Nederland, met ander(en), 14 personen heeft opgelicht, door:
- gebruik te maken van een valse naam en/of
- op de website www.marktplaats.nl en/of www. [onderneming] .nl goederen te koop aan te bieden en/of
- toe te zeggen dat de goederen na ontvangst van betaling zouden worden geleverd en/of
- een bankrekening op te geven, waar het/de te betalen aankoopbedrag(en) kon(den) worden overgeboekt en over welke rekening hij, verdachte en/of zijn mededaders, de beschikking had en/of waarvan het/de aankoopbedrag(en) werd(en) gepind en contant aan verdachte en/of zijn mededaders werd gegeven en/of
- op een of meer bestelling(en) te reageren met een bestelnummer en/of een leverdatum waarop de levering van de bestelde goederen zou worden nagekomen,
- terwijl het/de betaalde goed(eren) niet en/of onvolledig door verdachte en/of zijn mededaders is/zijn geleverd.
subsidiair
in de periode van 27 juni 2018 tot en met 02 juli 2018 in Nederland, met ander(en), geldbedragen toebehorend aan personen heeft verduisterd;
feit 3
op 31 mei 2018 te Ede en/of [vestigingsplaats] opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van [aangever 1] heeft gebruikt om een onderneming, genaamd ‘ [onderneming] ’, op te richten en een stofzuiger en een lounge set te bestellen bij Wehkamp, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kan ontstaan;
feit 4
als bestuurder van de rechtspersoon ‘ [rechtspersoon] B.V.’,
voor of tijdens het faillissement, op 5 juni 2018 te Ede en/of [vestigingsplaats] een wasmachine en/of een droger aan de boedel heeft onttrokken;
feit 5
als bestuurder van de rechtspersoon ‘ [rechtspersoon] B.V.’,
tijdens het faillissement van de rechtspersoon, op 5 juni 2018, te Ede en/of [vestigingsplaats] , desgevraagd opzettelijk, niet terstond, zijn administratie aan de curator heeft verstrekt;
feit 6
op 4 juni 2018 te Blaricum een huurcontract valselijk heeft opgemaakt door dit huurcontract op te maken waarin is opgenomen dat [alias] overeenkomt een pand te huren van hem, verdachte;
feit 7
op 4 juni 2018 te Blaricum, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van het onder feit 6 genoemde valselijk opgemaakte huurcontract, door met dit huurcontract een adreswijziging bij de Kamer van Koophandel door te voeren ten behoeve van de onderneming ‘ [rechtspersoon] B.V’.

3.VOORVRAGEN

3.1
Geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is.
3.2
Bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat zij bevoegd is tot kennisneming van het tenlastegelegde.
3.3
De ontvankelijkheid van de officier van justitieDe raadsvrouw heeft aangevoerd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging omdat, zo begrijpt de rechtbank, de met de opsporing en vervolging belaste ambtenaren gedurende het voorbereidend onderzoek ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij wel ontvankelijk is in de vervolging, omdat geen sprake is van een situatie waarin de belangen van de verdachte doelbewust en in ernstige mate zijn geschonden. De rechtbank stelt vast dat de raadsvrouw geen concrete feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht waaruit blijkt (i) welke ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde is gemaakt, (ii) waarom sprake is van een doelbewuste inbreuk of waaruit blijkt dat de inbreuk met grove veronachtzaming is veroorzaakt en (iii) waarom dit tot gevolg heeft dat verdachte een eerlijk proces wordt onthouden. De rechtbank verwerpt daarom het verweer. Bovendien ziet zij ook ambtshalve geen redenen voor het niet-ontvankelijk verklaren van de officier van justitie. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging van verdachte.
3.4
Redenen tot schorsing van de vervolging
De rechtbank stelt vast dat er geen redenen zijn tot schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 tot en met feit 7 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich aan de hand van ter zitting overgelegde pleitnotities, die aan het proces-verbaal van die zitting zullen worden gehecht, primair op het standpunt gesteld dat sprake is van onherstelbare vormverzuimen, hetgeen moet leiden tot bewijsuitsluiting.
Subsidiair heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit van het onder feit 1 tot en met feit 5 tenlastegelegde. Ten aanzien van de feiten 6 en 7 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Meer in het bijzonder heeft zij het volgende aangevoerd.
  • Voor feit 1 geldt dat geen sprake is van de in de wet genoemde oplichtingsmiddelen waarmee verdachte personen zou hebben bewogen tot doen van een (aan)betaling, waardoor ook geen sprake is van een causaal verband tussen een oplichtingsmiddel en het moment dat iemand iets op [webwinkel 1] .nl heeft gekocht. Verdachte heeft deze webshop op een legale manier geëxploiteerd en heeft de bestelde goederen geleverd tot het moment dat zijn bedrijf [rechtspersoon] B.V., waar de webwinkel [webwinkel 1] .nl onderdeel van was, failliet ging. Vanaf dat moment kon verdachte niet meer leveren. Er was dus hooguit sprake van wansprestatie en niet van oplichting, waardoor vrijspraak voor dit feit moet volgen.
  • Voor feit 2 geldt dat personen goederen hebben besteld op de website www. [onderneming] .com. Verdachte is bij die website niet betrokken geweest. Hij heeft alleen de website www. [onderneming] .nl en op verzoek van een ander gebouwd. Er is niet één aangever die stelt een bestelling te hebben gedaan op de site www. [onderneming] .nl. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van dit feit.
  • Voor feit 3 geldt dat er geen onafhankelijk bewijs is dat de stelling van aangever [aangever 1] dat er sprake is van identiteitsfraude ondersteunt. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van dit feit.
  • Voor feit 4 geldt dat geen sprake is van bedrieglijke bankbreuk, omdat verdachte voor de wasmachine heeft betaald. Dit staat vermeld in het kasboek van [rechtspersoon] B.V. Daarnaast blijkt uit het faillissementsverslag dat geen sprake is van paulianeus handelen. Voorgaande dient te leiden tot vrijspraak van verdachte voor dit feit.
  • Voor feit 5 geldt dat er geen althans onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om verdachte voor dit feit te veroordelen, omdat de curator slechts een ‘vermoedelijke’ aangifte heeft gedaan en nooit de inhoud van de – op dubieuze wijze verkregen – krat met ‘bedrijfsadministratie’ is getoond.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van de bewijsmiddelen geldt dat zij steeds worden gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
[aangever 2], woonachtig te ’ [woonplaats ] , heeft op 15 juni 2018 aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 27 mei heb ik bij www. [webwinkel 1] .nl een Intex opblaasbare Jacuzzi besteld en via iDEAL direct betaald (€ 257,95). Op de webshop stond dat de levertijd 10 dagen was maar 10 dagen verder heb ik geen jacuzzi ontvangen (06-06-2018). Twee weken geleden heeft mijn vriend telefonisch contact opgenomen en ook daadwerkelijk iemand aan de telefoon gehad die precies kon vertellen wat ik besteld had. [2] Ze zouden laten weten als het binnen was en verstuurd werd. Afgelopen week meerdere malen gebeld omdat ik het niet vertrouwde en niks gehoord had. Een paar keer een mail terug gehad dat het geleverd werd maar ze hadden het druk vandaar niks laten weten. [3]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 2] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 7 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedemorgen
Wij hebben u email ontvangen.
Wij hebben contact opgenomen omtrent u bestelling en het is erg druk op dit moment
U bestelling wordt op Dinsdag 12 Juni 2018 geleverd tussen 15,00 en 16,00,00 uur in de middag
Wij kregen net te horen dat vrijdag vol zit bij het transport bedrijf
indien u de bestelling wilt annuleren vernemen wij dat graag.
En zult u de betaling binnen 5 werkdagen terug ontvangen op u rekening.
Ons excuses voor de vertraging
Met vriendelijke groet [alias]
Directeur [webwinkel 1]
.nl
Afdeling Klantenservice
[adres]
[vestigingsplaats]
Kvk. [KvK nummer] ” [4]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 2] ook het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 27 mei 2018 van noreply@rabobank.nl heeft ontvangen:
“Onderwerp: iDEAL-betaling aan Stichting Mollie Payments inzake [rechtspersoon] B.V.
Geachte klant,
Op uw verzoek ontvangt u onderstaande bevestiging van uw iDEAL betaling. U heeft betaald (…).
Begunstigde: diensten B.V. Stichting Mollie Payments inzake [webwinkel 1]
Bedrag: € 257,95
IBAN begunstigde: [rekeningnummer] . [5]
[aangever 3], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 15 juni 2018 aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 28 april 2018 heb ik een inductiefornuis gekocht ter waarde van 1395,70 euro. Via een iDEAL betaling (STG Mollie payments) heb ik betaling overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer] . Het fornuis had 2 weken levertijd. Na 3 weken hebben we een afspraak gemaakt om het fornuis te leveren, maar het fornuis is niet geleverd. Er kwamen nog een aantal "smoesjes", dat ze achter liepen met de bezorging en dat ze aan het verhuizen waren. Het fornuis zou een paar dagen geleden verzonden zijn, maar we hebben nog niets ontvangen. Nu is de servicedesk niet meer bereikbaar, bestaat de website niet meer. [6]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 3] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 26 mei 2018 van administratie@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 3] ,
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk] [7]
Smeg fornuis 90 cm inductie C9IMX9 € 1.849,00
Subtotaal inclusief btw € 1.849,00
Kortingscode (oranje2018) € -462,25
Verzendkosten € 8,95
Totaal inclusief btw € 1.395,70” [8]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 3] ook het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 6 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedemorgen
Wij hebben u email ontvangen.
Wij zullen binnen 48 uur contact met u opnemen omtrent de levering.
Tevens hebben wij aan de planning gevraagd contact op te nemen met het transport bedrijf
En na te vragen wat de status is van u bestelling
Wij zullen zorgen dat u bestelling zsm wordt geleverd
Wij zullen u bestelling binnen 7 dagen levering na dagtekening van deze email
indien u de bestelling wilt annuleren vernemen wij dat graag.
En zult u de betaling binnen 5 werkdagen terug ontvangen op u rekening.
Ons excuses voor de vertraging
Met vriendelijke groet [alias]
Directeur [webwinkel 1]
.nl
Afdeling Klantenservice
[adres]
[vestigingsplaats]
Kvk. [KvK nummer] ” [9]
[aangever 4], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 20 juni 2018 aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 26 mei 2018 zag ik een advertentie op mp (de rechtbank begrijpt: Marktplaats) en werd doorgelinkt naar de webshop [webwinkel 1] .nl. Ik heb contact met hen opgenomen en gevraagd hoe het in zijn werk ging i.v.m. de actie van de jacuzzi. Er werd mij verteld dat ze deze week zouden binnenkomen en dan werden ze verzonden. Ik bestelde er 2. Ik kreeg gelijk een bevestiging van de bestelling, na 1 week wachten heb ik gemaild en kreeg een mail terug dat ze vertraging hadden opgelopen dat ze dinsdag zouden worden geleverd en toen ik dinsdag niks ontvangen had, heb ik gelijk gemaild en gebeld, maar tot op heden geen reactie. [10]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 4] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 26 mei 2018 van administratie@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 4] ,
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk]
Intex Pure Spa Bubble Therapy – Opblaasbaar Bubbelbad, aantal 2 € 498,00
Verzendkosten € 8,95
Totaal inclusief btw € 506,95” [11]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 4] ook het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 6 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedemiddag
Wij hebben u email ontvangen.
Wij hebben contact opgenomen omtrent u bestelling en het is erg druk op
dit moment
U bestelling wordt op Dinsdag 12 Juni 2018 geleverd tussen 15,00 en
16,00,00 uur in de middag
Wij kregen net te horen dat vrijdag vol zit bij het transport bedrijf
indien u de bestelling wilt annuleren vernemen wij dat graag.
En zult u de betaling binnen 5 werkdagen terug ontvangen op u rekening.
Ons excuses voor de vertraging
Met vriendelijke groet [alias]
Directeur [webwinkel 1]
.nl
Afdeling Klantenservice
[adres]
[vestigingsplaats]
Kvk. [KvK nummer] ” [12]
[aangever 5], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 15 juni 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Betreft: Webshop
Via: Marktplaats.nl
Betalingsmethode: Via Mollie payments
Betreft: Webshop [webwinkel 1] . Op 7 mei 2018 zijn 2 knikarmschermen besteld en afgerekend maar deze zijn nog steeds niet geleverd en de site is ook uit de lucht! [13]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 5] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 7 mei 2018 van info@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 5] ,
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk] [14]
Zonnescherm Cassete zwart 350 x 250 € 400,00
Zonnescherm Cassete zwart 500 x 250 € 480,00
Totaal inclusief btw € 955,00” [15]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 5] ook het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 12 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedeavond
Vandaag hebben wij veel emails gehad van klanten die bang zijn dat wij niet leveren.
Wij hebben in het verleden ook netjes geleverd wat wij hadden beloofd
Wij hebben op dit moment achterstanden met leveren maar wij proberen dit spoedig op te lossen.
Op dit moment is er spraken van onmacht binnen mijn bedrijf.
Wij vragen u om ons wel de kans te geven om ons afspraak na te komen ivm levering.
Indien u het geld terug wilt dan verzoek ik u een email naar mij te sturen.
Wij zullen dan binnen 5 werkdagen het geld bedrag terug storten op de rekening.
Met vriendelijke groet [alias]
Directeur [webwinkel 1]
.nl
Afdeling Klantenservice
[adres]
[vestigingsplaats]
Kvk. [KvK nummer]
Telefoon: [telefoonnummer] ” [16]
[aangever 6], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 20 juni 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Betreft: Webshop
Via: Marktplaats.nl
Betalingsmethode: iDEAL
Betreft: Webshop [webwinkel 1] .nl
Op 27 april 2018 heb ik een vaatwasser gekocht via de webshop en betaald, maar hij is nooit geleverd. Het gaat om een Smeg LVS43STXIN vaatwasser. De mensen van de winkel zijn niet meer bereikbaar en de website lijkt ook verdwenen. [17]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 6] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 27 april 2018 van administratie@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 6] ,
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk]
Smeg RVS vaatwasser 60 cm LVS43STXIN €763,00
Subtotaal inclusief btw € 763,00
Kortingscode (oranje2018) €-190,75
Verzendkosten € 15,00
Totaal inclusief btw € 587,25” [18]
[aangever 7], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 19 juni 2018 aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Betreft: Webshop
Via: Marktplaats.nl
Betalingsmethode: iDEAL
Betreft: Webshop [rechtspersoon] B.V./ [webwinkel 1]
Op 15 mei 2019 heb ik een fornuis met oven besteld die van een normaal functionerende webwinkel leek te zijn, die adverteerden via marktplaats. Inmiddels bijna een maand later heb ik geen oven en is er geen contact met het bedrijf te krijgen. Na vele pogingen heb ik tweemaal iemand aan de lijn gehad met telkens de mededeling dat mijn bestelling nog niet bij hen binnen in het magazijn was. Verder zijn ze niet te bereiken, telkens krijg ik een ingesprektoon en is de website uit de lucht gehaald. [19]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 7] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 15 mei 2018 van administratie@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 7] ,
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk] [20]
Smeg C8GMXNLK gasfornuis 80 cm € 979,00
Subtotaal inclusief btw € 979,00
Kortingscode (lente2018) € -244,75
Verzendkosten € 8,95
Totaal inclusief btw € 743,20” [21]
Als bijlage bij haar aangifteheeft [aangever 7] ook het volgende e-mailbericht toegevoegd dat zij op 6 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedemorgen
Wij hebben u email ontvangen.
Wij zullen binnen 48 uur contact met u opnemen omtrent de levering. [22]
Tevens hebben wij aan de planning gevraagd contact op te nemen met het transport bedrijf
En na te vragen wat de status is van u bestelling
Wij zullen zorgen dat u bestelling zsm wordt geleverd
Wij zullen u bestelling binnen 7 dagen levering na dagtekening van deze email
indien u de bestelling wilt annuleren vernemen wij dat graag.
En zult u de betaling binnen 5 werkdagen terug ontvangen op u rekening.
Ons excuses voor de vertraging
Met vriendelijke groet [alias]
Directeur [webwinkel 1]
.nl
Afdeling Klantenservice
[adres]
[vestigingsplaats]
Kvk. [KvK nummer] ” [23]
[aangever 8], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 19 juni 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Betreft: Webshop
Betalingsmethode: iDEAL
Betreft: Webshop [webwinkel 1]
Op 9 mei heb ik een bestelling op de site van [webwinkel 1] .nl Het gaat om een Amerikaanse koelkast en een hogedrukreiniger. De hogedrukreiniger is na vele mails en telefoontjes bezorgd. Maar de koelkast was vertraagd vanwege het transportbedrijf. Waarde van beide artikelen is € 705,66. Er werd keer op keer beloftes gedaan van levering maar helaas geen pakket. De site is uit de lucht. [24]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 8] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 9 mei 2018 van administratie@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 8] ,
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk]
Hogedrukreiniger Eurom Force 1800 € 49,99
Amerikaanse koelkast € 849,00
SCANPART waterfilter € 29,95
Subtotaal inclusief btw € 928,94
Kortingscode (lente2018) €-232,23
Verzendkosten € 8,95
Totaal inclusief btw € 705,66” [25]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 8] ook het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 6 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedemorgen
Wij hebben u email ontvangen.
Wij zullen binnen 48 uur contact met u opnemen omtrent de levering.
Tevens hebben wij aan de planning gevraagd contact op te nemen met het transport bedrijf
En na te vragen wat de status is van u bestelling
Wij zullen zorgen dat u bestelling zsm wordt geleverd
Wij zullen u bestelling binnen 7 dagen levering na dagtekening van deze email
indien u de bestelling wilt annuleren vernemen wij dat graag.
En zult u de betaling binnen 5 werkdagen terug ontvangen op u rekening.
Ons excuses voor de vertraging
Met vriendelijke groet [alias]
Directeur [webwinkel 1]
.nl
Afdeling Klantenservice
[adres]
[vestigingsplaats]
Kvk. [KvK nummer] ” [26]
[aangever 9], woonachtig te [woonplaats ] heeft op 20 juni 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Betreft: Webshop
Betalingsmethode: iDEAL
Betreft: Webshop [webwinkel 1]
Fornuis Smeg C7GMXNLK besteld en met iDEAL betaald op 20.04.2018, orderbevestiging 5063-1465-RK 20.04.2018, levertijd volgens advertentie 14 dagen, niks meer gehoord, zelf contact gezocht, (tal)loze toezeggingen later ingegaan op aanbod [webwinkel 1] (06.06.2018) bestelling te annuleren, aankoopbedrag gerestitueerd te krijgen, waarna aankondiging levering, gevolgd door datum en tijdstip levering (14.06.2018), maar geen levering, geen restitutie. [27]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 9] onder andere toegevoegd een factuur van [webwinkel 1] .nl aan dhr. [aangever 9] :
“Factuurdatum 8 juni 2018
Kenmerk [bestelkenmerk]
Smeg C7GMXNLK gasfornuis 70 cm € 942,00
Subtotaal inclusief btw € 942,00
Welkom01 € -235,50
Verzendkosten € 8,95
Totaal inclusief btw € 715,45” [28]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 9] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 6 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedemorgen
Wij hebben u email ontvangen.
Wij zullen binnen 48 uur contact met u opnemen omtrent de levering.
Tevens hebben wij aan de planning gevraagd contact op te nemen met het transport
bedrijf
En na te vragen wat de status is van u bestelling
Wij zullen zorgen dat u bestelling zsm wordt geleverd
Ons excuses voor de vertraging
Met vriendelijke groet [alias] ” [29]
[aangever 10], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 15 juni 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
“Betreft: Webshop
Via: Marktplaats.nl
Betalingsmethode: iDEAL
Betreft: Webshop [webwinkel 1] .nl/ [rechtspersoon] B.V.
Ik heb hier drie zonneschermen besteld op 20 april 2018 voor een totaal bedrag van 1255,00 euro. De levertijd zou 4 weken zijn, maar na veel mailen en bellen uiteindelijk niets ontvangen. Vrijdag 1 juni heeft hij nog beloofd dat het al aan de transporteur is over gedragen. Helaas niets ontvangen en ook niemand meer te
pakken te krijgen. Ook de mail wordt niet beantwoord.” [30]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 10] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 20 april 2018 van aministratie@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 10] ,
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk]
Zonnescherm Cassete T321
XS zwart 300 x 250 € 380,00
Zonnescherm Cassete zwart
350 x 250 € 400,00
Zonnescherm Cassete zwart
450 x 250 € 450,00
Subtotaal inclusief btw € 1.230,00
Verzendkosten € 25,00
Totaal inclusief btw € 1.255,00” [31]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 10] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 6 juni 2018 van info@ [webwinkel 1] .com heeft ontvangen:
“Goedemorgen
Wij hebben u email ontvangen.
Wij zullen binnen 48 uur contact met u opnemen omtrent de levering.
Tevens hebben wij aan de planning gevraagd contact op te nemen met het transport bedrijf
En na te vragen wat de status is van u bestelling
Wij zullen zorgen dat u bestelling zsm wordt geleverd
Ons excuses voor de vertraging
Met vriendelijke groet [alias] ” [32]
[aangever 11], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 20 juni 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Betreft: Webshop
Via: Marktplaats.nl
Betalingsmethode: iDEAL
Betreft: Webshop [webwinkel 1]
Op 9 april 2018 producten besteld, maar niet geleverd. Fornuis, afzuigkap en achterwand van SMEG. Veelvuldig contact dat er geleverd gaat worden, steeds aan het lijntje gehouden. [33]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 11] onder andere een kopie van een bankafschrift van de betaalrekening op naam van [aangever 11] toegevoegd:
“Naam/omschrijving/mededeling Bedrag (EUR)
09-04-2018 Stichting Mollie Payments - 1.108,16
Omschrijving: [omschrijving]
[webwinkel 1] B.V.
IBAN: [rekeningnummer]
Kenmerk: [bestelkenmerk] ” [34]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 11] onder andere de volgende WhatsApp-chat met [webwinkel 1] toegevoegd:
“05-06-18 10:35 - [aangever 11] : Graag spoedig contact. Wil weten hoe laat mijn
producten vandaag worden bezorgd, vr. Gr. [aangever 11]
05-06-18 15:27 - [webwinkel 1] : Goedemiddag
Wij hebben u bericht ontvangen
Echter zijn wij vandaag bezig met de verhuizing
Vanaf morgen zijn wij weer bereikbaar en zullen wij alle e-mails en apps
beantwoorden
Wij zullen ook binnen 48 uur contact met u opnemen voor levering van u bestelling
Met vriendelijke groet [alias]
Medewerker [webwinkel 1] .nl
07-06-18 11:39 - [webwinkel 1] : Goedemorgen
Wij hebben helaas een achterstand op gelopen met bezorging wij proberen binnen 5
werkendagen weer op schema te zijn. Ook zijn wij slecht bereikbaar omdat wij een
probleem hebben met de telefoon centrale in ons nieuwe pand wij proberen dit
spoedig op te lossen alle klanten die voor 28 mei 2018 besteld hebben zullen
uiterlijk volgende week hun bestelling ontvangen u ontvangt hier over een e-mail
Met vriendelijke groet [alias]
Directeur [webwinkel 1] .nl
Tevens wil ik mijn excuses aanbieden voor de vertraging
Voor vragen kunt u e-mailen naar info@ [webwinkel 1] .com
Alle klanten krijgen uiterlijk voor maandag middag de e-mail met de afspraak voor
levering voor a,s week
07- 06-18 12:47 - [aangever 11] : Dank voor het bericht. Ik hoop dat het
leveringsprobleem snel is opgelost ik wacht al sinds begin april!
07-06-18 17:34 - [aangever 11] : Begrijp dat de spullen worden geleverd. Heel fijn! Is ook duidelijk wanneer en hoe laat?
08- 06-18 09:43 - [aangever 11] : Hallo?
08-06-18 20:22 - [webwinkel 1] : Goedeavond wij hebben u een mail gestuurd voor de
levering voor a.s dinsdag mvg [alias]
08-06-18 21:53 - [aangever 11] : Dank. Mail goed ontvangen. Wordt vast goed geregeld nu! Vr. Gr [aangever 11]
13-06-18 02:10 - [aangever 11] : Heb vandaag geen producten geleverd gekregen, wat is er aan de hand? Failliet?” [35]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 11] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op 7 juni 2018 van klantenservice@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 11] ,
De status van uw bestelling, met kenmerk [bestelkenmerk] , is gewijzigd in: Verzonden
Met vriendelijke groet,
[webwinkel 1] ” [36]
[aangever 12], woonachtig te Eindhoven, heeft op 20 juni 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Betreft: Webshop
Via: Marktplaats.nl
Betalingsmethode: iDEAL
Betreft: Webshop [webwinkel 1] .nl
Op 21 februari 2018 bestelling zonnescherm geplaatst, betaald, factuur aanwezig. Meerdere malen telefonisch contact gehad, sms en mail ontvangen met loze beloften. Tot op heden niets ontvangen. [37]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 12] onder andere het volgende e-mailbericht toegevoegd dat hij op
21 februari 2018van administratie@ [webwinkel 1] .nl heeft ontvangen:
“Beste [aangever 12] .
Hartelijk dank voor uw bestelling!
Uw bestelkenmerk is: [bestelkenmerk]
Zonnescherm Cassete T382 XL zand beige 350 x 250 € 300,00
Subtotaal inclusief btw € 300,00
Verzendkosten € 25,00 [38]
Totaal inclusief btw € 325,00” [39]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 12] onder andere de volgende WhatsApp-chat met [webwinkel 1] toegevoegd:
Goedemorgen, ik stuur u hierbij een sms bericht over uw order bij [webwinkel 1] . Wij hebben een foutieve levering ontvangen van de leverancier, 80% is beschadigd en dus direct retour gedaan. De nieuwe levertijd zal 2 weken bedragen, toegezegd door onze leverancier. Graag vernemen wij van u of u akkoord gaat met 2 weken vertraging of dat u de gehele order wil annuleren. Met vriendelijke groet, Servicedesk [webwinkel 1]
Goede middag ik ga akkoord met de 2 weken vertraging Mvg [aangever 12] [40]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2018, hoorde ik als getuige [getuige 1] . Hij gaf mij geluidsfragmenten die hij opgenomen had toen hij samen met [verdachte] samen was. Het fragment is opgenomen op 4 juni 2018. Ik herken de stem van [verdachte] .
[verdachte] : is [verdachte]
[getuige 1] : is [getuige 1] (dit is [getuige 1] zijn Armeense naam)
[getuige 1] : 500
[verdachte] : 562
[getuige 1] : bestellingen?
[verdachte] : die mensen gaan allemaal naar [webwinkel 1] toe he
[verdachte] : Deze mensen..
[getuige 1] : Die hebben al wat geplaatst?
[verdachte] : ja de gaan fucked up zijn.
[getuige 1] : Die gaan dus verhaal halen [41]
[verdachte] : het probleem is, kijk al die mensen, nu al beginnen de fucked up te worden. Bam...allemaal mails. Ik heb er net een paar uitgelezen. Dit is van vanmiddag, dit moet ik allemaal beantwoorden.
[getuige 1] : Wat vragen ze dan?
[verdachte] : Gewoon wanneer het geleverd word.
[getuige 1] : En hier is niets geleverd
[verdachte] : Nee, je moet zo zien, 500 man krijgt van het weekeind te horen dat hij het pootje is gelicht.
[verdachte] : Kijk het probleem is en dat heb ik meneer al 10x verteld, hij heeft bij de kamer van koophandel… hij heeft echt een stomme actie gedaan. Kijk hier: [adres] . Ik had een ander adres aangeklikt. Het enige wat ik kan doen is proberen het adres te veranderen. Dat ga ik ook proberen. [42] En ik zal een contract aanmaken, dat moet per post weggaan.
[getuige 1] : Wat voor een contract?
[verdachte] : Dat zijn adres aangepast wordt.
[verdachte] :Ik maak een huurcontract, een valse, die sturen we op naar de kamer van koopkamer met zijn ding erbij. Dan sturen we mensen in een boog. Begrijp je wat ik bedoel?
[getuige 1] : Nee
[verdachte] : Je stuurt mensen als het ware, je moet mensen het donker in sturen ja. Hier...huurovereenkomst
[getuige 1] : Ow je maakt nu een huurovereenkomst op zijn naam?
[verdachte] : Dit is iemand anders die ik hier heb, wacht kijk. Deze is ondertekend ja? Op ondertekend doe ik gewoon het zelfde. [alias] . Gevestigd te [vestigingsplaats] ..(niet te verstaan) wacht even verhuurder en huurder, owja hier, ondertekenen. Hier genoemde verhuurder (niet te verstaan) kamer van koophandel.
[getuige 1] : maar ik snap het niet
[verdachte] : Luister ik moet mensen het donker in sturen, als ik dat niet doe krijgt hij allemaal shit over zich heen. Hij heeft die fout gemaakt bij de kamer van koophandel en ik moet het nu rechttrekken. Want als dit niet gebeurt..
[getuige 1] : Maar jij hebt toch alles ingevuld voor hem
[verdachte] : Luister, nee, zij vragen hem de vraag bij de kamer van koophandel. Moet uw privé adres vermeld zijn ja of nee.
[getuige 1] : ja
[verdachte] : Hij heeft blijkbaar ja gezegd met zijn stomme kop. Nu maak ik een contract, een vals contract. Dat stuur ik naar de kamer van koophandel dat hij zogenaamd
een pand huurt wat hij niet heeft. Dan gaan de mensen daar naartoe. Dan speelt het voor hem save snap je?
[getuige 1] : Dat hij zeg maar een pand huur?
[verdachte] : Nee luister, lees dit, dit is een kantoorruimte die huurt men. Ik maak nu een vals contract dat hij zogenaamd dit huurt wat hij helemaal niet huurt. Maar dan wordt het adres verhuisd zodat mensen niet meer bij hem komen. [43]
[getuige 1] : maar die website die [A] heeft gebouwd, die
[verdachte] : Die gaan we nu laten lopen, nu heb ik elke dag tijd en hoef ik niet meer in [vestigingsplaats] te zijn. Nu ga ik bouwen als een gek. Daarom ik moet zijn legitimatie hebben. Die moet ik echt hebben, dan kan ik wat, en dan gaan we ook vol er tegenaan met zijn tweeën.
[getuige 1] : Maar wanneer ga je [vestigingsplaats] dan nu leeghalen?
[verdachte] : Morgenochtend heel vroeg, heel vroeg.
[verdachte] : [webwinkel 1] .nl kijk. Deze wijziging heb ik al doorgegeven.
[getuige 1] : Zijn adres en alles.
[verdachte] : Ja klopt op de kamer van koophandel en alles staat het. En ik moet nu dit contractje maken, dan vervals ik de handtekening en dan opsturen en bidden dat het goed gaat. [44]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2018, hoorde ik als getuige [getuige 1] . Hij gaf mij geluidsfragmenten die hij opgenomen had toen hij samen met [verdachte] samen was. Ik herken de stem van [verdachte] . Deze opname is gemaakt op 6 juni 2018 bij [verdachte] thuis. De vrouw van [verdachte] , [A] is ook in deze opname te horen.
[verdachte] : [verdachte]
[A] : [A]
[getuige 1] : [getuige 1]
[verdachte] : Ze heeft al ruim 300 mails gestuurd, weet je wat het is [getuige 1] . Als je die mails niet stuurt, en dat heb ik haar ook verteld daarom helpt ze mij ook, dan verliezen wij het geld op de ING. Dat is allemaal met bestellingen, ik probeer die mensen rustig te houden snap je? Want als je dat niet doet dan is het game over. We sturen nu gewoon dat ze binnen 7 werkdagen geleverd krijgen met een dikke excuses erin weet je. [A] can you show me the mails?
: You can make these mail things?
[A] : I don’t know I copy paste, copy paste
[verdachte] : Moet ik voorlezen wat er staat?
Goedemorgen, we hebben uw email ontvangen, we zullen binnen 48 uur contact met u opnemen over de levering. Tevens hebben wij aan de planning gevraagd contact op te nemen met het transportbedrijf om na te vragen wat de status is van uw bestelling. Wij zullen zorgen dat uw bestelling z.s.m. word geleverd. Wij zullen de bestelling binnen 7 werkdagen na dagtekening van deze email. Indien u de bestelling wilt annuleren nemen wij graag, u zult de betaling binnen 5 werkdagen terugontvangen op uw rekening.
: En dat gaat naar al die klanten? [45]
[verdachte] : Alle klanten [46]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2018, hoorde ik als getuige [getuige 1] . Hij gaf mij geluidsfragmenten die hij opgenomen had toen hij samen met [verdachte] samen was. Ik herken de stem van [verdachte] . Deze opname is gemaakt op 8 juni 2018.
In dit proces verbaal kort ik de voornamen af als volgt;
[verdachte] : [verdachte]
[getuige 1] : [getuige 1] [47]
[verdachte] : Ik heb een nieuwe wasmachine boven sinds vandaag.
[getuige 1] : Nieuwe wasmachine?
[verdachte] : Ja, die ik uit [vestigingsplaats] heb weg gejat toch, die heb ik s’ morgens nog gekaapt daar.
[getuige 1] : ja ja ow ja die heb je hier gezet
[verdachte] : ja ja (Lachend) mooi ding hor. [48]
[getuige 1] : Dus als je op [webwinkel 1] ging zoeken zag je eerst zijn adres van hem. Van zijn privé huisadres. Maar wanneer heef tie dat veranderd dan?
[verdachte] : Nee dat heb ik gedaan, waarom denk je?
[getuige 1] : maar hoe?
[verdachte] : Door middel van een vals contract
[getuige 1] : ow wat je toen aan het maken was, was toch gelukt
[verdachte] : Tuurlijk
[getuige 1] : En die handtekening dan?
[verdachte] : Ik heb zijn handtekening in de computer staan, die kan ik gewoon overal onder pleuren (lachend). [49]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2018, hoorde ik als getuige [getuige 1] . Hij gaf mij geluidsfragmenten die hij opgenomen had toen hij samen met [verdachte] samen was. Ik herken de stem van [verdachte] . Deze opname is gemaakt op 10 juni 2018.
In dit proces verbaal kort ik de voornamen af als volgt;
[verdachte] : [verdachte]
[getuige 1] : [getuige 1]
[verdachte] : Ik kan nu een afspraak maken voor morgen nog bij de kamer van koophandel moet ik even kijken in Eindhoven. Als hij daar naartoe gaat en hij schrijft zich morgen in als bedrijf, met de bedrijfsnaam die ik hem geef. Ik doe al het voorwerk hier, als hij dat morgen doet krijgt hij morgen 1000 euro van mij. Meteen bam! En daarna, telkens als we geld binnen halen. Ik gooi de webshop die ik heb die gooi ik naar zijn kamer van koophandel over. Ik ga de boel leegtrekken. [50]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2018, hoorde ik als getuige [getuige 1] . Hij gaf mij geluidsfragmenten die hij opgenomen had toen hij samen met [verdachte] samen was. Ik herken de stem van [verdachte] .
[verdachte] : is [verdachte]
[getuige 1] : is [getuige 1] (dit is [getuige 1] zijn Armeense naam) [51]
[getuige 1] : Maar die [webwinkel 1] Dienst ga je failliet verklaren?
[verdachte] : Die laat ik failliet verklaren daar wil ik vanaf. Maar dan heb ik deze dat is de [webwinkel 1] Holding. Deze wordt woensdag failliet...deze overleef ik nog.
[verdachte] : Het is belangrijk dat we nu de boel gaande houden. Dat is nu echt belangrijk., meer dan ooit. Echt waar als we de hoofdprijs eruit willen halen moeten we nu doorzetten. [52]
Getuige [getuige 1]heeft op 23 oktober 2018 een verklaring afgelegd bij de politie. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Ik wil graag een getuigenverklaring afleggen tegen [verdachte] . Hij heeft zo veel mensen te benadeeld, misbruikt en opgelicht dat het klaar moet zijn. Hij vertelde mij toen ik bij hem thuis was dat hij er van genoot dat hij met Kerst en Oud en Nieuw kinderfietsjes verkocht en deze niet leverde. Hij vertelde dat er dan opa’s en oma’s nu naar de sites gingen en hun geld aan hem overmaakte. [53] Hij zei dat hij de nummer 1 oplichter in Nederland was. Ik weet nog dat ik hem geholpen heb met het leeghalen van het bedrijfspand is [vestigingsplaats] . Ik was hier samen met iemand die [aangever 1] heet (de rechtbank begrijpt: [aangever 1] ). [aangever 1] kreeg de opdracht van [verdachte] om naar de hei te gaan om een hele stapel met papieren te verbranden. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat deze papieren echt verbrand moesten worden want anders was hij echt de lul. Deze papieren zijn alle betalingsbevestigingen van klanten die bij hem wat gekocht hadden en waar niets geleverd was. Er zijn ook papieren waar een van zijn aliassen op staat: [alias] . [aangever 1] is weggegaan met de papieren en heeft mij gebeld. Ik heb de papieren bij mij thuis opgeslagen. Ik ga er voor zorgen dat u deze ook krijgt. Het zijn papieren uit zijn kantoor thuis in [woonplaats ] en uit zijn kantoor in [vestigingsplaats] . [verdachte] heeft gezegd tegen mij dat er meer dan 200 benadeelden zijn, hij heeft mij ook de lijsten laten zien. Ik ben er bij geweest dat [A] , de vrouw van [verdachte] , alle mensen terugmailde met de tekst dat de levering nog even moest wachten omdat ze aan het verhuizen waren. Ondergetekende van de mail was [alias] . [alias] is een man die ze steeds gebruikte als katvanger. [alias] heeft op 27 mei 2018 de papieren ondertekend om [webwinkel 1] op zijn naam te zetten. [alias] heeft 27 mei 2018, 1x zijn handtekening gezet om voor geld het bedrijf op zijn naam te zetten en daarna nog 1x omdat [verdachte] er achter was gekomen dat de eerste documenten die [alias] getekend had nog steeds hem als hoofddader aanwezen. Die handtekening is nooit officieel gezet bij overheidsinstanties zoals hij wil dat de wereld gelooft. Ik heb hier een opname van dat [alias] bij een tankstation deze papieren ondertekent. [verdachte] heeft mij een keer gezegd: ‘Ik zorg gewoon dat ik in het begin alles regel en lever, dan als ik stop met leveren dan is het wanprestatie en geen fraude. Wanprestatie is niet strafbaar want dan probeer ik iets te doen, maar dat niet lukt. Ze kunnen me dan niet beschuldigen.’ [54] Ik heb foto’s gemaakt van de computer van [verdachte] . Hier zag ik dat op naam van [aangever 1] een stofzuiger was besteld via Wehkamp. Ik zal dit als bewijs toevoegen aan deze getuigenverklaring. Ik zag op het scherm in ieder geval een stofzuiger van het merk Miele staan. Het bezorgadres zou zijn [adres] in [woonplaats ] . [verdachte] heeft [aangever 1] zijn geboortedatum en naam gebruikt. Hij (de rechtbank begrijpt: [aangever 1] ) heeft nu een incassobureau achter zich aan. Hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) pleegt identiteitsfraude met [aangever 1] zijn naam. Hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) zou zelfs een nieuwe webshop zijn gestart, [onderneming] , op zijn naam en het rekeningnummer van [aangever 1] gebruikt hebben. Ik heb ook een foto gemaakt dat [verdachte] een hostnaam aan het claimen was. Hij was bezig met weer een nieuw bedrijf genaamd [onderneming] en had daar zojuist een website naam voor gemaakt. [55]
Getuige [getuige 2]heeft op 19 oktober 2018 een verklaring afgelegd bij de politie. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Mijn partner [B] , heeft op 27 mei 2018 via www. [webwinkel 1] .nl een jacuzzi besteld van € 507,95 (inclusief €8,95 verzendkosten). Ze kwam op deze site nadat ze op Marktplaats op zoek was geweest. Er stond een advertentie op Marktplaats waar stond dat er een partij was opgekocht en dat hierdoor voor een goedkope prijs jacuzzi's werden verkocht op www. [webwinkel 1] .nl. Eenmaal op de site heeft ze via iDEAL geld overgemaakt naar het rekeningnummer [rekeningnummer] (naar een rekening van Stg. Mollie Payments). De jacuzzi zou 12 juni geleverd worden. We kregen een bevestigingsmail van administratie@ [webwinkel 1] .nl met hierin bedankt voor uw bestelling. We hebben gereageerd op dit mailadres en kregen reactie van info@ [webwinkel 1] .nl. Deze mail was ondertekend door [rechtspersoon] B.V. Latere mail werd ook vanuit dit e-mailadres (info@ [webwinkel 1] .nl) beantwoord maar werd ondertekent met de naam [alias] . Toen er op 12 juni 2018 niets werd geleverd gingen er bij mij belletjes rinkelen. Ik ben op internet gegaan en kwam zo op het forum van opgelicht waarbij meerdere slachtoffer meldden dat er niets was ontvangen. [56] Ondertussen ben ik actief geweest op verschillende forums. Ik heb besloten een Facebookpagina op te richten voor benadeelden van www. [webwinkel 1] .nl. Deze groep liep als een trein en er meldden zich steeds meer benadeelden. [57] Ik heb contact gehad met een ex-werkneemster, [C] , ze heeft mij benaderd via Facebook. Ze heeft ongeveer 4 weken voor [verdachte] gewerkt in [vestigingsplaats] . Ze heeft mij lijsten gestuurd van klanten die nog teruggebeld moesten worden, deze mensen zijn allemaal opgelicht. Ze vertelde mij dat [verdachte] eerst goederen leverde en na een tijdje moest ze van hem smoezen vertellen aan klanten wanneer goederen geleverd zouden worden terwijl ze wist dat er helemaal niets onderweg was. Ze wist dat er bijvoorbeeld nog nooit een zonwering was geleverd, iedereen die bestelde was bij voorbaat al gedupeerd. De spullen die hij geleverd zou hebben, heeft hij via Wehkamp en Coolblue besteld en doorgestuurd hebben om vertrouwen te kweken. [58]
[alias]heeft op 6 maart 2019 tegenover de politie het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van oplichting cq. fraude met online handel. Het gaat over de oplichting gepleegd met de webshop [webwinkel 1] .nl. Wat kun je hier zelf op voorhand al over vertellen?
A: Voor de kamer van koophandel stond het bedrijf 2 weken op mijn naam, maar ik heb er niets mee te maken gehad. […] Ik heb op verzoek van [verdachte] een bedrijf op mijn naam gezet, omdat hij het zelf niet kon vanwege problemen die hij had ofzo. Het ging om het bedrijf [webwinkel 1] .nl. Ik heb getekend in mei of juni, maar het bedrijf was al begonnen voor mij zeg maar. Het bestond al. Na twee weken, juni of juli dus, heb ik de boel uitgeschreven bij de kamer van koophandel. Ik heb het bedrijf dus op mijn naam gezet. En toen ik hoorde dat [verdachte] een oplichter was heb ik het bedrijf uitgeschreven bij de kamer van koophandel. Ik heb van [verdachte] 3000 euro contant gekregen voor het op naam zetten bij de kamer van koophandel en voor het ondertekenen van het contract.
V: Volgens [verdachte] was jij vanaf 1 april 2018 eigenaar van de webshop. Klopt dit?
A: Op papier misschien wel. Ik heb het contact ondertekend ergens in mei of juni. [verdachte] zei echter dat er op moest staan dat het getekend was vanaf 1 april 2018. Dit klopte dus niet.
V: Wij tonen je nu een screenshot van een video (foto 1). Wat heb je hierop te zeggen?
A: Toen tekende ik dat contract ja. 1 april 2018 kende ik [verdachte] niet eens.
V: Wat heb jij op dat moment ondertekend voor [verdachte] ?
A: Het koopcontract van [webwinkel 1] .nl volgens mij.
V: Heb jij uitvoerig gelezen wat jij hebt ondertekend?
A: Nee. Ik heb niets gelezen. Ik heb alleen ergens mijn handtekening gezet. [59]
V: Hoeveel geld kreeg je van [verdachte] voor het ondertekenen van het koopcontract?
A: In totaal dus die 3000 euro. Maar dat is inclusief het op naam zetten bij de kamer van koophandel. Het bedrijf stond op mijn naam en op deze manier kwamen mensen achter mijn gegevens. Die gingen mij vervolgens benaderen dat zij geen spullen geleverd hadden gekregen. Ook kreeg ik dit soort geluiden van mijn huisbaas te horen. Die hadden hem dan benaderd, omdat het bedrijf op mijn adres stond vermeld. Toen begreep ik dat [verdachte] mensen had opgelicht. Nou, vervolgens heb ik dus die uitschrijving bij de Kamer van Koophandel gedaan.
V: Wij tonen een mail van een benadeelde (foto 4). Er zijn veel meer van dit soort mails die de afzender “directeur [webwinkel 1] - [alias] ” hebben. Heb jij deze mails ook zelf verstuurd?
A: Nee. Deze mails heb ik nooit verstuurd.
V: Was jij wel op de hoogte van het versturen van deze mails?
A: Nee, helemaal niet. [60]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De feitelijke inschrijving bij de kamer van koophandel is gedaan op 27 mei 2018 via het internet bij [verdachte] thuis. De inschrijving is gedaan door [verdachte] en [alias] samen. Omdat er een fout gemaakt is bij het inschrijving bij de Kamer van Koophandel moet dit met een vals opgemaakt huurcontract door [verdachte] gerectificeerd worden zodat het thuisadres van [alias] niet meer op de kamer van koophandel staat maar een bedrijfspand in [vestigingsplaats] het nieuwe adres wordt van de webwinkel. Inmiddels word de huisbaas van [alias] lastiggevallen door slachtoffers van de webshop. [61]
Als bijlage bij dit proces-verbaal van bevindingenis een ‘Koop-verkoopovereenkomst Webshop’ toegevoegd, waaruit onder ander het volgende blijkt:
[alias] geboren [1969] onder de handelsnaam [webwinkel 1] -winkel gevestigd te [adres] [vestigingsplaats] . aan de [adres] [vestigingsplaats]
(hierna “Koper”).
[rechtspersoon] B.V. gevestigd te [adres] [vestigingsplaats]
nemen in aanmerking dat
Verkoper exploiteert een webshop op het gebied van Detailhandel via het internet
(hierna “de Webshop”) www. [webwinkel 1] .nl Verkoper heeft geen personeel in dienst dat werkzaam is voor de Webshop.
Koper heeft interesse getoond in de overname van de Webshop van Verkoper Partijen hebben hierover diverse besprekingen gevoerd en de onderhandelingen afgerond;
Koper zal activa van Verkoper overnemen, zodat Koper de Webshop kan voortzetten per 01-04-2018 (hierna “de Leveringsdatum”), onder de voorwaarden zoals genoemd in deze overeenkomst (hierna “de Overeenkomst”).
[…]
1.1
De Koper koopt van Verkoper, gelijk Verkoper deze aan Koper verkoopt, de activa waarmee koper de Webshop vanaf de Leveringsdatum voor eigen rekening en risico kan voortzetten. [62]
Getuige [getuige 3]heeft op 12 februari 2019 een verklaring afgelegd bij de politie. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Ik heb een eigen bedrijf ED koeriers. Wij rijden pakketten voor Post NL in Baarn en [vestigingsplaats] . Zo kwamen wij in contact met [rechtspersoon] op de [adres] in [vestigingsplaats] . De onderhandelingen waren rond en wij zouden bestellingen voor hen gaan rijden. [63] Wij zijn vervolgens rondes gaan rijden zoals wij dat noemen, de eerste keer was op 28 april 2018. De laatste week dat wij aan het laden waren, dit was tussen 31 mei en 2 juni gedroeg [verdachte] zich zeer vreemd. We stonden te laden in de bus en ik zag [verdachte] en hoorde hem tot twee keer toe zijn telefoon met andere namen opnemen. De eerste keer nam hij op met de naam [alias] en de tweede keer met de naam [alias] . Wij kregen hier zo een naar gevoel van dat we de bestellingen zijn gaan rijden en direct thuis het bedrijf en [verdachte] zijn gaan opzoeken op Google. Hier schrokken we nog al van toen we zagen wat er allemaal geschreven werd. [64]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 26 oktober 2018 werd er een verklaring opgenomen van de getuige [getuige 4] . Dit betreft de eigenaar van [webwinkel 2] .nl, het bedrijf dat aan [webwinkel 1] .nl de webshop verhuurd heeft. De eigenaar van [webwinkel 2] .nl heeft vervolgens een lijst overhandigd van de IP-adressen die frequent hebben ingelogd (toegangslogs) op de website van [webwinkel 1] .nl. Dit bleek continu met het IP-adres [IP-adres] gebeurd te zijn. Op 16 november 2018 werden de gebruikersgegevens opgevraagd van het IP-adres [IP-adres] middels een vordering ex. artikel 126NA Wetboek van Strafvordering. Uit deze vordering kwam naar voren dat het IP-adres behoorde bij de [adres] te [woonplaats ] . Dit betreft het vestigingsadres van het bedrijf [webwinkel 1] B.V. en tevens het woonadres van verdachte [verdachte] . Aan de hand van de gevorderde gegevens blijkt echter dat er vanaf 1 april 2018 enkel vanaf het woonadres van [verdachte] is ingelogd als beheerder op de website van [webwinkel 1] .nl. [65]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 22 oktober 2018 vorderde de Officier van Justitie de bankrekeninggegevens van het rekeningnummer [rekeningnummer] bij de Rabobank. De gevorderde periode betrof 1 januari 2018 tot 1 oktober 2018.
Analyse rekening [rekeningnummer]
In de periode van 1 januari 2018 tot 1 oktober 2018 hebben er tot nu toe 167 slachtoffers aangifte gedaan van fraude met online handel. De slachtoffers zijn via marktplaats doorgelinkt naar www. [webwinkel 1] .nl. Op deze site hebben de slachtoffers onder andere jacuzzi’s, loungesets, hogedrukreinigers en witgoed besteld. Het geld hebben ze overgemaakt met iDEAL op het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van Mollie payments. Mollie payments is een tussenrekening tussen webwinkels en bedrijven. Een enkeling heeft niet via iDEAL betaald maar het bedrag overgemaakt op het rekeningnummer van een bedrijf genaamd [rechtspersoon] B.V. (gevestigd op de [adres] in [woonplaats ] ) zijnde [rekeningnummer] . Aan deze rekening is een aantal betaalpassen verbonden met de nummers 1, 11 en 532. Pasnummer 1 leek vooral gebruikt te worden voor de dagelijkse boodschappen in het Gooi en dan met name in [woonplaats ] . Op 31 januari 2018 en 12 februari 2018 werd er geld van deze rekening overgemaakt op rekening [rekeningnummer] met de tenaamstelling [verdachte] . [66] Opvallend is dat de naam [verdachte] 7x in de omschrijving van de overboeking staat vermeld. Er staat zelfs [adres] en [adres] in [woonplaats ] bij zijn naam vermeld. Er is overigens ook een afboeking gedaan voor een WA polis op kenteken [kenteken] . Het kenteken van deze auto stond voorheen op naam van [verdachte] en is later op naam van [webwinkel 1] en [bedrijf 1] gezet. [67]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 30 oktober 2018 vorderde de Officier van Justitie, mr. A.A. Nieli, gegevens van het bedrijf Mollie-Payments. Het onderstaande was onder andere opgenomen in de vordering:
• Naar welk rekeningnummer Mollie-Payments het geld heeft overgemaakt met betrekking tot www. [webwinkel 1] .nl
• Wie de tenaamgestelde van dit account zou betreffen.
• Met wie Mollie-Payments contact heeft gehad omtrent deze overboekingen.
Op 31 oktober 2018 ontving het onderzoeksteam van het bedrijf Mollie-Payments de antwoorden op genoemde vordering. Hieronder staan deze beschreven:
- Rekeningnummer waar de gelden naartoe werden gestort: [rekeningnummer]
- Tenaamgestelde account: [verdachte]
- Contactpersoon: [verdachte] op: info@ [webwinkel 1] .nl. [68]
[aangever 13], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 3 juli 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 1 juli 2018 Marktplaats een advertentie gevonden van een jacuzzi, verder gegaan op de aangegeven website: https:// [onderneming] .com/HOME/ hier de jacuzzi besteld à 403,23 euro. Na de betaling niets meer vernomen van [onderneming] . Later op de dag op "meldnu.nl" gezien dat het oplichting betreft, bij controleren BTW nummer ( [BTW nummer] ), blijkt dit niet van [onderneming] te zijn maar van [bedrijf 2] in [vestigingsplaats] . Het opgegeven telefoonnummer ( [telefoonnummer] ) klopt niet en bij Kvk blijkt deze niet meer actief te zijn [69] Het vermelde emailadres: info@ [onderneming] .com, is een hyperlink naar info@ [onderneming] .nl.
Wederpartij: [onderneming] B.V.
E-mailadres: info@ [onderneming] .nl
Naam rekeninghouder: [onderneming]
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
url: Marktplaats.nl [70]
[aangever 14], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 4 juli 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Wij hebben gisteren een betaling gedaan voor een jacuzzi. De volgende dag kon ik de advertentie niet meer vinden op marktplaats. Op internet kwam deze melding: [onderneming] , internet oplichting. Niets meer te vinden van deze persoon. [71]
Wederpartij: [onderneming]
E-mailadres: info@ [onderneming] .com
Naam rekeninghouder: [onderneming]
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
url: Marktplaats.nl [72]
[aangever 15], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 4 juli 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op l juli 2018 heb ik via Marktplaats gezocht naar een opblaasbaar bubbelbad. Ik kwam via Marktplaats op de site van www. [onderneming] .com. Deze verkochten een 6 persoons Intex opblaasbaar bubbelbad. Ik had eerst een 4 persoons opblaasbaar bubbelbad besteld. Direct heb ik een mail gestuurd naar info@ [onderneming] .com. Vrij snel hierna kreeg ik via mijn mail al een creditnota opgestuurd. Hierop heb ik het 6-persoonsopblaasbaar bubbelbad besteld en kreeg wederom via mijn mail een factuur. Deze heb ik toen betaald. Het bedrag wat ik heb betaald is 348,48 euro. Zondag l juli en maandag 2 juli heb ik meermaals mail contact gehad met een persoon die zichzelf [alias] noemt. [73] Deze gaf aan dat het geld was ontvangen en dat het 6-persoonsopblaasbaar bubbelbad opgestuurd zou worden. Ook gaf hij via mail dat hij bezorgd zou worden op dinsdag 2 juli 2018 tussen 15:00 uur en 21:00 uur. Voordat ik mijn bestelling had geplaatst heb ik via internet gezocht naar recensies over [onderneming] . Deze waren niet te vinden. Nadat ik de factuur had bekeken heb ik de naam [aangever 1] handelsonderneming, het adres [adres] [vestigingsplaats] , telefoonnummer, bank- , btw- en kvk-nummer [KvK nummer] gegoogeld. In de avond kwam ik de eerste melding over internetoplichting van [onderneming] tegen. Ik doe aangifte van oplichting. [74]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 15] onder andere een kopie van een bankafschrift van de betaalrekening op naam van [D] toegevoegd met daarbij de notitie dat dat de rekening van zijn partner is. Op het bankafschrift is onder andere te zien:
Naam/Omschrijving/Mededeling
Naam: [onderneming]
Omschrijving: [omschrijving]
IBAN: [rekeningnummer]
Valutadatum: 02-07-2018
Datum
maandag 2 juli 2018
Bedrag
€ -348,48
Tegenrekening
[rekeningnummer]
Mutatiesoort
Internetbankieren [75]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 15] ook de volgende e-mailberichten toegevoegd tussen hem en info@ [onderneming] .com:
Op l juli 2018 schreef [aangever 15] < [aangever 15] @hotmail.com>:
Goede middag,
Ik heb ongeveer 1 a 1,5 uur geleden bestelling geplaatst voor het 6 persoons bubbelbad op naam van [D] .
Echter heb ik nog geen betaalverzoek gekregen. Ik wil het bad namelijk zsm ontvangen.
Hoor graag spoedig van u,
Mvg
[aangever 15] ”
“Re: Bestelling 6 persoons bubble therapy
Zo 1-7-2018
Aan: [aangever 15] < [aangever 15] @hotmail.com>
Goedemiddag [aangever 15]
U heeft de factuur wel ontvangen via de mail daar staan de betaal gegevens op vermeld.
Met vriendelijke groet [alias] ” [76]
“Op l juli 2018 schreef [aangever 15]
< [aangever 15] @hotmai|.com>:
Excuses voor het ongemak.
Gaat de levering morgen nog lukken als het bedrag vandaag op rekening
staat?
Mvg
[aangever 15] ”
“Re: Bestelling 6 persoons bubble therapy
info info
Zo 1-7-2018
Aan: [aangever 15] < [aangever 15] @hotmai|.com>
Beste [aangever 15]
Dat gaat zeker lukken het wordt dan morgen middag bezorgt tussen 16,00 en 21,00” [77]
Op l juli 2018 schreef [aangever 15]
< [aangever 15] @hotmail.com>:
Beste [alias] ,
Het geld is inmiddels via ING overmaakt, dus zou inmiddels op rekening
moeten staan.
Hoor graag van u,
Mvg
[aangever 15] ”
Re: Bestelling 6 persoons bubble therapy 2
info info
Zo 1-7-2018
Aan: [aangever 15] < [aangever 15] @hotmail.com>
Goedemiddag [aangever 15]
Dat wordt vanavond gecontroleerd ik zorg dat hij morgen wordt bezorgd.
Met vriendelijke groet [alias] ” [78]
[aangever 16], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 4 juli 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 1 juli 2018 via Marktplaats een lounge set besteld bij [onderneming] . Na contact via Marktplaats, heb ik een factuur ontvangen. Na deze betaald te hebben is er geen contact meer geweest en zijn de spullen niet geleverd.
Wederpartij: Op naam van [aangever 1] . [79]
Voornamen: [onderneming]
E-mailadres: info@ [onderneming] .com
Naam rekeninghouder: [aangever 1]
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
url: Marktplaats.nl [80]
[aangever 17], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 5 juli 2018 aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Betreft: Marktplaats.nl
Op 1 juli 2018 werd een nieuwe lounge set aangeboden voor 250 euro. Ik moest van tevoren het geld overmaken en na binnenkomst van het geld zou de set verzonden worden. Ik kreeg een rekeningnummer en ik moest het zelf overmaken. Op internet had ik geen negatieve meldingen gelezen over dit bedrijf en de site leek voor mij allemaal te kloppen. Dus ik heb het geld naar de gegevens die ik had gekregen overgemaakt. Twee dagen later ben ik weer gaan speuren op het internet er was er bij meldnu.nl een melding gemaakt over deze leverancier/persoon, dat dit oplichting was. Wel geld vragen, maar niets verzenden. [81]
Wederpartij: [onderneming]
E-mailadres: info@ [onderneming] .com
Naam rekeninghouder: [onderneming] Outlet
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
url: Marktplaats.nl
Accountgegevens aangever: [aangever 17]
Betalingsaccountgegevens:
Type account: BANK
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
url: Marktplaats.nl [82]
[aangever 18], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 8 juli 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Betreft: [onderneming] .com. Via de webwinkel een opblaasbare jacuzzi besteld, maar is niet geleverd. Heb via Marktplaats contact gehad met hem, als ik hem voor 18.00 uur zou betalen en hem daar een kopie van zo; mailen dat het overgemaakt was zou hij hem de volgende dag nog kunnen 1everen.Vervolgens via de site meldnu.nl er achter gekomen dat hij meerdere mensen zo heeft opgelicht afgelopen weekend. Heb nog een bericht gestuurd via Marktplaats of hij nog geleverd werd die dag, waarop hij nog antwoordde met ja. Daarna niks meer vernomen en ook de telefoonnummers gebeld maar die waren niet in gebruik. [83]
Wederpartij: [aangever 1]
E-mailadres: info@ [onderneming] .com
Naam rekeninghouder: [onderneming]
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
url: www. [onderneming] .com [84]
[aangever 19], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 9 juli 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
We hadden via Marktplaats (1 juli) deze lounge set besteld. Na betaling van
€ 249,26 via Rabo internetbankieren zouden ze de lounge set 3 juli bezorgen. Tot op heden nog niks ontvangen. Telefonisch contact gezocht krijg steeds 1 of ander antwoordapparaat. [85]
Wederpartij: [aangever 1] Handelsonderneming
E-mailadres: info@ [onderneming] .com
Type account: BANK
Naam rekeninghouder: [aangever 1] Handelsonderneming
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
Type account: HANDELSSITE
Gebruikersnaam: [onderneming]
url: Marktplaats.nl [86]
[aangever 20], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 20 juli 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 1 juli 2018 via Marktplaats een aanbieding voor een Intex Bubble Therapy 4-persoons opblaasbaar bubbelbad. Via de website besteld. Factuur ontvangen en deze ook direct betaald. Maar niets ontvangen. Geprobeerd contact te krijgen via telefoonnummer en mail. Zonder resultaat, geen contact: [87]
[onderneming] [aangever 1] handelsonderneming
E-mailadres: info@ [onderneming] .com
Type account: BANK
Naam rekeninghouder: [onderneming]
Rekeningnummer: [rekeningnummer]
url: www. [onderneming] .com [88]
[aangever 1], woonachtig te [woonplaats ] , heeft op 26 oktober 2018 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Ongeveer 2 jaar geleden heb ik [verdachte] via internet ontmoet. Ik heb hem een
kopie paspoort gegeven, al mijn gegevens en ook bankgegevens. Mijn rekeningnummer die ik gegeven had was [rekeningnummer] op mijn naam [aangever 1] . Ik kreeg 1 september 2016 tot 30 mei 2017 een contract bij hem en hierna van 1 april 2018, tot hij failliet ging. Ik ben in dienst geweest van [rechtspersoon] B.V. Dit is het bedrijf van [verdachte] . Ik ben samen met [getuige 1] , een medewerker van [verdachte] in augustus 2018 naar de curator gegaan. De curator vroeg aan mij of ik nog met [verdachte] samenwerkte. Ik zei nee dat doe ik niet meer sinds dat [rechtspersoon] failliet is gegaan. Ze liet mij toen een factuur zien van een bedrijf genaamd [onderneming] . De curator vertelde dat ik de eigenaar van dit bedrijf was. [89] Ik ging helemaal uit mijn dak. Ze liet mij een factuur zien van [onderneming] . Ik geef deze ook aan u. U kunt zien dat mijn naam op deze factuur staat. Ik heb dit nog nooit gezien. Ik heb gekeken in de kamer van Koophandel en het KvK nummer dat op de factuur staat klopt niet. Ik zag echter dat het rekeningnummer wel klopte en toen begreep ik wat er aan de hand was. [verdachte] moest mij nog geld betalen, ongeveer 3000 euro. Op een dag moest ik met hem naar de bank omdat hij zei dat hij mij te veel had betaald en dat hij het cash wilde. Ik ben toen naar de bank gegaan en hij vroeg of ik 1500 euro wilde pinnen omdat hij mijn te veel betaald had. Ik moest toen nog een keer geld pinnen van hem en dat was 900 euro. Ik vond dit zo vreemd want ik kon mij niet voorstellen dat dit allemaal te veel gestort was door [verdachte] . Ik ging op mijn online bank kijken en schrok me rot, er hadden allemaal mensen geld gestort en ik zag in de beschrijvingen allemaal factuurnummers staan. In juni kwam ik er al achter dat [verdachte] op mijn naam spullen bestelde bij de Wehkamp, het zou gaan om een stofzuiger en een lounge set. Ik heb nu een incassobedrijf achter mij aan. Ik heb gebeld en ze vertelde mij dat het ging om een stofzuiger. [90]
Als bijlage bij zijn aangifteheeft [aangever 1] onder andere foto’s van zijn online bankafschriften toegevoegd. Hierop is onder andere te zien dat de volgende personen van de lijst met aangevers weergegeven op pagina 692 geld op zijn rekening hebben gestort:
- [aangever 13] ; [91]
- [E] ; [92]
- [aangever 14] ; [93]
- [F] ; [94]
- [aangever 15] ; [95]
- [G] ; [96]
- [aangever 16] ; [97]
- [H] ; [98]
- [aangever 17] ; [99]
- [aangever 18] ; [100]
- [aangever 19] ; [101]
- [I] ; [102]
- [aangever 20] . [103]
Verder is op de foto’s van de online bankafschriften te zien dat op 2 juli 2018 drie keer een bedrag is gepind bij een geldautomaat (€ 1.500,-- [104] , € 900,-- [105] en € 700,-- [106] ).
[aangever 1]heeft op 15 februari 2018 een verklaring afgelegd bij de politie. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
V: Heb jij [verdachte] geholpen met het verhuizen van goederen uit het bedrijfspand in [vestigingsplaats] aan de [adres] ?
A: Ja hij heeft mij gevraagd een keer een wasmachine daar op te halen samen met hem.
V: Weet jij nog wanneer dit was?
A: [verdachte] zei dat dat snel moest voordat de curator kwam, ik denk twee dagen ervoor.
V: Waar hebben jullie de wasmachine naartoe verhuisd?
A: Die ging naar zijn eigen huis, [adres] in [woonplaats ] . [107]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 27 mei 2020 onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb de website www. [onderneming] .nl gemaakt. [alias] is een fictieve naam. Ik heb toen dat e-mailadres gebruikt. Ik heb inderdaad een vals huurcontract opgemaakt. Ik heb daarvoor sjabloontje gebruikt en valse gegevens ingevoerd. ‘ [alias] ’ een fictieve naam. Ik heb mijn eigen handtekening eronder gezet. [alias] is naar de KvK geweest om het adres te wijzingen. Ik heb hem 30 euro voor brandstof gegeven.
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 5 februari 2019 vond er in de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats ] een
doorzoeking plaats. Bij deze doorzoeking werden diverse goederen inbeslaggenomen ter waarheidsvinding, waaronder een laptop van het merk Apple, type MacBook. Aan de hand van de internethistorie van de webbrowser safari bleek het onderstaande:
• Er waren 983 treffers, aan de hand van zoekslagen, op het gebied van [onderneming] . Opvallend was dat er hierbij 544 als ‘admin’ of als paginabeheer waren gemarkeerd. Aan de hand van de loggingsgegevens was zichtbaar dat er een tweetal e-mailadressen aan gelinkt waren. Zowel het e-mailadres info@ [onderneming] .com als [e-mail] @gmail.com. Ook bevonden zich redelijk wat e-mails op de computer die gericht waren aan [alias] .
• Op 29 juni 2018 was er enkele tientallen keren gezocht op internet naar “logo [onderneming] ”, logo “intex” en “logo maken”. [108]
[getuige 4]heeft op 21 maart 2019 tegenover de politie het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Welke IP-adressen zijn gebruikt voor www. [onderneming] .nl?
A: Er is ingelogd op de beheerderspagina met het IP-adres ' [IP-adres] ', wat hetzelfde adres is dat werd gebruikt met [webwinkel 1] .nl.
V: Wie is de eigenaar en beheerder van de webshop?
A: De naam die bij de aanmelding was ingevoerd, was [alias] . [109]
[aangever 21] , heeft op 23 januari 2019 aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 5 juni 2018 kreeg ik de melding van de rechter-commissaris om het faillissement in behandeling te nemen van het bedrijf [rechtspersoon] B.V. Ik heb toen contact opgenomen met [verdachte] . Ik heb een afspraak gemaakt op zijn bedrijf in [vestigingsplaats] op de [adres] . Ik ben daar naar toe gegaan en zag dat er bijna niets meer in het bedrijf stond. Ik zag onder meer stoelen, tafel en een wasmachine en oude droger en twee stuks witgoed. Verder nog wat schoonmaakmiddelen. [verdachte] is bestuurder van [rechtspersoon] B.V. In deze B.V. heeft de failliet ook nog een webshop. Ik heb hem gelijk gevraagd waar de het actief (voorraad, bedrijfsmiddelen etc.) van zijn bedrijf is. Hij verklaarde dat er niets was en dat de spullen die ik aantrof in zijn werkplek dat dit alles was. Ik heb later van de verhuurder [verhuurder] ( [bedrijf 3] b.v) vernomen dat [verdachte] een paar dagen voor het faillissement de hele zaak zou hebben leeg gehaald. Ik weet op dit moment niet waar het actief is in dit bedrijf. Ik heb na overleg met de rechter-commissaris de website uit de lucht gehaald. [verdachte] heeft meerdere stukken nog later aangeleverd, maar vermoedelijk is dit niet volledig. De computer van [rechtspersoon] B.V. daar was de harde schijf uit. Hierdoor is ook het vermoeden dat hij mij niet volledige inzage heeft gegeven in zijn administratie. Ik heb ook vaak moeten vragen om stukken, jaarstukken en andere administratieve stukken. Hij heeft niet in alle gevallen de gevraagde stukken aangeleverd. Hij heeft hierdoor niet voldaan aan de inlichtingenplicht. Ik begrijp van u dat er bij de politie drie mappen van de administratie zijn afgegeven, dit is dus een deel van de administratie dat hij niet aan mij heeft aangeleverd. En ik begrijp dat deze administratie niet door [verdachte] is aangeleverd. Gelet op het vorenstaande ben ik van oordeel dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan eenvoudige bankbreuk en bedrieglijk bankbreuk, omdat hij niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichting tot het in ongeschonden staat tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en geschriften, waardoor ik niet heb kunnen controleren of er (meer) baten in dit faillissement zijn en meer algemeen de rechten en verplichtingen van [rechtspersoon] niet heb kunnen vaststellen, zodat rechten van de schuldeisers kunnen zijn/worden verkort. [110]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2018, hoorde ik als getuige [getuige 1] . Hij overhandigde mij 4 foto’s. Hij heeft deze foto’s gemaakt op het kantoor in [vestigingsplaats] op 31 mei 2018. De foto’s zijn gemaakt van het beeldscherm van de computer van [verdachte] . [getuige 1] vertelde dat [verdachte] aan het werk was achter zijn computer. Hij zag dat
[verdachte] een klant te woord ging staan aan de balie van zijn kantoor in [vestigingsplaats] en zijn computer die dag open liet staan. Op pagina 3 en 4 van de fotobijlage die bij dit proces verbaal gevoegd is, staat een pagina open op het account wederom van de gebruikersnaam [gebruikersnaam] . [111] Er staat dat er een Miele stofzuiger black diamond, is gekocht maar nog niet betaald. De bestelling is gedaan op 14 mei 2018 en bezorgd op 16 mei 2018. [112]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb van getuige [getuige 1] een doos met bedrijfsadministratie overhandigd gekregen. Ik zag dat deze administratie zeer waarschijnlijk afkomstig is van het bedrijf [rechtspersoon] B.V. Gezien onderstaande post herkende ik de gegevens van [rechtspersoon] B.V. Ik zag dat er ongeopende post bij zat gericht aan;
[rechtspersoon] B.V., [adres] te [vestigingsplaats] ,
[webwinkel 1] holding, [adres] te [vestigingsplaats]
[verdachte] , De [adres] te [woonplaats ]
[webwinkel 1] B.V. T.a.v. [alias] , [adres] [vestigingsplaats]
[webwinkel 1] B.V. T.a.v. [verdachte] , [adres] [113] In de administratie vind ik verbalisant een kamer van koophandel inschrijving van [webwinkel 1] .nl. Deze inschrijving is verwerkt door de kamer van Koophandel op 28 mei 2018. Ik zag tussen de stukken ook een kopie van de bankrekening van de Rabobank. Het gaat om het bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [rechtspersoon] B.V. Ik zag dat er aankoopbewijzen van winkels en bedrijven in de doos zaten. Het grootste deel van de administratie bestaat uit pakketjes van een aantal pagina’s met een adres, betaalbevestiging en de bestelde goederen. Bij dit proces verbaal voeg ik een aantal kopieën van de bovengenoemde stukken. De curator is niet in het bezit van deze stukken en daardoor is er geen volledige inzage gegeven van de administratie. [114]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 1 maart 2019 ben ik naar Shurgard te Hilversum gegaan voor de zoeking in Box nummer [box nummer] . Ik verbalisant vond informatie over deze box in de mailbox op de computer van [verdachte] . Ik zag dat de medewerker van Shurgard het slot van de box opende. Ik zag dat er een bol.com doos stond met hier in bedrijfsadministratie. Inzake de aangifte van faillissementsfraude en de inzage in de bedrijfsadministratie die niet of niet volledig blijkt aangeleverd te zijn bij de curator heb ik deze doos in beslag genomen om op het bureau verder de onderzoeken. Tussen de administratie vond ik onder andere bestellingen van klanten gedaan op [webwinkel 1] .nl tussen 31 januari 2018 en 28 april 2018. [115]
Bewijsoverwegingen
Verweer bewijsuitsluiting
De rechtbank stelt vast dat de raadsvrouw bij haar verweer tot bewijsuitsluiting niet gespecificeerd heeft welk bewijs moet worden uitgesloten en zij heeft verder ook niet aangegeven of, en zo ja in hoeverre, verdachte door het vermeende verzuim daadwerkelijk in zijn verdediging tekort is gedaan. De rechtbank verwerpt daarom het verweer.
Oplichting (feit 1 en 2)
Voor een veroordeling wegens oplichting is onder meer vereist dat sprake is van het gebruik van een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) aangeduide oplichtingsmiddelen: het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen en/of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels.
Uit het overzichtsarrest van de Hoge Raad van 20 december 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2889) blijkt dat voor elk oplichtingsmiddel beoordeeld moet worden of verdachte door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen bij een ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wilde roepen om daarvan misbruik te kunnen maken.
Bij het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels gaat het in de kern om gesproken en/of geschreven uitingen die bij een ander een op meer dan een enkele leugenachtige mededeling gebaseerde onjuiste voorstelling van zaken in het leven kunnen roepen.
Bij listige kunstgrepen gaat het in de kern om meer dan een enkele misleidende feitelijke handeling die een onjuiste voorstelling van zaken in het leven kan roepen.
Bij het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid gaat het er in de kern om dat het handelen van de verdachte ertoe kan leiden dat bij de ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen met betrekking tot de ‘persoon’ van de verdachte, over zijn naam of zijn hoedanigheid, waarbij die onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen teneinde daarvan misbruik te maken.
De hiervoor bedoelde oplichtingsmiddelen hebben niet altijd betrekking op gedragingen die scherp van elkaar te onderscheiden zijn. Er kan sprake zijn van onderlinge samenhang en overlap.
Met de strafbaarstelling van oplichting wordt niet alleen het vertrouwen beschermd van het slachtoffer tegen vermogensnadeel dat hij lijdt, maar ook meer algemeen het vertrouwen dat het publiek ten behoeve van het maatschappelijk en economisch verkeer tot op zekere hoogte mag stellen in de oprechtheid waarmee anderen aan dit verkeer deelnemen. Daarbij zijn de volgende omstandigheden van belang bij het beoordelen van het gewicht van het gehanteerde oplichtingmiddel: het misbruik maken van een in het maatschappelijk verkeer geldend verwachtingspatroon, het verstrekken van onbruikbare contactgegevens of het veelvuldig herhalen van identieke gedragingen in relatie tot telkens weer andere (beoogde) slachtoffers.
Naast het door verdachte gebruik maken van een oplichtingsmiddel is het voor bewezenverklaring van oplichting noodzakelijk dat het slachtoffer door dat oplichtingsmiddel wordt bewogen (dus dat hij/zij mede onder invloed van de door het betreffende oplichtingsmiddel in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken) tot - in dit geval – afgifte van geld, namelijk het doen van een (aan)betaling voor het/de bestelde goed(eren).
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte de aangevers (ieder voor zich) door aanwending van een of meer oplichtingsmiddelen heeft bewogen tot afgifte van een geldbedrag als (aan)betaling voor een of meer bestelde goederen.
In het bijzonder ten aanzien van feit 1Met betrekking tot feit 1 blijkt uit de bewijsmiddelen onder meer het volgende:
  • i) Een groot aantal personen heeft aangifte gedaan van oplichting. Uit de aangiften blijkt dat de aangevers goederen (onder andere jacuzzi’s, loungesets, hogedrukreinigers en witgoed) hebben besteld bij de webwinkel [webwinkel 1] op www. [webwinkel 1] .nl. Een deel van de aangevers kwam op die website terecht via een advertentie op www.marktplaats.nl, waarin een aanbieding stond vermeld voor onder andere jacuzzi’s, loungesets, hogedrukreinigers en witgoed.
  • ii) De betaling vond plaats op het rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van Stichting Mollie Payments. Dit rekeningnummer fungeerde als tussenrekening tussen de webwinkel [webwinkel 1] en stortte het geld door naar rekeningnummer [rekeningnummer] . In de omschrijving van de overboeking aan rekeningnummer [rekeningnummer] stond vermeld dat de betaling was verricht inzake [rechtspersoon] B.V. Het rekeningnummer [rekeningnummer] stond op naam verdachte en/of [rechtspersoon] B.V. Uit de analyse van de bankrekening blijkt dat verdachte de beschikking had over deze rekening.
  • iii) Bij de meeste aangevers is als bijlage bij de aangifte een bericht gevoegd van [webwinkel 1] aan de betreffende aangever waarin de bestelling wordt bevestigd en waarin een bestelnummer wordt genoemd.
  • iv) De aangevers hebben de bestelde goederen niet ontvangen.
De rechtbank overweegt dat de hierboven omschreven gang van zaken nog niet valt aan te merken als oplichting in de zin van artikel 326 Sr. De rechtbank zal hieronder motiveren dat de in de tenlastelegging genoemde aangevers door een of meer oplichtingsmiddelen zijn bewogen tot het doen van een betaling dan wel de geplaatste bestelling om die reden hebben laten doorgaan :
  • i) Verdachte heeft een koopcontract opgesteld waarin staat vermeld dat [alias] vanaf 1 april 2018 de webwinkel www. [webwinkel 1] .nl overneemt en zal voortzetten. Op 27 mei 2018 heeft verdachte met [alias] bij de kamer van koophandel de wijziging ingeschreven. Op basis van de opgenomen geluidsfragmenten van getuigen [getuige 1] en de verklaring van [alias] concludeert de rechtbank dat verdachte [alias] geld heeft betaald om het koopcontract te tekenen en dat het contract geantedateerd is omdat de ondertekening pas eind mei/begin juni plaatsvond. Verder blijkt uit de bewijsmiddelen naar het oordeel van de rechtbank dat het nooit de bedoeling van verdachte is geweest dat [alias] daadwerkelijk de webwinkel zou overnemen en dat [alias] ook nooit iets heeft gedaan voor de webwinkel of de beschikking had over de bankrekening die gekoppeld was aan de webwinkel.
  • ii) [rechtspersoon] B.V. (waar de website www. [webwinkel 1] .nl onderdeel van uitmaakte) is op 5 juni 2018 failliet verklaard.
  • iii) Toen de aangevers de bestelde goederen niet binnen de beloofde levertijd hadden ontvangen, namen zij contact op met [webwinkel 1] . Aangevers hebben bij hun aangifte berichten gevoegd die door [webwinkel 1] zijn verzonden na 5 juni 2018. In die berichten wordt aangegeven dat de bestelde goederen nog zullen worden geleverd. Deze berichten zijn ondertekend met ‘ [alias] , Directeur [webwinkel 1] ’. Op basis van de verklaring van getuige [alias] concludeert de rechtbank dat dat deze berichten niet door [alias] zijn verstuurd en dat hij hier niets vanaf wist. Uit de geluidsfragmenten, opgenomen door getuige [getuige 1] , maakt de rechtbank op dat de berichten in opdracht van verdachte door zijn vrouw aan alle klanten zijn verstuurd. In deze berichten worden verschillende, kennelijk niet op feiten gestoelde, redenen genoemd dat de goederen nog niet waren geleverd, zo heeft:
a. aangever [aangever 2] op 7 juni 2018 een mail ontvangen waarin staat dat het bedrijf het op dat moment erg druk heeft en dat het transportbedrijf op vrijdag vol zit, maar dat de bestelling op dinsdag 12 juni zal worden geleverd;
b. aangever [aangever 11] op 5 juni 2018 WhatsAppcontact gehad over zijn bestelling. In een bericht van ‘ [webwinkel 1] ’ staat dat zij die dag bezig zijn met een verhuizing en vanaf de volgende dag weer bereikbaar zijn. De volgende dag ontvangt [aangever 11] een bericht waarin staat dat er een achterstand is opgelopen bij de bezorging en dat het bedrijf binnen 5 werkdagen weer op schema probeert te zijn. Beide berichten zijn ondertekende met ‘ [alias] , Directeur [webwinkel 1] ’, en;
c. Aangever [aangever 5] op 12 juni 2018 een mail ontvangen van info@ [webwinkel 1] .com (ondertekend met ‘ [alias] , Directeur [webwinkel 1] ’) waarin wordt gevraagd om het bedrijf nog een kans te geven om te leveren.
( iv) Uit de door getuige [getuige 1] opgenomen geluidsfragmenten blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte niet de intentie had om de goederen te leveren.
Op basis van de hierboven beschreven feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat het volgende in voldoende mate is komen vast te staan:
  • Verdachte heeft zich voorgedaan als een bonafide verkoper (via www. [webwinkel 1] .nl) met een website waarop hij goederen te koop aanbood, terwijl hij (voor wat betreft de aangevers) niet de intentie had om de goederen te leveren. Hij heeft in het begin wel bestelde goederen geleverd om zo de schijn op te wekken dat het een betrouwbare webwinkel was.
  • Verdachte heeft een schijnconstructie opgetuigd, als gevolg waarvan hij het wilde doen voorkomen dat hij de webwinkel had overgedragen aan [alias] , terwijl hij feitelijk is doorgegaan met de exploitatie van de webwinkel en toegang heeft behouden tot de bankrekening. Namens de webwinkel zijn herhaaldelijk en veelvuldig door of in opdracht van verdachte berichten gestuurd naar aangevers die zijn ondertekend ‘ [alias] , Directeur [webwinkel 1] ’. Door bovenstaande handelingen heeft hij achteraf het halen van verhaal willen bemoeilijken.
  • Verdachte heeft aangevers willens en wetens doen geloven dat hij de door aangevers bestelde goederen nog zou leveren, terwijl hij wist dat dat niet meer zou gebeuren. Zijn bedrijf was op 5 juni 2018 immers in staat van faillissement verklaard.
Door dit alles heeft verdachte willens en wetens een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen zodat hij daarvan misbruik kon maken. De rechtbank is van oordeel dat de in de tenlastelegging genoemde aangevers door de hierboven genoemde specifieke handelingen/gedragingen van de verdachte mede zijn bewogen tot het doen van een betaling dan wel de geplaatste bestelling om die reden hebben laten doorgaan en hun betaling gestand hebben gedaan. De handelingen/gedragingen van verdachte in onderling verband en samenhang beschouwd zijn naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als het aannemen van een valse hoedanigheid, het aannemen van een valse naam en een samenweefsel van verdichtsels en/of listige kunstgrepen, waardoor de handelingen/gedragingen als oplichting in de zin van artikel 326 Wetboek van Strafrecht kunnen worden aangemerkt. Daarmee is derhalve wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 1 primair is ten laste gelegd. Het door de verdediging gevoerde verweer wordt verworpen.
In het bijzonder ten aanzien van feit 2Met betrekking tot feit 2 blijkt uit bewijsmiddelen onder meer het volgende:
  • i) Meerdere personen hebben aangifte gedaan van oplichting.
  • ii) Uit de aangiftes blijkt dat de aangevers goederen hebben besteld bij de webwinkel [onderneming] . De bestelling hebben zij gedaan naar aanleiding van een advertentie op Marktplaats, waarin een aanbieding stond vermeld voor levering van (opblaasbare) jacuzzi’s en lounge sets. Volgens een van de aangevers werd je via de advertentie doorgestuurd naar de website www. [onderneming] .com.
  • iii) De aangevers hebben geld overgemaakt naar het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [aangever 1] .
  • iv) Geen van de aangevers heeft de bestelde goederen vervolgens ontvangen.
De rechtbank overweegt dat de hierboven omschreven gang van zaken niet zonder meer valt aan te merken als oplichting in de zin van artikel 326 Sr. Aangevers hebben goederen besteld en betaald, maar de goederen zijn niet geleverd. De rechtbank zal in het navolgende motiveren dat de aangevers zijn bewogen tot het doen van een betaling dan wel de geplaatste bestelling om die reden hebben laten doorgaan (hun betaling gestand hebben gedaan):
  • i) Door de advertentie op marktplaats en gebruik van de naam ‘ [onderneming] ’(welk bedrijf niet bestond en niet was ingeschreven bij de kamer van koophandel) heeft verdachte zich voorgedaan als een betrouwbare webwinkel die voor scherpe prijzen de betreffende goederen aanbood.
  • ii) Aangevers dachten dat de persoon achter de webwinkel [alias] of [aangever 1] was, terwijl verdachte degene was die de webwinkel beheerde. Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte slechts betrokken is geweest bij de site www. [onderneming] .nl en niet bij de site www. [onderneming] .com. Er is niet één aangever die stelt een bestelling te hebben gedaan op de site www. [onderneming] .nl, waardoor verdachte moet worden vrijgesproken van dit feit. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt. Uit bovengenoemde bewijsmiddelen blijkt dat (de meeste) aangevers info@ [onderneming] .com opgeven als e-mailadres van de website, www. [onderneming] .com. Dat e-mailadres is een zogenaamde hyperlink naar info@ [onderneming] .nl. Uit onderzoek naar de internethistorie op de laptop die in de woning van verdachte is aangetroffen blijkt dat er 983 treffers waren aan de hand van zoekslagen op het gebied van [onderneming] . 544 daarvan waren gemarkeerd als ‘admin’ of als paginabeheer. Aan de hand van de loggingsgegevens was zichtbaar dat een tweetal e-mailadressen gelinkt waren aan [onderneming] . Zowel het e-mailadres info@ [onderneming] .com als [e-mail] @gmail.com. Ook bevonden zich e-mails op de computer van verdachte die gericht waren aan [alias] . Een van de aangevers, de heer [aangever 15] , heeft mailcontact gehad met [alias] van [onderneming] over zijn bestelling. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [alias] een fictieve naam is en dat hij het e-mailadres van [alias] heeft gebruikt bij het maken van de site [onderneming] .nl. Bij deze stand van zaken en gezien het geheel aan bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, zoals hiervoor uiteengezet, staat buiten redelijke twijfel dat verdachte (ook) de site www. [onderneming] .com en het e-mailadres info@ [onderneming] .com heeft beheerd.
  • iii) Aangevers hebben het geld overgemaakt naar de rekening van [aangever 1] . Uit de bewijsmiddelen volgt dat [aangever 1] daarvan niet op de hoogte was en verdachte [aangever 1] heeft gevraagd om geld te pinnen en cash aan verdachte te geven.
Op basis van de hierboven beschreven feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat het volgende in voldoende mate is komen vast te staan:
  • Verdachte heeft zich voorgedaan als bonafide verkoper.
  • Verdachte heeft [aangever 1] als katvanger gebruikt en verdachte heeft in e-mails aan aangevers en bij het aanmaken van de webwinkel gebruik gemaakt van de valse naam [alias] en/of [alias] . Dit deed verdachte om zijn identiteit te verhullen en verhaal van aangevers te bemoeilijken.
Hij heeft hierdoor een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen zodat hij daarvan misbruik kon maken. De rechtbank is van oordeel dat de aangevers door de hierboven genoemde specifieke handelingen/gedragingen van de verdachte mede zijn bewogen tot het doen van een betaling dan wel de geplaatste bestelling om die reden hebben laten doorgaan . De handelingen/gedragingen van verdachte in onderling verband en samenhang beschouwd zijn naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als het aannemen van een valse hoedanigheid, het aannemen van een valse naam en een samenweefsel van verdichtsels en/of listige kunstgrepen, waardoor de handelingen/gedragingen als oplichting in de zin van artikel 326 Wetboek van Strafrecht kunnen worden aangemerkt. Daarmee is derhalve wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 2 primair ten aanzien van dertien personen (de aangevers [aangever 13] , [E] , [aangever 14] , [F] , [aangever 15] , [G] , [aangever 16] , [H] , [aangever 17] , [aangever 18] , [aangever 19] , [I] en [aangever 20] ) ten laste is gelegd.
In het bijzonder ten aanzien van feit 3Het verweer van de raadsvrouw, dat voor feit 3 geen enkele onafhankelijke aanwijzing is die de aangifte van identiteitsfraude van aangever [aangever 1] bevestigt, wordt door de inhoud van de bewijsmiddelen weerlegt.
Het is voor verdachte, gelet op de tekst van de tenlastelegging in combinatie met het procesdossier, kenbaar dat feit 3 ziet op de daadwerkelijk geplaatste bestelling van 14 mei zodat de rechtbank die datum verbeterd zal lezen.
In het bijzonder ten aanzien van feit 4Uit hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte een wasmachine, die eigendom was van [rechtspersoon] B.V. en in het bedrijfspand in [vestigingsplaats] stond, vlak voor het faillissement mee naar huis heeft genomen. Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte deze wasmachine heeft betaald en dat dit ook staat vermeld in het kasboek van [rechtspersoon] B.V. De rechtbank is van oordeel dat die stelling niet wordt ondersteund door enig stuk dat zich in het procesdossier bevindt. Ondanks toezeggingen daartoe op de zitting van 27 mei 2020 heeft de verdediging het kasboek van [rechtspersoon] B.V. niet aan de rechtbank overgelegd. Bovendien wordt het verweer weerlegd door uitspraken van verdachte in een opgenomen gesprek, waarin hij het heeft over de wasmachine die hij uit [vestigingsplaats] heeft ‘weggejat’ en die hij ‘s morgens nog heeft ‘gekaapt’ daar. Ook het verweer dat uit het faillissementsverslag zou blijken dat geen sprake is van paulianeus handelen verwerpt de rechtbank. In dat faillissementsverslag van [rechtspersoon] B.V. staat immers expliciet aangegeven dat ‘de gang van zaken met betrekking tot de webshop [webwinkel 1] .nl (…) onderdeel [is] van strafrechtelijk onderzoek, daarover kan geen conclusie worden gegeven.’ [116] De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan wat hem onder feit 4 ten laste is gelegd met betrekking tot de wasmachine. Ten aanzien van de droger zal de rechtbank verdachte vrijspreken.
In het bijzonder ten aanzien van feit 5De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw, dat geen althans onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat om verdachte voor feit 5 te veroordelen, omdat de curator enkel een ‘vermoedelijke’ aangifte heeft gedaan en nooit de inhoud van het – op dubieuze wijze verkregen – krat met ‘bedrijfsadministratie’ is getoond. Uit de aangifte van de curator blijkt dat hij vaak bij verdachte heeft moeten vragen om (jaar)stukken en administratie, dat verdachte niet in alle gevallen (terstond) de gevraagde stukken heeft aangeleverd en dat uit de computer van [rechtspersoon] de harde schijf miste. Daarnaast blijkt uit het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] dat zij de inhoud van het krat heeft onderzocht en dat dit bedrijfsadministratie betreft. Ook de stukken die zijn overhandigd door getuige [getuige 1] ( [getuige 1] ) betreffen bedrijfsadministratie. Verdachte heeft noch dat krat met bedrijfsadministratie noch de door [getuige 1] aangeleverde stukken zelf aan de curator overhandigd. De rechtbank oordeelt dan ook dat verdachte niet heeft voldaan aan zijn plicht om de administratie terstond aan de curator te overleggen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het onder 5 aan de verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen worden.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
primair
omstreeks de periode van 21 februari 2018 tot en met 2 juni 2018 te ’s-Hertogenbosch, Dordrecht, Maastricht, Bunschoten-Spakenburg, Amsterdam, Almere, Doorn, Alphen aan den Rijn, Blaricum, Soest, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, personen (zoals vermeld op de lijsten op pagina’s 15 tot en met 19) heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, (zijnde: aanbetalingen voor goederen), onder wie de navolgende personen, voor de navolgende geldbedragen:
1. [aangever 2] , tot de afgifte van 257,95 euro en
2. [aangever 3] , tot de afgifte van 1395,70 euro en
3. [aangever 4] , tot de afgifte van 506,95 euro en
4. [aangever 5] , tot de afgifte van 955,00 euro en
5. [aangever 6] , tot de afgifte van 587,25 euro en
6. [aangever 7] , tot de afgifte van 743,20 euro en
7. [aangever 8] , tot de afgifte van 668,17 euro en
8. [aangever 9] , tot de afgifte van 715,45 euro en
9. [aangever 10] , tot de afgifte van 1255,00 euro en
10. [aangever 11] , tot de afgifte van 1108,16 euro
door (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listelijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- gebruik te maken valse namen, te weten [alias] en
- op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl en/of www. [webwinkel 1] .nl goederen te koop aan te bieden en
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer] t.n.v. Mollie payments en/of
[rekeningnummer] t.n.v. [rechtspersoon] B.V. op te geven, waarop
de te betalen aankoopbedragen konden worden overgeboekt en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en/of via welke rekening de aankoopbedragen werden doorgezet naar een rekening over welke de verdachte de beschikking had en
- op bestellingen te reageren met een bestelnummer en/of een leverdatum waarop levering van de bestelde goederen zou worden nagekomen,
- terwijl de betaalde goederen niet of onvolledig door verdachte aan voornoemde personen zijn geleverd;
feit 2
primair
op tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juni 2018 tot en met 02 juli 2018 te Halsteren, Bakkeveen, Klundert, Harlingen, Almere, Winsum, ’s-Gravenhage,
Amsterdam, ’s-Gravenzande, Nijmegen, Zwagerbosch, Rozenburgh, Blaricum en Soest (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, 13 personen, (zoals vermeld op pagina 692) heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, (zijnde: aanbetalingen voor goederen) door (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listelijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- gebruik te maken van valse namen, te weten [alias] en een andere valse naam en
- op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl en www. [onderneming] .nl en een andere website goederen te koop aan te bieden en
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer] t.n.v. [aangever 1] op te
geven, waarop de te betalen aankoopbedragen konden worden overgeboekt en waarvan de aankoopbedragen werden gepind en (vervolgens) contant aan verdachte werden gegeven en
- op bestellingen te reageren met een bestelnummer en/of een leverdatum waarop levering van de bestelde goederen zou worden nagekomen,
- terwijl de betaalde goederen niet door verdachte aan voornoemde personen zijn geleverd;
feit 3
op 14 mei 2018 in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten [aangever 1] , van voornoemde [aangever 1]
- zijn persoonsgegevens en
- zijn bankrekeninggegevens
heeft gebruikt door met voornoemde gegevens
- een stofzuiger te bestellen bij Wehkamp met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kan ontstaan;
feit 4
als bestuurder van de rechtspersoon ‘ [rechtspersoon] B.V.’, voor of tijdens het faillissement, te weten op 5 juni 2018 te [vestigingsplaats] , een wasmachine aan de boedel heeft onttrokken, terwijl hij, verdachte, wist dat hierdoor schuldeisers van voornoemde rechtspersoon in hun verhaalsmogelijkheden werden benadeeld;
feit 5
als bestuurder van de rechtspersoon ‘ [rechtspersoon] B.V.’, tijdens het faillissement van de rechtspersoon, te weten op of omstreeks 5 juni 2018, te Ede en/of [vestigingsplaats] en/of elders in Nederland, desgevraagd opzettelijk, niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende wettelijke verplichtingen ter zake, een ingevolge de wettelijke verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator heeft verstrekt;
feit 6
op of omstreeks 4 juni 2018 te Blaricum , een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een huurcontract, heeft vervalst door voornoemd huurcontract op te maken waarin is opgenomen dat [alias] overeenkomt een pand te huren van hem, verdachte, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken;
feit 7
op of omstreeks 4 juni 2018 te Blaricum, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een huurcontract, als ware het echt en onvervalst, door met voornoemd huurcontract een adreswijziging bij de Kamer van Koophandel door te voeren ten behoeve van de onderneming ‘ [rechtspersoon] B.V.'.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder feiten 1 primair, 2 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 primair, feit 2 primair
telkens: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen;
feit 4
als bestuurder van een rechtspersoon, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers van de rechtspersoon in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld, voor de intreding van het faillissement, terwijl dit is gevolgd/tijdens het faillissement, enig goed aan de boedel hebben onttrokken/onttrekken;
feit 5
in staat van faillissement zijn verklaard en desgevraagd opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende en ingevolge de wettelijke verplichting ter zake, een ingevolgde de wettelijke verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator te verstrekken;
feit 6
valsheid in geschrift;
feit 7
opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 5 jaren, met aftrek van het voorarrest. Verdachte heeft door zijn handelen immers 174 mensen, die ter goeder trouw via internet bestellingen hebben gedaan, ernstig gedupeerd. Met dit handelen heeft verdachte ook schade toegebracht aan het algemeen vertrouwen van consumenten in het doen van bestellingen via internet. Daarnaast is verdachte geen onbeschreven blad. In het verleden zijn vele mensen slachtoffer van zijn handelen geworden. Verdachte is daarvoor reeds meermalen veroordeeld.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich, aan de hand van ter zitting overgelegde pleitnotities, uitgelaten over de straf(maat). Zij heeft, zo begrijpt de rechtbank,verzocht om bij de strafoplegging in strafmatigende zin in aanmerking te nemen dat verdachte, ondanks zijn (strafrechtelijk) verleden, hard heeft gewerkt en zijn schoonmaakbedrijf met succes groter heeft gemaakt, maar dat het desalniettemin toch op enig moment klaarblijkelijk niet goed is gegaan.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken. Meer in het bijzonder geldt het volgende.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van een half jaar structureel schuldig gemaakt aan oplichting via internet, waarbij veel slachtoffers zijn gemaakt. In de bewezenverklaring staan ten aanzien van feit 1 tien van deze slachtoffers met naam genoemd, maar uit het procesdossier volgt dat er minstens 160 personen slachtoffer zijn geworden van de oplichting door verdachte. Door zijn handelen heeft verdachte het vertrouwen dat deze mensen in een eerlijke afhandeling van de transactie mochten hebben ernstig beschaamd en hij heeft hen, vaak forse, financiële schade berokkend. De slachtoffers werden daarbij via misleidende informatie aan het lijntje gehouden. Ook heeft verdachte met zijn handelen schade toegebracht aan het vertrouwen dat het bredere publiek ten behoeve van een soepel lopend maatschappelijk en economisch verkeer moet kunnen stellen in de oprechtheid waarmee anderen aan dit verkeer deelnemen. De vorderingen van benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zijn in dit verband illustratief. Verdachte heeft zich op geen enkele manier bekommerd om de gevolgen van zijn handelen voor de benadeelden, maar is juist gewetenloos en geraffineerd te werk gegaan. Verdachte heeft willen doen geloven dat hij met de beste bedoelingen een webshop is gestart die aanvankelijk ook goed liep maar die hem boven het hoofd is gegroeid. De rechtbank ziet dit anders; uit onder meer de verklaring van [getuige 1] volgt dat het aanvankelijk leveren van bestelde goederen onderdeel was van de oplichtingsconstructie die zou gaan volgen. Op deze wijze zou de webshop een goede naam opbouwen en zouden klanten bestellingen blijven plaatsen, ook voor duurdere goederen en kon verdachte zich op civiele wanprestatie beroepen op het moment dat hij moedwillig zou stoppen met leveren. Verdachte is daarnaast, blijkens zijn justitiële documentatie, een onverbeterlijke recidivist. Hij is al meerdere keren veroordeeld voor oplichting op grote schaal en daarvoor zijn hem onder meer forse gevangenisstraffen opgelegd. Verdachte gaat echter maar door met liegen en bedriegen. Hij kan of wil niet van zijn eerdere fouten leren. Het is zelfs zo dat hij binnen de periode waarop deze strafzaak ziet is gerecidiveerd. Immers, nadat de webshop www. [webwinkel 1] .nl begin juni 2018 failliet is verklaard en de website uit de lucht is gehaald, heeft verdachte opnieuw een website ( [onderneming] ) gebouwd en daarmee meerdere mensen opgelicht. Verdachte heeft hierbij misbruik gemaakt van andere personen of hun persoonsgegevens door gebruik te maken van valse namen en schijnconstructies (met katvangers). Ook heeft verdachte met die persoonsgegevens een stofzuiger besteld bij Wehkamp waardoor hij deze zelf niet hoefde te betalen. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedrieglijke bankbreuk, door vlak voor het faillissement van [rechtspersoon] B.V. een wasmachine aan de boedel te onttrekken. Bij het plegen van al deze feiten heeft verdachte zich enkel laten leiden door zijn persoonlijk belang en geldelijk gewin. Dat verdachte verstrikt is geraakt in een web van leugens blijkt ook wel uit het zesde en zevende feit: om de oplichting zo lang mogelijk in stand te houden heeft verdachte een huurcontract vervalst en daarvan gebruik gemaakt om een adreswijziging bij de Kamer van Koophandel door te voeren. Ten slotte heeft verdachte niet de volledige administratie van zijn bedrijf aan de curator verstrekt. Hierdoor is het faillissementsonderzoek door de curator bemoeilijkt.
De persoon van verdachte
Uit de justitiële documentatie van 31 maart 2020 van verdachte blijkt dat hij in het verleden meermalen is veroordeeld tot forse gevangenisstraffen voor soortgelijke feiten. Ook daar ging het om vele gedupeerden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van dergelijke feiten. Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
Over de persoon van verdachte zijn de volgende rapporten opgemaakt:
  • een reclasseringsadvies van 20 maart 2019, uitgebracht door C. van Kesteren van Reclassering Nederland;
  • een reclasseringsadvies van 22 juli 2019, uitgebracht door C. van Kesteren van Reclassering Nederland;
  • een reclasseringsadvies van 17 december 2019, uitgebracht door C. van den Berg van Reclassering Nederland
  • een reclasseringsadvies van 18 mei 2020, uitgebracht door R.T.M. Holthuisen van Reclassering Nederland.
Uit het laatstelijk opgemaakte reclasseringsadvies van 18 mei 2020 blijkt onder meer dat de reclassering haar vraagtekens zet ten aanzien van de haalbaarheid van het verlagen van de risico’s door middel van een nieuw reclasseringstoezicht en behandeltraject binnen een voorwaardelijk strafdeel. Indien verdachte schuldig wordt bevonden in deze strafzaak benadrukt dit namelijk dat hij binnen een proeftijd is gerecidiveerd en het voor de reclassering niet mogelijk is om verdachte te monitoren en recidive te voorkomen. Een
eventueel traject in het kader van detentiefasering biedt naar de mening van de reclassering ook mogelijkheden voor behandeling en schuldhulpverlening, daar is een nieuw reclasseringstraject binnen een voorwaardelijk strafdeel niet perse voor nodig. Al de wensen die verdachte heeft aangaande een toezicht kunnen binnen een penitentiair programma plaatsvinden. De reclassering ziet daarom geen dringende redenen om een nieuw reclasseringstoezicht te adviseren. De reclassering schat het risico op recidive bij een veroordeling in als hoog. Deze inschatting is gebaseerd op het feit dat verdachte veelvuldig is veroordeeld voor het plegen van vermogensdelicten. Daarbij hebben eerdere behandeltrajecten en reclasseringstoezichten niet geleid tot vermindering van recidive. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden.
De straffen
Gevangenisstraf
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en in het licht van de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijke duur. De aard en ernst van het bewezenverklaarde zouden door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak worden miskend. Een forse straf dient er ook voor om een einde te maken aan de oplichtingspraktijken van verdachte.. De samenleving, waarin verdachte een spoor van financiële vernieling heeft getrokken, moet langdurig tegen hem beschermd worden.
Als uitgangspunt bij het bepalen van de straf neemt de rechtbank de uitspraken waarin verdachte eerder voor soortgelijke zaken is veroordeeld. In 2017 is verdachte door de Rechtbank Gelderland voor soortgelijke feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen waarvan 224 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Verdachte liep bij het plegen van de feiten in onderhavige strafzaak nog in de proeftijd van die strafzaak. Op 19 februari 2019 is verdachte door de Hoge Raad voor soortgelijke feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden (eerder is hij in die strafzaak door de rechtbank tot 40 maanden gevangenisstraf en bij het gerechtshof tot 38 maanden gevangenisstraf veroordeeld). Nu verdachte hardnekkig blijft recidiveren, zal de rechtbank ditmaal een hogere gevangenisstraf opleggen dan verdachte eerder heeft ondergaan. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat verdachte in deze zaak niet alleen ter zake oplichting, maar ook voor de onder 3 tot en met 7 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld.
Bij de oplegging van de straf houdt de rechtbank in strafmatigende zin rekening met de manier waarop de aanhouding van verdachte is verlopen. Voorafgaand aan en tijdens zijn aanhouding is verdachte door het team van [journalist] gefilmd, kennelijk nadat er informatie over de aanhouding door de politie met de journalist is gedeeld. Hoewel zijn gezicht uiteindelijk onherkenbaar is gemaakt op de beelden die op televisie zijn getoond, is verdachte, zijn woning en zijn woonwijk daarbij wel in beeld gebracht. Ook zijn vrouw en minderjarige kind zijn op de beelden te zien. Na zijn aanhouding werd hij op de voet gevolgd door [journalist] en een cameraman en heeft publiek ter plaatse en op televisie kunnen zien dat verdachte in handboeien werd afgevoerd.
Alles overwegende is de rechtbank, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat een gevangenisstraf van 54 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is en zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.
Bijkomende straffen
Gelet op aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de gewoonte van de verdachte dergelijke misdrijven te plegen, zoals in de strafmotivering weergegeven, is de rechtbank van oordeel dat bijkomende straffen noodzakelijk zijn om de maatschappij tegen verdachte te beschermen. Daarom zal de rechtbank verdachte voor de duur van 5 jaren ontzetten uit de uitoefening van het beroep van bestuurder/directeur van een rechtspersoon.
De rechtbank zal ook de openbaarmaking van deze uitspraak gelasten overeenkomstig artikel 339 Sr. De rechtbank is zich ervan bewust dat dit een inbreuk maakt op de privacy van de verdachte, maar acht deze inbreuk gerechtvaardigd in het licht van de bescherming van de maatschappij tegen verdachte. De openbaarmaking van deze uitspraak dient te geschieden door middel van publicatie ervan op www.rechtspraak.nl, zonder de gebruikelijke anonimisering van de naam van verdachte, en door middel van toezending aan de Kamer van Koophandel. Door registratie van dit vonnis bij de Kamer van Koophandel wordt beoogd voornoemde ontzetting van verdachte van het recht om bestuurder/directeur van een rechtspersoon te zijn daadwerkelijk te effectueren. De rechtbank veroordeelt verdachte in de kosten die hiermee zijn gemoeid. Deze kosten worden voorlopig geschat op nihil.
Voorlopige hechtenis
Ter terechtzitting van 27 mei 2020 heeft de raadsvrouw opnieuw verzocht de voorlopige hechtenis op te heffen, wegens het van toepassing zijn van artikel 67a lid 3 Sr.
De rechtbank wijst het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van voldoende ernstige bezwaren, nu zij verdachte voor alle ten laste gelegde feiten veroordeelt. De recidivegrond is nog onverkort aanwezig. Artikel 67a lid 3 Sr is niet aan de orde, nu verdachte bij dit vonnis wordt veroordeelt tot een gevangenisstraf van 54 maanden.

9.BENADEELDE PARTIJ

Ten aanzien van feit 1 hebben 119 personen zich als benadeelde partij in dit strafproces gevoegd. Ten aanzien van feit 2 hebben 7 personen zich als benadeelde partij in dit strafproces gevoegd. In de beoordeling zal genoemd worden welke bedragen zij vorderen.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de gevorderde schadevergoedingen ten aanzien van die benadeelde partijen die hun materiële en immateriële schadden hebben onderbouwd (ook de benadeelde partijen die geen aangifte hebben gedaan), te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De bedragen die door de rechtbank worden toegewezen zullen in mindering worden gebracht op de later te behandelen ontnemingsvordering. Voor het overige dienen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vorderingen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering, omdat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging dan wel omdat verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 1 en 2. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering, omdat behandeling van de vorderingen een onevenredige belasting van het strafproces oplevert wegens de complexiteit van de vorderingen. Meer subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat uit artikel 26 Faillissementswet volgt dat men zich niet als benadeelde partij in het strafproces mag voegen indien sprake is van faillissement. Om die stelling te onderbouwen heeft de raadsvrouw een tweetal uitspraken (Rechtbank Utrecht 11 februari 1997, NJ 1997, 311 en Rechtbank Assen 22 december 2009, LJN BK7390) aangehaald. Gelet op het feit dat het faillissement van [rechtspersoon] B.V. nog niet is afgewikkeld, is dat opnieuw reden om de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Bespreking verweren verdediging
De rechtbank verwerpt het primair door de raadsvrouw gevoerde verweer, omdat de rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en omdat de rechtbank verdachte veroordeelt voor feit 1 en feit 2. Ook het subsidiair gevoerde verweer dat ziet op alle vorderingen in het algemeen verwerpt de rechtbank. Hoewel een groot aantal vorderingen is ingediend, zijn deze vorderingen ieder op zich overzichtelijk, tijdig ingediend en niet te ingewikkeld om binnen dit strafproces te behandelen. Bovendien zijn de ingediende vorderingen, op een paar uitzonderingen na, hetzelfde: het gaat om materiele schade die gevorderd wordt ter hoogte van het bedrag dat door de betreffende personen is betaald. . Ten aanzien van het meer subsidiair gevoerde verweer overweegt de rechtbank het volgende. Door de verdediging is aangevoerd dat het faillissement van [rechtspersoon] B.V. (waarvan [webwinkel 1] .nl onderdeel was) de toewijzing van de vorderingen benadeelde partij in de weg staat. Echter, de uitspraken die de raadsvrouw heeft aangehaald ter onderbouwing van haar stelling zien op een situatie waarin sprake is van persoonlijk faillissement van de verdachte. Anders dan de in de door de raadsvrouw aangehaalde zaken, is in onderhavige zaak sprake van het faillissement van een besloten vennootschap en niet van verdachte zelf. Dat staat los van het feit dat verdachte persoonlijk aansprakelijk kan zijn jegens de benadeelde partijen uit hoofde van onrechtmatige daad omdat bewezen is dat hij een strafbaar feit heeft begaan (oplichting). De rechtbank verwerpt ook dit verweer en gaat over tot beoordeling van de vorderingen.
Beoordeling vorderingen
In de tenlastelegging en de bewezenverklaring staan tien personen met naam en toenaam genoemd. De rechtbank verklaard bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van personen, onder wie deze tien. In totaal hebben 116 personen aangifte gedaan tegen deze verdachte middels de in dit onderzoek aangetoonde constructie. Weliswaar staan niet alle aangevers met naam en toenaam in de tenlastelegging vermeld, maar naar het oordeel van de rechtbank is er bij deze wijze van ten laste leggen – welke wordt gelezen in samenhang met het procesdossier – voldoende rechtstreeks verband tussen de tenlastelegging en (ook) de overige, niet met naam en toenaam genoemde, personen die een vordering benadeelde partij hebben ingediend.
Voor de bespreking van deze vorderingen zal de rechtbank de vorderingen in de volgende groepen indelen:
Groep 1
Feit 1 primair
- [benadeelde 3] vordert een bedrag van € 419,00;
- [benadeelde 4] vordert een bedrag van € 426,75;
- [benadeelde 5] vordert een bedrag van € 475,-;
- [benadeelde 6] vordert een bedrag van € 385,-;
- [aangever 2] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 7] vordert een bedrag van € 505,-;
- [benadeelde 8] vordert een bedrag van € 239,25;
- [benadeelde 9] vordert een bedrag van € 127,95;
- [benadeelde 10] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 11] vordert een bedrag van € 615,-;
- [benadeelde 12] vordert een bedrag van € 157,95;
- [benadeelde 13] vordert een bedrag van € 383,20;
- [aangever 3] vordert een bedrag van € 1395,70;
- [benadeelde 14] vordert een bedrag van € 455,09;
- [benadeelde 15] vordert een bedrag van € 209,95;
- [benadeelde 16] vordert een bedrag van € 495,70;
- [benadeelde 17] vordert een bedrag van € 345,70;
- [aangever 5] vordert een bedrag van € 955,00;
- [benadeelde 18] vordert een bedrag van € 383,20;
- [benadeelde 19] vordert een bedrag van € 271,90;
- [benadeelde 20] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 21] vordert een bedrag van € 383,20;
- [benadeelde 22] vordert een bedrag van € 157,96;
- [I] vordert een bedrag van € 207,95;
- [benadeelde 23] vorderen samen een bedrag van € 414,59;
- [benadeelde 24] vordert een bedrag van € 383,20;
- [aangever 8] vordert een bedrag van € 705,66;
- [benadeelde 25] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 26] vordert een bedrag van € 458,95;
- [benadeelde 27] vordert een bedrag van € 423,50;
- [benadeelde 28] vordert een bedrag van € 426,75;
- [benadeelde 29] vordert een bedrag van € 425,-;
- [benadeelde 30] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 31] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 32] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 33] vordert een bedrag van € 506,95;
- [benadeelde 34] vordert een bedrag van € 331,95;
- [benadeelde 35] vordert een bedrag van € 206,95;
- [benadeelde 36] vordert een bedrag van € 207,95;
- [benadeelde 37] vordert een bedrag van € 128,20;
- [benadeelde 38] vordert een bedrag van € 455,-;
- [benadeelde 39] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 40] vordert een bedrag van € 220,60;
- [benadeelde 41] vordert een bedrag van € 187,95;
- [benadeelde 42] vordert een bedrag van € 325,-;
- [benadeelde 43] vordert een bedrag van € 164,-;
- [benadeelde 44] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 45] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 46] vordert een bedrag van € 357,95;
- [benadeelde 47] vordert een bedrage van € 507,95;
- [benadeelde 48] vordert een bedrag van € 271,90;
- [aangever 4] vordert een bedrag van € 500,-;
- [aangever 6] vordert een bedrag van € 587,25;
- [benadeelde 49] vordert een bedrag van € 302,80;
- [benadeelde 50] vordert een bedrag van € 483,-;
- [benadeelde 51] vordert namens [bedrijf 4] B.V. een bedrag van € 507,95;
- [benadeelde 52] vordert een bedrag van € 1514,25;
- [benadeelde 53] vordert een bedrag van € 383,20;
- [benadeelde 54] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 55] vordert een bedrag van € 949,85;
- [benadeelde 56] vordert een bedrag van € 207,95;
- [benadeelde 57] vordert een bedrag van € 495,70;
- [benadeelde 58] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 59] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 60] vordert een bedrag van € 177,95;
- [aangever 9] vordert een bedrag van € 715,45;
- [benadeelde 61] vordert een bedrag van € 207,95;
- [benadeelde 62] vordert een bedrag van € 1012,45;
- [benadeelde 63] vordert een bedrag van € 839,25;
- [benadeelde 64] vordert een bedrag van € 418,95;
- [aangever 12] vordert een bedrag van € 325,-;
- [benadeelde 65] vordert een bedrag van € 143,16;
- [benadeelde 66] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 67] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 68] vordert een bedrag van € 257,-;
- [benadeelde 69] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 70] vordert een bedrag van € 1133,20;
- [benadeelde 71] vordert een bedrag van € 383,20;
- [benadeelde 72] vordert een bedrag van € 270,70;
- [benadeelde 73] vordert een bedrag van € 475,-;
- [benadeelde 74] vordert een bedrag van € 307,95;
- [benadeelde 75] vordert een bedrag van € 207,95;
- [benadeelde 76] vordert een bedrag van € 127,95;
- [benadeelde 77] vordert een bedrag van € 615,-;
- [benadeelde 78] vordert een bedrag van € 315,-;
- [benadeelde 79] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 80] vordert een bedrag van € 839,25;
- [benadeelde 81] vordert een bedrag van € 188,12;
- [benadeelde 82] vordert een bedrag van € 1161,60;
- [I] vordert een bedrag van € 367,90;
- [H] vordert een bedrag van € 408,95;
- [benadeelde 83] vordert een bedrag van € 467,09;
- [benadeelde 84] vordert een bedrag van € 207,95;
- [benadeelde 85] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 86] vordert een bedrag van € 383,20;
- [benadeelde 87] vorderen samen een bedrag van € 1528,40;
- [benadeelde 88] vordert een bedrag van € 147,95;
- [benadeelde 89] vordert een bedrag van € 195,70;
- [benadeelde 90] vordert een bedrag van € 555,-;
- [benadeelde 91] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 92] vordert een bedrag van € 199,-;
- [benadeelde 93] vordert een bedrag van € 383,20;
- [benadeelde 94] vordert een bedrag van € 388,95;
- [benadeelde 95] vordert een bedrag van € 515,-;
- [benadeelde 96] vordert een bedrag van € 257,95;
Feit 2 primair
- [aangever 15] vordert een bedrag van € 366,52;
- [aangever 19] vordert een bedrag van € 249,26;
- [aangever 13] vordert een bedrag van € 403,23;
- [aangever 20] vordert een bedrag van € 244,42;
- [aangever 14] vordert een bedrag van € 244,-;
- [aangever 17] vordert een bedrag van € 249,26;
- [aangever 16] vordert een bedrag van € 249,26.
Groep 2
- [aangever 7] vordert namens [eemanszaak] Eenmanszaak een bedrag van € 743,20 wegens materiële schade en daarnaast een bedrag van € 1000,- wegens immateriële schade;
- [benadeelde 1] vordert een bedrag van € 485,- wegens materiële schade en daarnaast een bedrag van € 798,- wegens immateriële schade;
- [benadeelde 2] vordert een bedrag van € 403,50 wegens materiële schade en daarnaast een bedrag van € 250,- wegens immateriële schade;
Groep 3
- [benadeelde 97] vordert een bedrag van € 257,-;
- [benadeelde 98] vordert een bedrag van € 257,95 en daarnaast een bedrag van € 1500,-wegens immateriële schade;
Groep 4
- [benadeelde 99] vordert een bedrag van € 249,-;
- [aangever 10] vordert een bedrag van € 1255,-;
- [benadeelde 100] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 101] vordert een bedrag van € 690,08;
- [benadeelde 102] vordert een bedrag van € 383,20;
- [benadeelde 103] vordert een bedrag van € 507, 95;
- [benadeelde 104] vordert een bedrag van € 257,95;
- [benadeelde 105] vordert een bedrag van € 207, 95;
- [benadeelde 106] vordert een bedrag van € 1739,25;
- [benadeelde 107] vordert een bedrag van € 207,95;
Groep 1(feit 1 primair en feit 2 primair)
De benadeelde partijen genoemd onder ‘groep 1’ hebben materiële schade gevorderd. De bedragen staan genoemd in de tabel hierboven. Met betrekking tot de vorderingen deze groep overweegt de rechtbank als volgt.
De in groep 1 genoemde personen hebben hun vordering onderbouwd met een of meer van de volgende stukken:
- aangifte van oplichting; en/of
- bankafschrift (kopie of schermafbeelding) of schermafbeelding van een overzicht van internetbankieren of iDEAL betaling met daarop het naar de webwinkel overgemaakte bedrag; en/of
- factuur van de betreffende webwinkel; en/of
- e-mail van de webwinkel met een bevestiging van de bestelling en/of een bevestiging dat het geld voor de bestelling is ontvangen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn daarmee de vorderingen voldoende onderbouwd. De verdediging heeft de vorderingen niet betwist. Daarom komt de rechtbank tot de volgende conclusie.
De benadeelde partijen genoemd in groep 1 hebben als gevolg van de hiervoor onder 1 of 2 (zie tabel) primair bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade geleden. De schade komt geheel voor vergoeding in aanmerking, behalve bij de benadeelde partijen [benadeelde 22] , [aangever 15] , [benadeelde 3] en [aangever 8] . Daarover overweegt de rechtbank als volgt.
Benadeelde partij [benadeelde 22] heeft een bedrag van € 30,- gevorderd voor de tijd die het hem heeft gekost om aangifte te doen en het schadeformulier in te vullen en heeft dat ‘proceskosten’ genoemd. De rechtbank begrijpt dat hiermee materiële schade is bedoeld. De rechtbank stelt vast dat dit deel van de schade niet is onderbouwd. De beoordeling en vaststelling van (de omvang van) de schade levert daarom een onevenredige belasting van dit strafgeding op. De rechtbank zal benadeelde partij [benadeelde 22] voor wat betreft het bedrag van € 30,- niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Benadeelde partij [aangever 15] heeft een bedrag van € 13,06 aan inkomstenderving gevorderd wegens misgelopen rente over het door hem aan [onderneming] betaalde bedrag (van € 348,48) over de duur van 17 maanden en een bedrag van € 4,98 voor zes postzegels en heeft dat ‘immateriële schade’ genoemd. De rechtbank begrijpt dat hiermee materiële schade is bedoeld. Nu verdachte ten aanzien van benadeelde partij [aangever 15] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 348,48
met wettelijke rente, zal zij dit niet nogmaals als apart gevorderd bedrag toewijzen. De rechtbank wijst dit deel van de vordering (ter hoogte van € 13,06) dan ook af. Ten aanzien van de postzegels overweegt de rechtbank dat dit deel van de vordering niet is onderbouwd. De beoordeling en vaststelling van (de omvang van) de schade levert daarom een onevenredige belasting van dit strafgeding op. De rechtbank zal benadeelde partij [aangever 15] voor wat betreft het bedrag van € 30,- niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Benadeelde partij [benadeelde 3] heeft een bedrag van € 419,- gevorderd, maar uit de factuur en het bankafschrift die als bijlagen bij het voegingsformulier zijn gevoegd volgt dat [benadeelde 3] een korting van € 104,75 heeft gekregen en uiteindelijk een bedrag van € 323,20 heeft betaald. De rechtbank zal daarom de vordering van benadeelde partij [benadeelde 3] toewijzen tot een bedrag van € 323,20 en voor het meerdere afwijzen.
Benadeelde partij [aangever 8] heeft een bedrag van € 705,66 gevorderd, maar uit het procesdossier volgt dat hij de hogedrukreiniger wel geleverd heeft gekregen. Dat betekent dat het bedrag dat hij daarvoor heeft betaald geen schade is. Op de factuur staat bij de hogedrukreiniger een bedrag van € 49,99. Over het gehele bedrag is een korting van 25% gerekend. Dat betekent dat een bedrag € 37,49 (25% van € 49,99) van het totaalbedrag moet worden afgetrokken. De rechtbank zal daarom de vordering van benadeelde partij [aangever 8] toewijzen tot een bedrag van € 668,17 en voor het meerdere afwijzen.
De rechtbank zal de vorderingen van de onder groep 1 genoemde benadeelde partijen toewijzen tot de in het dictum van deze uitspraak vermelde bedragen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum vermeld in het dictum van deze uitspraak, tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de onder groep 1 genoemde benadeelde partijen aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van de in het dictum van deze uitspraak vermelde bedragen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum vermeld in het dictum van deze uitspraak (de datum dat de schade is ontstaan), tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met het aantal dagen gijzeling als in het dictum van deze uitspraak vermeld, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Groep 2(feit 1 primair)
De benadeelde partijen genoemd onder groep 2 hebben materiële schade en immateriële schade gevorderd. De bedragen staan in de tabel hierboven. Met betrekking tot de vorderingen van deze groep overweegt de rechtbank als volgt.
De materiële schade
De in groep 2 genoemde personen hebben hun vordering voor materiële schade onderbouwd met:
- aangifte van oplichting; en
- bankafschrift (kopie of schermafbeelding) of schermafbeelding van een overzicht van internetbankieren of iDEAL betaling met daarop het naar de webwinkel overgemaakte bedrag.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn daarmee de vorderingen voldoende onderbouwd. De verdediging heeft de vorderingen niet betwist. Daarom komt de rechtbank tot de volgende conclusie.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partijen als gevolg van het hiervoor onder 1 primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade hebben geleden. De schade komt geheel voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vorderingen voor wat betreft de materiële schade van de onder groep 2, genoemde benadeelde partijen geheel toewijzen tot de in het dictum van deze uitspraak vermelde bedragen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum vermeld in het dictum van deze uitspraak, tot de dag van volledige betaling.
De immateriële schade
De rechtbank stelt voorop dat de gevolgen van de door de verdachte verrichte handelingen voor de benadeelde partijen buitengewoon vervelend zijn. Om echter recht te hebben op vergoeding van immateriële schade moet aan de hand van concrete gegevens kunnen worden vastgesteld dat sprake is van óf (i) een aantasting van de geestelijke gezondheid (geestelijk letsel in de zin van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld) óf (ii) andersoortige schending van een persoonlijkheidsrecht. De benadeelde partijen hebben, anders dan hun eigen schriftelijke toelichting op de vordering, geen rapportage door een deskundige of andere concrete gegevens aangevoerd. Hoewel de rechtbank niet twijfelt aan de impact die dit feit op de benadeelde partijen heeft gehad, kan de rechtbank op grond van het voorgaande niet vaststellen of zij recht hebben op immateriële schadevergoeding. De rechtbank zal dit deel van de vordering dan ook afwijzen.
Overig
Omdat de materiële schade wordt toegewezen zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de onder groep 2, genoemde benadeelde partijen aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van de in het dictum van deze uitspraak vermelde bedragen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum vermeld in het dictum van deze uitspraak, tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met het aantal dagen gijzeling als in het dictum van deze uitspraak vermeld, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Groep 3(feit 1 primair)
De benadeelde partijen genoemd onder ‘groep 3’ hebben materiële schade gevorderd en benadeelde partij Dam heeft ook immateriële schade gevorderd. De bedragen staan in de tabel hierboven. Met betrekking tot de vorderingen van deze groep overweegt de rechtbank als volgt.
De materiële schade
De benadeelde partijen hebben geen stukken ter onderbouwing van hun vordering overgelegd. De rechtbank is van oordeel dat een nadere onderbouwing van (dit onderdeel van) deze vordering(en) noodzakelijk is om deze voor vergoeding in aanmerking te kunnen laten komen. De beoordeling en vaststelling van (de omvang van) de materiële schade van deze benadeelde partijen levert daarom een onevenredige belasting van dit strafgeding op.
De rechtbank zal de benadeelde partijen voor wat betreft de materiële schade niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vorderingen (voor dit deel) slechts bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht.
De immateriële schade gevorderd door [benadeelde 98]
Ten aanzien van de door benadeelde [benadeelde 98] gevorderde immateriële schade verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hierboven heeft overwogen ten aanzien van de immateriële schade gevorderd door benadeelden in groep 2. De rechtbank zal ook in dit geval de vordering voor wat betreft de immateriële schadevergoeding afwijzen.
Proceskosten
De rechtbank veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Groep 4(feit 1 primair)
De benadeelde partijen genoemd onder ‘groep 4’ hebben geen aangifte overgelegd en deze zit ook niet in het procesdossier.
De rechtbank stelt vast dat niet, althans onvoldoende is gebleken van een direct verband tussen de gestelde schade en het onder 1 primair bewezen verklaarde feit.
De rechtbank verklaart daarom de benadeelde partijen niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De rechtbank veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 28, 31, 36, 36f, 57, 60, 60a, 225, 231b, 326, 339, 343, 344a van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Ontvankelijkheid officier van justitie
- verklaart de
officier van justitie ontvankelijkin de vervolging van verdachte ten aanzien van het tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder
1 tot en met 7 tenlastegelegde bewezenzoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 tot en met 7
meer of anders tenlastegelegde niet bewezenen spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder
1 tot en met 7bewezenverklaarde
strafbaaren kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart
verdachte strafbaar;
Oplegging straf
Hoofdstraf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
54 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Bijkomende straf
-
ontzetverdachte
uit de uitoefening van het beroep van bestuurder/directeur van een rechtspersoonvoor de duur van
vijf jaren;
-
gelastde
openbaarmaking van deze uitspraakdoor middel van publicatie ervan op www.rechtspraak.nl zonder de gebruikelijke anonimisering van de naam van verdachte en door middel van toezending aan de Kamer van Koophandel;
-
veroordeelt verdachte in de kostendie ten behoeve van de openbaarmaking van deze uitspraak worden gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Voorlopige hechtenis
-
wijst afhet verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis;
Benadeelde partijen (groep 1: feit 1 primair en feit 2 primair)
  • wijst de vorderingen van de benadeelde partijen zoals vermeld in de tabel hieronder toe tot de daarbij vermelde bedragen, bestaande uit materiële schade;
  • wijst de vorderingen van de benadeelde partijen [aangever 15] , [benadeelde 3] en [aangever 8] voor het meerdere af zoals omschreven in rubriek 9.3;
  • bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde 22] en [aangever 15] , voor een deel zoals vermeld in die tabel hieronder niet-ontvankelijk zijn in dat deel van de vordering, en dat de benadeelde partijen de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen:
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan die benadeelde partijen van de bedragen zoals vermeld in de tabel hieronder, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum zoals vermeld in de tabel tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op het bedrag zoals vermeld in de tabel;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partijen zoals vermeld in de tabel hieronder aan de Staat de daarbij vermelde bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum zoals in de tabel vermeld tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met het aantal dagen gijzeling zoals vermeld in de tabel;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij
Feit
Toegewezen (materiële schade)
Afgewezen
(materiële schade)
Niet-ontvankelijk
(materiële schade)
Datum ingang wettelijke rente
Aantal dagen gijzeling bij niet betaling
[benadeelde 3]
1 (primair)
€ 323,20
€ 95,80
5 mei 2018
6
[benadeelde 4]
1 (primair)
€ 426,75
6 mei 2018
8
[benadeelde 5]
1 (primair)
€ 475,-
6 mei 2018
9
[benadeelde 6]
1 (primair)
€ 385,-
25 februari 2018
7
[aangever 2]
1 (primair)
€ 257,95
27 mei 2018
5
[benadeelde 7]
1 (primair)
€ 505,-
19 april 2018
10
[benadeelde 8]
1 (primair)
€ 239,25
21 mei 2018
4
[benadeelde 9]
1 (primair)
€ 127,95
28 mei 2018
2
[benadeelde 10]
1 (primair)
€ 257,95
31 mei 2018
5
[benadeelde 11]
1 (primair)
€ 615,-;
20 april 2018
12
[benadeelde 12]
1 (primair)
€ 157,95
16 mei 2018
3
[benadeelde 13]
1 (primair)
€ 383,20
12 mei 2018
7
[aangever 3]
1 (primair)
€ 1395,70
28 april 2018
23
[benadeelde 14]
1 (primair)
€ 455,09
17 mei 2018
9
[benadeelde 15]
1 (primair)
€ 209,95
14 mei 2018
4
[benadeelde 16]
1 (primair)
€ 495,70
12 mei 2018
9
[benadeelde 17]
1 (primair)
€ 495,70
6 mei 2018
9
[benadeelde 18]
1 (primair)
€ 383,20
26 mei 2018
7
[benadeelde 19]
1 (primair)
€ 271,90
27 mei 2018
5
[benadeelde 20]
1 (primair)
€ 257,95
20 mei 2018
5
[benadeelde 21]
1 (primair)
€ 383,20
26 mei 2018
7
[benadeelde 22]
1 (primair)
€ 127,96
€ 30,-
28 mei 2018
2
[I]
1 (primair)
€ 207, 95
24 mei 2018
4
[benadeelde 23]
1 (primair)
€ 414,59
19 mei 2018
8
[benadeelde 24]
1 (primair)
€ 383,20
10 mei 2018
7
[aangever 8]
1 (primair)
€ 668,17
€ 37,49
9 mei 2018
13
[benadeelde 25]
1 (primair)
€ 257,95
29 mei 2018
5
[benadeelde 26]
1 (primair)
€ 458,95
21 april 2018
9
[benadeelde 27]
1 (primair)
€ 423,50
18 april 2018
8
[benadeelde 28]
1 (primair)
€ 426,75
18 mei 2018
8
[benadeelde 29]
1 (primair)
€ 425,-
4 mei 2018
8
[benadeelde 30]
1 (primair)
€ 257,95
28 mei 2018
5
[benadeelde 31]
1 (primair)
€ 257,95
26 mei 2018
5
[benadeelde 32]
1 (primair)
€ 257,95
26 mei 2018
5
[benadeelde 33]
1 (primair)
€ 506,95
28 mei 2018
10
[benadeelde 34]
1 (primair)
€ 331,95
20 april 2018
6
[benadeelde 35]
1 (primair)
€ 206,95
5 mei 2018
4
[benadeelde 36]
1 (primair)
€ 207,95
21 mei 2018
4
[benadeelde 37]
1 (primair)
€ 128,20
21 mei 2018
2
[benadeelde 38]
1 (primair)
€ 455,-
11 maart 2018
9
[benadeelde 39]
1 (primair)
€ 257,95
17 mei 2018
5
[benadeelde 40]
1 (primair)
€ 220,60
26 mei 2018
4
[benadeelde 41]
1 (primair)
€ 187,95
22 april 2018
3
[benadeelde 42]
1 (primair)
€ 325,-
19 april 2018
6
[benadeelde 43]
1 (primair)
€ 164,-
18 mei 2018
3
[benadeelde 44]
1 (primair)
€ 257,95
29 mei 2018
5
[benadeelde 45]
1 (primair)
€ 257,95
27 mei 2018
5
[benadeelde 46]
1 (primair)
€ 357,95
12 mei 2018
7
[benadeelde 47]
1 (primair)
€ 507,95
31 mei 2018
10
[benadeelde 48]
1 (primair)
€ 271,90
2 juni 2018
5
[aangever 4]
1 (primair)
€ 500,-;
26 mei 2018
10
[aangever 6]
1 (primair)
€ 587,25;
27 april 2018
11
[benadeelde 49]
1 (primair)
€ 302,80
28 mei 2018
6
[benadeelde 50]
1 (primair)
€ 483,-
17 april 2018
9
[benadeelde 51] vordert namens [bedrijf 4] B.V.
1 (primair)
€ 507,95
28 mei 2018
10
[benadeelde 52]
1 (primair)
€ 1514,25
2 april 2018
25
[benadeelde 53]
1 (primair)
€ 383,20
21 mei 2018
7
[benadeelde 54]
1 (primair)
€ 257,95
26 mei 2018
5
[benadeelde 55]
1 (primair)
€ 949,85
24 februari 2018
18
[benadeelde 56]
1 (primair)
€ 207,95
14 mei 2018
4
[benadeelde 57]
1 (primair)
€ 495,70
20 juni 2018
9
[benadeelde 58]
1 (primair)
€ 257,95
26 mei 2018
5
[benadeelde 59]
1 (primair)
€ 257,95
1 juni 2018
5
[benadeelde 60]
1 (primair)
€ 177,95
29 mei 2018
3
[aangever 9]
1 (primair)
€ 715,45
20 april 2018
14
[benadeelde 61]
1 (primair)
€ 207,95
5 mei 2018
4
[benadeelde 62]
1 (primair)
€ 1012,45
16 mei 2018
20
[benadeelde 63]
1 (primair)
€ 839,25
1 mei 2018
16
[benadeelde 64]
1 (primair)
€ 418,95
25 april 2018
8
[aangever 12]
1 (primair)
€ 325,-
25 april 2018
6
[benadeelde 65]
1 (primair)
€ 143,16
20 mei 2018
2
[benadeelde 66]
1 (primair)
€ 257,95
20 mei 2018
5
[benadeelde 67]
1 (primair)
€ 257,95
26 mei 2018
5
[benadeelde 68]
1 (primair)
€ 257,-
30 mei 2018
5
[benadeelde 69]
1 (primair)
€ 257,95
27 mei 2018
5
[benadeelde 70]
1 (primair)
€ 1133,20
19 mei 2018
21
[benadeelde 71]
1 (primair)
€ 383,20
29 april 2018
7
[benadeelde 72]
1 (primair)
€ 270,70
11 mei 2018
5
[benadeelde 73]
1 (primair)
€ 475,-
8 april 2018
9
[benadeelde 74]
1 (primair)
€ 307,95
6 mei 2018
6
[benadeelde 75]
1 (primair)
€ 207,95
7 mei 2018
4
[benadeelde 76]
1 (primair)
€ 127,95
2 juni 2018
2
[benadeelde 77]
1 (primair)
€ 615,-
7 mei 2018
12
[benadeelde 78]
1 (primair)
€ 315,-
25 april 2018
6
[benadeelde 79]
1 (primair)
€ 257,95
27 mei 2018
5
[benadeelde 80]
1 (primair)
€ 839,25
5 mei 2018
16
[benadeelde 81]
1 (primair)
€ 188,12
20 mei 2018
3
[benadeelde 82]
1 (primair)
€ 1161,60
23 februari 2018
21
[I]
1 (primair)
€ 367,90
2 juni 2018
7
[H]
1 (primair)
€ 408,95
23 april 2018
8
[benadeelde 83]
1 (primair)
€ 467,09
16 mei 2018
9
[benadeelde 84]
1 (primair)
€ 207,95
27 mei 2018
4
[benadeelde 85]
1 (primair)
€ 257,95
23 mei 2018
5
[benadeelde 86]
1 (primair)
€ 383,20
21 mei 2018
7
[benadeelde 87]
1 (primair)
€ 1528,40
2 maart 2018
25
[benadeelde 88]
1 (primair)
€ 147,95
12 mei 2018
2
[benadeelde 89]
1 (primair)
€ 195,70
26 mei 2018
3
[benadeelde 90]
1 (primair)
€ 555,-
20 april 2018
11
[benadeelde 91]
1 (primair)
€ 257,95
28 mei 2018
5
[benadeelde 92]
1 (primair)
€ 199,-
7 mei 2018
3
[benadeelde 93]
1 (primair)
€ 383,20
19 mei 2018
7
[benadeelde 94]
1 (primair)
€ 388,95
20 mei 2018
7
[benadeelde 95]
1 (primair)
€ 515,-
2 maart 2018
10
[benadeelde 96]
1 (primair)
€ 257,95
31 mei 2018
5
[aangever 15]
2 (primair)
€ 348,48
€ 13,06
€ 4,98
1 juli 2018
6
[aangever 19]
2 (primair)
€ 249,26
1 juli 2018
4
[aangever 13]
2 (primair)
€ 403,23
1 juli 2018
8
[aangever 20]
2 (primair)
€ 244,42
1 juli 2018
4
[aangever 14]
2 (primair)
€ 244,-
2 juli 2018
4
[aangever 17]
2 (primair)
€ 249,26
1 juli 2018
4
[aangever 16]
2 (primair)
€ 249,26
1 juli 2018
4
Benadeelde partijen groep 2 (feit 1 primair)
  • wijst de vorderingen van de benadeelde partijen zoals vermeld in de tabel hieronder voor wat betreft de materiële schade toe tot de daarbij vermelde bedragen;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan die benadeelde partijen van de bedragen zoals vermeld in de tabel hieronder, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum zoals vermeld in de tabel tot de dag van volledige betaling;
  • wijst de vorderingen van de benadeelde partijen zoals vermeld in de tabel hieronder af voor wat betreft de immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partijen zoals vermeld in de tabel hieronder aan de Staat de daarbij vermelde bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum vermeld in de tabel tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met het aantal dagen gijzeling zoals vermeld in de tabel;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij
Feit
Toegewezen (materiële schade)
Afgewezen (immateriële schade)
Datum ingang wettelijke rente
Aantal dagen gijzeling bij niet betaling
[aangever 7] namens [eemanszaak] Eenmanszaak
1 (primair)
€ 743,20
€ 1000,-
15 mei 2018
14
[benadeelde 1]
1 (primair)
€ 485,-
€ 798,-
22 mei 2018
9
[benadeelde 2]
1 (primair)
€ 403,50
€ 250,-
10 mei 2018
8
Benadeelde partijen groep 3 (feit 1 primair)
  • bepaalt dat de benadeelde partijen zoals vermeld in de tabel hieronder, voor een deel zoals vermeld in die tabel niet-ontvankelijk zijn in (dat deel van) de vordering, en dat de benadeelde partijen de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen:
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 98] zoals vermeld in de tabel hieronder voor wat betreft de gevorderde immateriële schade af;
  • veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij
Feit
Niet-ontvankelijk
(materiële schade)
Afgewezen (immateriële schade)
[benadeelde 97]
Feit 1 (primair)
€ 257,-
[benadeelde 98]
Feit 1 (primair)
€ 257,95
€ 1500,-
Benadeelde partijen groep 4 en groep 5 (feit 1 primair)
- bepaalt dat de benadeelde partijen zoals vermeld in de tabel hieronder, voor het bedrag zoals vermeld in die tabel, niet-ontvankelijk zijn in de vordering, en dat de benadeelde partijen de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen:
Benadeelde partij
Niet-ontvankelijk
[benadeelde 99]
€ 249,-
[aangever 10]
€ 1255,-
[benadeelde 100]
€ 257,95
[benadeelde 101]
€ 690,08
[benadeelde 102]
€ 383,20
[benadeelde 103]
€ 507, 95
[benadeelde 104]
€ 257,95
[benadeelde 105]
€ 207, 95
[benadeelde 106]
€ 1739,25
[benadeelde 107]
€ 207,95
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. W.S. Ludwig en N.P.J. Janssens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Carbo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 juni 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 februari 2018 tot en met
2 juni 2018 te ’s-Hertogenbosch, Dordrecht, Maastricht, Bunschoten-Spakenburg, Amsterdam, Almere, Doorn, Alphen aan den Rijn, Blaricum, Soest en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, 160, althans één of meer pers(o)n(en), (zoals vermeld op de lijst(en) op pagina’s 15 tot en met 19) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en), (zijnde: (aan)betaling(en) voor goed(eren)), in elk geval enig goed, waaronder de navolgende personen, voor het/de navolgende geldbedrag(en):
1. [aangever 2] , tot de afgifte van 257,95 euro en/of
2. [aangever 3] , tot de afgifte van 1395,70 euro en/of
3. [aangever 4] , tot de afgifte van 506,95 euro en/of
4. [aangever 5] , tot de afgifte van 955,00 euro en/of
5. [aangever 6] , tot de afgifte van 587,25 euro en/of
6. [aangever 7] , tot de afgifte van 743,20 euro en/of
7. [aangever 8] , tot de afgifte van 705,66 euro en/of
8. [aangever 9] , tot de afgifte van 715,45 euro en/of
9. [aangever 10] , tot de afgifte van 1255,00 euro en/of
10. [aangever 11] , tot de afgifte van 1108,16 euro
door (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listelijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- gebruik te maken van een of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten [alias] en/of
[alias] en/of één of meer ander(e) valse na(a)m(en) en/of
- ( vervolgens) op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl en/of
www. [webwinkel 1] .nl en/of (een) andere website(s) een of meer goed(eren) te koop aan te
bieden en/of - daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en/of
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer] t.n.v. Mollipayments en/of
[rekeningnummer] t.n.v. [rechtspersoon] B.V. op/door te geven, waarop
het/de te betalen aankoopbedrag(en) kon(den) worden overgeboekt en/of gestort en/of
over welke rekening hij, verdachte, en/of zijn mededaders, de beschikking had(den)
en/of via welke rekening het/de aankoopbedrag(en) werd(en) doorgezet naar een
rekening over welke de verdachte en/of zijn mededaders, de beschikking had(den) en/of
- op een of meerdere bestelling(en) te reageren met een bestelnummer en/of een
leverdatum waarop levering van de bestelde goederen zou worden nagekomen,
- terwijl het/de betaalde goed(eren) niet en/of onvolledig door verdachte en/of zijn
mededaders aan voornoemde perso(o)n(en) is/zijn geleverd;
subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 februari 2018 tot en met
2 juni 2018 te 's-Hertogenbosch, Dordrecht, Maastricht, Bunschoten-Spakenburg,
Amsterdam, Almere, Doorn, Alphen aan den Rijn, Blaricum, Soest en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
(telkens) opzettelijk één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan één of meer pers(o)n(en), (zoals vermeld op de lijst(en) op
pagina s 15 tot en met 19), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededaders, en welk(e) geldbedrag(en) verdachte en/of zijn mededaders
(telkens) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als (al dan niet
potentiële) verkoper/aanbieder, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
feit 2
primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juni 2018 tot en met 02
juli 2018 te Halsteren, Bakkeveen, Klundert, Harlingen, Almere, Winsum, ’s-Gravenhage,
Amsterdam, ’s-Gravenzande, Nijmegen, Zwagerbosch, Rozenburgh, Kloosterburen,
Blaricum, Soest en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
14, althans één of meer pers(o)n(en), (zoals vermeld op pagina 692) heeft bewogen tot de
afgifte van één of meer geldbedrag(en), (zijnde: (aan)betaling(en) voor goed(eren)), in elk
geval enig goed, door (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listelijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- gebruik te maken van een of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten [alias]
en/of één of meer ander(e) valse na(a)m(en) en/of
- ( vervolgens) op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl en/of
www. [onderneming] .nl en/of (een) andere website(s) een of meer goed(eren) te koop
aan te bieden en/of - daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en/of
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer] t.n.v. [aangever 1] op/door te
geven, waarop het/de te betalen aankoopbedrag(en) kon(den) worden overgeboekt en/of
gestort en/of over welke rekening hij, verdachte, en/of zijn mededaders, de beschikking
had(den) en/of via welke rekening het/de aankoopbedrag(en) werd(en) doorgezet naar
een rekening over welke de verdachte en/of zijn mededaders, de beschikking had(den)
en/of waarvan het/de aankoopbedrag(en) werd(en) gepind en (vervolgens) contant aan
verdachte en/of zijn mededaders werd gegeven/overhandigd en/of
- op een of meerdere bestelling(en) te reageren met een bestelnummer en/of een
leverdatum waarop levering van de bestelde goederen zou worden nagekomen,
- terwijl het/de betaalde goed(eren) niet en/of onvolledig door verdachte en/of’zijn
mededaders aan voornoemde perso(o)n(en) is/zijn geleverd;
subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juni 2018 tot en met 02
juli 2018 te Halsteren, Bakkeveen, Klundert, Harlingen, Almere, Winsum, ’s-Gravenhage
Amsterdam, 's-Gravenzande, Nijmegen, Zwagerbosch, Rozenburgh, Kloosterburen,
Blaricum, Soest en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan één of meer pers(o)n(en), (zoals vermeld op pagina 692), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk(e) geldbedrag(en) verdachte en/of zijn mededaders (telkens) anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als (al dan niet potentiële) verkoper/aanbieder,
wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
feit 3
hij op of omstreeks 31 mei 2018 te Ede en/of Soest en/of elders in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde
biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten [aangever 1] , van voornoemde
[aangever 1]
- zijn persoonsgegevens en/of
- zijn bankrekeninggegevens en/of
- een kopie van zijn paspoort
heeft gebruikt door met voornoemde gegevens
- een onderneming, genaamd ‘ [onderneming] ’, op te richten en/ofte vestigen en/of
- een stofzuiger en/of een loungeset te bestellen bij Wehkamp
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te
verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kan ontstaan;
feit 4
hij als bestuurder of commissaris van de rechtspersoon ‘ [rechtspersoon] B.V.’,
voor of tijdens het faillissement, te weten op of omstreeks 5 juni 2018 te Ede en/of Soest
en/of elders in Nederland, een wasmachine en/of een droger en/of andere goederen,
in elk geval enig goed, aan de boedel heeft onttrokken, terwijl hij, verdachte, wist dat hierdoor een of meer schuldeiser(s) van voornoemde rechtspersoon in zijn/hun verhaalsmogelijkhe(i)d(en) werd(en) benadeeld;
feit 5
Hij als bestuurder of commissaris van de rechtspersoon ‘ [rechtspersoon] B.V.’,
tijdens het faillissement van de rechtspersoon, te weten op of omstreeks 5 juni 2018, te
Ede en/of Soest en/of elders in Nederland, desgevraagd opzettelijk, niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende wettelijke verplichtingen ter zake, een ingevolge de wettelijke verplichtingen gevoerde en/of bewaarde administratie en/of de daartoe behorende boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator heeft verstrekt;
feit 6
hij op of omstreeks 4 juni 2018 te Blaricum en/of elders in Nederland, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een huurcontract, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst door voornoemd huurcontract op te maken waarin is opgenomen dat [alias] overeenkomt een pand te huren van hem, verdachte, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 7
hij op of omstreeks 4 juni 2018 te Blaricum en/of elders in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een huurcontract, als ware het echt en onvervalst, door met voornoemd huurcontract een adreswijziging bij de Kamer van Koophandel door te voeren ten behoeve van de onderneming ‘ [rechtspersoon] B.V.';

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 6 februari 2019, onderzoeksnummer MD1R018045, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 2088. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 20.
3.Pagina 21.
4.Pagina 24.
5.Pagina 23.
6.Pagina 31.
7.Pagina 40.
8.Pagina 41.
9.Pagina 42.
10.Pagina 45.
11.Pagina 54.
12.Pagina 49.
13.Pagina 55.
14.Pagina 64.
15.Pagina 65.
16.Pagina 67.
17.Pagina 70.
18.Pagina 74.
19.Pagina 77.
20.Pagina 81.
21.Pagina 82.
22.Pagina 84.
23.Pagina 85.
24.Pagina 93.
25.Pagina 97.
26.Pagina 99.
27.Pagina 102.
28.Pagina 106.
29.Pagina 111.
30.Pagina 115.
31.Pagina 120.
32.Pagina 123.
33.Pagina 132.
34.Pagina 135.
35.Pagina 137.
36.Pagina 138.
37.Pagina 1504.
38.Pagina 1509.
39.Pagina 1510.
40.Pagina 1512.
41.Pagina 201.
42.Pagina 202.
43.Pagina 203.
44.Pagina 204.
45.Pagina 210.
46.Pagina 211.
47.Pagina 213.
48.Pagina 216.
49.Pagina 217.
50.Pagina 218.
51.Pagina 220.
52.Pagina 223.
53.Pagina 169.
54.Pagina 170.
55.Pagina 171.
56.Pagina 141.
57.Pagina 142.
58.Pagina 145.
59.Pagina 648.
60.Pagina 649.
61.Pagina 183.
62.Pagina 186.
63.Pagina 490.
64.Pagina 491.
65.Pagina 397.
66.Pagina 418.
67.Pagina 419.
68.Pagina 421.
69.Pagina 2034.
70.Pagina 2035.
71.Pagina 2048.
72.Pagina 2049.
73.Pagina 1976.
74.Pagina 1977.
75.Pagina 1979.
76.Pagina 2001.
77.Pagina 2007.
78.Pagina 2012.
79.Pagina 2064.
80.Pagina 2065.
81.Pagina 2059.
82.Pagina 2060.
83.Pagina 2068.
84.Pagina 2069.
85.Pagina 2017.
86.Pagina 2018.
87.Pagina 2043.
88.Pagina 2044.
89.Pagina 334.
90.Pagina 335.
91.Pagina 363.
92.Pagina 351.
93.Pagina 354.
94.Pagina 348.
95.Pagina 359.
96.Pagina 347.
97.Pagina 355.
98.Pagina 356.
99.Pagina 349.
100.Pagina 350.
101.Pagina 352.
102.Pagina 361.
103.Pagina 343.
104.Pagina 364.
105.Pagina 366.
106.Pagina 365.
107.Pagina 500.
108.Pagina 672.
109.Pagina 695.
110.Pagina 378.
111.Deze bijlage is weergegeven op pagina 179.
112.Pagina 176.
113.Pagina 380.
114.Pagina 381.
115.Pagina 632.
116.Paragraaf 1.5 van het faillissementsverslag van [rechtspersoon] B.V. d.d. 8 juli 2019.