Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 oktober 2019
- de akte van [gedaagde sub 1] c.s. en [gedaagde sub 5] van 11 december 2019
- de antwoordakte van [eiser] van 5 maart 2020
- de akte uitlating producties van [gedaagde sub 1] c.s. en [gedaagde sub 5] van 1 april 2020.
2.De verdere beoordeling
- omzet € 14.200.579
- af: voorzieningen voor niet te incasseren vergoedingen
- af: directe kosten voor het project € 10.456.996
- af: financieringskosten € 103.654
- af: aandeel in overige kosten op basis van de omzetverhouding € 1.660.804
- met welke luchtvaartmaatschappijen zij voor het vliegveld in Najaf overeenkomsten heeft gesloten voor het gebruik van de door haar geïmplementeerde software, en
- welke vergoeding zij met elke luchtvaartmaatschappij is overeengekomen.
3.De beslissing
8 juli 2020voor het nemen van een akte door [gedaagde sub 1] c.s. over hetgeen is vermeld onder: