Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser/eiseres sub 1] ,
2.[eiser/eiseres sub 2] ,
3.[eiser/eiseres sub 3] ,
1.De verdere procedure
- het tussenvonnis van 15 april 2020
- de akte beantwoording vraag tussenvonnis van 29 april 2020 van de huurders;
- de nota van antwoorden van 29 april 2020 van [gedaagde] ;
- het stuk genaamd pleitnota van 27 mei 2020 van de huurders;
- het stuk genaamd conclusie van dupliek van 27 mei 2020 van [gedaagde] .
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
- aan [eiser/eiseres sub 1] een bedrag van € 1.297,86
- aan [eiser/eiseres sub 2] een bedrag van € 1.150,20 en
- aan [eiser/eiseres sub 3] een bedrag van € 357,48
- € 194,68 aan [eiser/eiseres sub 1]
- € 172,53 aan [eiser/eiseres sub 2] en
- € 53,62 aan [eiser/eiseres sub 3]
- [eiser/eiseres sub 1] heeft in de periode van 1 mei 2015 tot 1 augustus 2016 en vanaf 1 januari 2017 tot 1 april 2018 van [gedaagde] kamer vier gehuurd van de woning aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding 2] te [woonplaats] (hierna telkens genoemd: het gehuurde);
- [eiser/eiseres sub 2] heeft in de periode van 1 juli 2015 tot 1 september 2017 en vanaf 1 januari 2018 tot 1 april 2018 kamer twee van het gehuurde van [gedaagde] gehuurd;
- [eiser/eiseres sub 3] heeft in de periode van 1 mei 2017 tot 1 april 2018 kamer een van het gehuurde van [gedaagde] gehuurd.
- [eiser/eiseres sub 1] over de periode van 1 mei 2015 tot en met december 2017 € 1.094,42;
- [eiser/eiseres sub 2] over de periode van 1 juli 2015 tot en met december 2017 € 1.006,67 en
- [eiser/eiseres sub 3] over de periode van eveneens 1 juli 2015 tot en met december 2017 € 357,48.
verhuurder heeft geen nota’s verstrekt van de kosten van de benodigde materialen en het uurloon vermeld”.
afvalstoffenheffingen niet de individuele kamerhuurders, maar dat de verhuurder die heffing kan verhalen op de huurders. De heffing bedroeg € 240,31 in 2015, € 242,84 in 2016 en € 248,50 in 2017. De
zuiveringsheffingwordt bij onzelfstandige woonruimte opgelegd aan de verhuurder en bedroeg € 59,45 in 2015, € 62,15 in 2016 en € 64,08 in 2017 (op basis van het aantal bewoners + 1 = 5 vervuilingseenheden). De watersysteemheffing voor gebruikers is de “
watersysteemheffing ingezetenen” en die bedroeg € 67,66 in 2015, € 68,80 in 2016 en € 70,23 in 2017. Een ingezetene is iedere persoon die op 1 januari in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven op het adres en wordt opgelegd per woonruimte, dus als er meer ingezetenen zijn per adres ontvangt één van hen de aanslag.
zuiveringsheffing bedrijven”is door de gemeente opgelegd aan de eigenaar/verhuurder omdat in kamers verhuurde objecten als bedrijfsruimte wordt aangemerkt; [gedaagde] heeft daartegen bezwaar gemaakt.
“precariobelasting”betreft de plaatsing van fietsenrekken op de openbare weg ten behoeve van de huurders waarvoor de eigenaar/verhuurder wordt aangeslagen.
afvalstoffenheffingwordt opgelegd aan de gebruiker van een perceel (artikel 15.33 lid 1 Wet Milieubeheer). Indien een perceel gedeeltelijk in gebruik is gegeven, zoals bij kamerverhuur, wordt degene die dat gebruik heeft verstrekt - dus de verhuurder - zelf als gebruiker van het perceel aangemerkt (en is dus de belastingplichtige) met dien verstande dat volgens het tweede lid die verhuurder bevoegd is de heffing te verhalen op de huurder. Met andere woorden: de kamerverhuurder is de belastingplichtige, maar hij is op grond van de wet bevoegd die heffing te verhalen op de kamerhuurders. Dit vormt derhalve de rechtsgrond voor het verhaal door [gedaagde] .
zuiveringsheffingvan het hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden ziet op rioolwaterafvoer en is gebaseerd op de Waterschapswet. Het bestuur van dit hoogheemraadschap heeft de Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 vastgesteld. In die verordening is de een soortgelijke regeling (in artikel 3 lid 3 onder c.) opgenomen als voor de afvalstoffenheffing geldt. Dit vormt de rechtsgrond voor het verhaal door [gedaagde] .
watersysteemheffingis geregeld in de Verordening op de watersysteemheffing, eveneens gebaseerd op de Waterschapswet. Het is een heffing door het Hoogheemraadschap voor de bekostiging van waterbeheer voorzieningen. De heffing wordt opgelegd aan eigenaren en gebruikers van percelen binnen het verzorgingsgebied. De
watersysteemheffing ingezetenenwordt opgelegd aan de gebruiker die op 1 januari van een jaar op het betreffende adres staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen. De
watersysteemheffing gebouwdaan de eigenaar van het perceel. De kantonrechter heeft geen verhaalsrecht in deze regelgeving aangetroffen.
Zuiveringsheffing
2015ziet op het perceel [straatnaam 2] [nummeraanduiding 3] en niet op het gehuurde. Dit moet in deze zaak dus buiten beschouwing blijven. De aanslag zuiveringsheffing
2016betreft blijkens de aanslag het object “ [straatnaam 1] [nummeraanduiding 1] ” en niet het gehuurde. De toelichting van [gedaagde] dat de adresnummering [nummeraanduiding 1] en [nummeraanduiding 2] op hetzelfde object betrekking hebben, is niet onderbouwd en komt ook niet overeen met bijvoorbeeld de aanslag 2016 waarop de nummers [nummeraanduiding 1] , [nummeraanduiding 4] , [nummeraanduiding 5] en [nummeraanduiding 6] voorkomen als onderscheiden belastingobjecten. De aanslag
2017betreft weer het perceel [straatnaam 2] [nummeraanduiding 3] en niet het gehuurde.
Afvalstoffenheffing
2015dat de aanslag ziet op het perceel [straatnaam 2] [nummeraanduiding 3] . Voor
2016heeft [gedaagde] wel aangetoond dat voor het gehuurde een bedrag van € 242,84 is opgelegd. Dit bedrag komt voor verrekening met de huurders in aanmerking, dat wil zeggen 1/3 deel ervan voor de huurder [eiser/eiseres sub 2] (€ 80,95), 1/3 x 7/12 ervan voor de huurder [eiser/eiseres sub 1] (€ 47,22) en voor de huurder [eiser/eiseres sub 3] helemaal niets. [eiser/eiseres sub 1] was immers vijf maanden lang geen huurder en [eiser/eiseres sub 3] huurde nog helemaal niet in dat jaar.
2017van € 248, [nummeraanduiding 1] komt voor vergoeding door de huurders in aanmerking in de zin dat zowel [eiser/eiseres sub 1] als [eiser/eiseres sub 3] ieder 1/3 (€ 82,83 per persoon) dragen en [eiser/eiseres sub 2] 8/12 daarvan (€ 55,22) draagt.
Watersysteemheffing ingezetenen
Zuiveringsheffing bedrijven
Zuiveringsheffing gebouwd
precariobelastingwordt geheven van de huurders als belastingplichtigen is niet door [gedaagde] gesteld. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat die belasting van hem wordt geheven als eigenaar van het gehuurde. Dat hij als gevolg daarvan fietsrekken bij het gehuurde mag plaatsen maakt niet dat hij die belasting op de huurders kan verhalen. Althans, [gedaagde] heeft daarvoor geen goede grond aangevoerd. Het enkele feit dat de huurders baat hebben van die voorziening is daarvoor onvoldoende.
- [eiser/eiseres sub 1] : € 1.094,42 - € 47,22 - € 82,83 =
- [eiser/eiseres sub 2] : € 1.006,67 - € 80,95 - € 55,22 =
- [eiser/eiseres sub 3] € 357,48 - € 82,83 =
3.De beslissing
- [eiser/eiseres sub 1] € 1.109,03
- [eiser/eiseres sub 2] € 1.001,08 en
- [eiser/eiseres sub 3] € 315,85