ECLI:NL:RBMNE:2020:2313
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaard wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 juni 2020 een verzoek tot wraking van mr. J.M. van Wegen ongegrond verklaard. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoekster die zich niet rechtvaardig behandeld voelde door de gewraakte rechter in een civiele procedure tegen Stichting Ymere. De verzoekster legde drie gronden aan haar verzoek ten grondslag, waaronder het feit dat de rechter tijdens de zitting van 4 maart 2020 Stichting Ymere de gelegenheid gaf om nadere stukken in te brengen zonder haar de kans te geven hierop te reageren. Daarnaast stelde verzoekster dat de rechter niet geïnteresseerd leek in haar standpunt en dat zij zich belachelijk gemaakt voelde door de rechter.
De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van verzoekster zorgvuldig beoordeeld. De kamer concludeerde dat de gewraakte rechter niet in strijd heeft gehandeld met de beginselen van een eerlijke rechtsgang. De rechter had de bevoegdheid om te bepalen welke stukken relevant waren en had de partijen gelijke kansen gegeven om hun standpunten naar voren te brengen. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter. De argumenten van verzoekster werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd om tot een andere conclusie te komen.
De beslissing van de wrakingskamer houdt in dat het verzoek tot wraking ongegrond is verklaard en dat de procedure tegen Stichting Ymere voortgezet kan worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.