Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juni 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Ik onderken dat belanghebbende nog resterende PTSS-klachten in de zin van herbelevingen en verhoogde alertheid, heeft, maar uit de anamnestische gegevens ten tijde van de hoorzitting is niet gebleken dat er bij belanghebbende sprake was van dermate ernstige dan wel invaliderende PTSS-klachten waardoor ze ernstig in haar dagelijkse leven en functioneren wordt belemmerd - waardoor ze bv. niet eens meer in een auto durft te stappen - noch dat ze voor deze klachten (weer) onder behandeling was. Daarbij komt dat als er sprake geweest zou zijn van dermate ernstige dan wel invaliderende PTSS-klachten er van uit mocht/mag worden gegaan dat belanghebbende door haar huisarts - door wie ze onder meer pijnstillers voorgeschreven kreeg - ook (weer) verwezen zou zijn voor behandeling voor deze klachten.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak en de tussenuitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 525,-.